Afbeelding
Pexels
Pexels
Wil jij een kinderboek schrijven? De redactie van Schrijven Magazine, hét schrijftijdschrift van Nederland en Vlaanderen, zette haar 8 allerbeste tips voor je op een rij. Je ontdekt welke verhalen je wil schrijven, welke stijl je moet gebruiken & nog veel meer!
Alleen al het genre ‘kinderboeken’ omvat een doelgroep van de allerkleinste tot kinderen die staan te poppelen om naar de middelbare school te gaan. Er zijn dus enorme verschillen te vinden tussen het ene en het andere kinderboek. Ga bij jezelf te rade: voor welke leeftijd wil ik precies schrijven?
Als je hebt besloten welke leeftijd je neemt, dan begint de research. De grootste vraag die je jezelf gaat stellen is: welk niveau moet mijn boek hebben? Daarvoor kan je research doen naar AVI-niveaus, zodat je weet welk niveau past bij welke leeftijd.
Zie ook: 5 boeken waardoor je een fantasierijk kinderboek zal schrijven
Voor elk genre geldt dat je de lezer iets wil leren of een boodschap wil meegeven. In een kinderboek is dat het allerbelangrijkste! De jonge geest staat open voor vuurspuwende draken, maar ook voor nieuwe levenslessen. Die levenslessen kan jij bieden, binnen de veilige bladzijden van een boek. Hoe mooi is het dat jij kan bijdragen aan de ontwikkeling van een kind, dankzij jouw woorden? Sta dus lang en breed stil bij de boodschap die je wil overbrengen met jouw verhaal.
Daar komt ook bij dat je moet opletten dat je ze (onbewust) lessen mee kan geven, die je eigenlijk helemaal niet wil overdragen. Een stereotype gezin waarin de vader de krant leest, terwijl de moeder een boterham smeert. Moet je dat nog wel willen? Zo schrijft kinderboekenschrijfster Marloes Kemming: Als je enige doel is ‘de ouders zijn er niet, dus kan het personage op avontuur’, dan kan moeder net zo goed een lezing geven over kwantummechanica als de was opvouwen en kan vader in de keuken staan in plaats van zich achter de krant verschansen.
Als je ervoor kiest om een kinderboek te schrijven voor kleinere kinderen, dan heb je geheid te maken met illustraties. Dan moet je net zo veel – al dan niet meer – aandacht besteden aan de tekeningen dan aan de woorden. Ook als plaatjes niet de overhand hebben in je kinderboek. Als je zelf geen tekenwonder ben, ga dan op zoek naar een illustrator die jouw verhaal kan vangen in zijn of haar illustraties.
Zie ook: 5 tips om plot in je prentenboek te structureren
Kinderen zijn dol op humor. Ga maar na: wanneer heb je voor het laatst een kinderboek gelezen zonder humor? Waarschijnlijk nooit. Humor geeft je jonge lezer lucht, wanneer je verhaal spannend wordt. Onderschat de kracht van humor dus niet. In Otje wordt Otjes vader Tos opgenomen en behandeld in een rusthuis omdat hij ‘in de war’ zou zijn. De dokters daar zijn duidelijk zelf in de war en geven Tos medicijnen met belachelijke namen, wat humor toevoegt aan de lastige situatie.
Zoals je al leest bij de vorige tip: kinderen kunnen best veel zware onderwerpen aan. Een kinderverhaal over de dood is echt niet verkeerd, net als een verhaal over een vader die in een rusthuis terechtkomt. Het is juist de manier om een kind zo’n belangrijke levensles mee te geven waar we het eerder over hadden. Natuurlijk moet je een afweging maken hoe ver je gaat, maar onderschat je lezer niet! Hetzelfde geldt voor moeilijke woorden: deze mag je best af en toe gebruiken.
Schrijf gewoon dat kinderboek! Of begin met een kort verhaal als je nog niet zeker bent van je zaak. In ieder geval is simpelweg schrijven de beste manier om het te leren. Wanneer je het verhaal af hebt, ga dan op zoek naar een proeflezertje. Je eigen kind, nichtje, neefje of kind van je beste vriend(in). Er is vast wel een kind te vinden die graag jouw verhaaltjes wil lezen of horen. Als je het voorleest, dan merk je vanzelf wanneer ze afgeleid raken. Daar moet dus nog aan gesleuteld worden!
Meer tips? Je vindt ze hieronder!