5 valkuilen bij het schrijven van een spannend kinderboek

We zijn allemaal opgegroeid met Dolfje Weerwolfje en De Griezelbus van Paul van Loon. Spannende boeken die ons de stuipen op het lijf jaagde. Maar hoe behoud je de balans tussen een spannend boek en een kinderboek? Dit zijn 5 valkuilen waar je sowieso niet in wil vallen.

Valkuil 1: Geen duidelijke doelgroep

Een verhaal schrijven voor kinderen kan een lastig karwei zijn. Je moet geen moeilijke woorden gebruiken die ze nog niet kennen en het verhaal moet gepast zijn. Daarom is het erg belangrijk om je doelgroep duidelijk vast te stellen. Bedenk ook of je boek wordt voorgelezen of niet. Dat kan een groot verschil maken bij het schrijven omdat je dan meer gebruik kan maken van illustraties. 

Ga ook na of je boek aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep. Wanneer kinderen al wat ouder zijn en zelfstandiger kunnen lezen, kun je juist meer gebruikmaken van hun rijke fantasie. Je hoeft dan minder te steunen op illustraties of herkenbare situaties, en kunt meer spanning, avontuur en verbeelding in het verhaal verwerken. Oudere kinderen kunnen abstractere thema’s en complexere verhaallijnen beter volgen, waardoor er ruimte ontstaat voor diepere lagen en creatieve wendingen in je boek.

Valkuil 2: Een saai begin

Kinderen zijn vaak niet warm te maken voor een ‘saai’ boek. Zorg ervoor dat je eerste hoofdstuk gelijk actie heeft. Mel Wallis de Vries geeft als tip om iemand te laten ontvoeren, pijn lijden of zelfs laten doodgaan in Young Adult of jeugdboeken.  Hierdoor zorg je ervoor dat de lezer gelijk in het verhaal valt en niet wil stoppen met lezen. Nou hoeft het natuurlijk niet zo heftig te zijn, maar bedenk een goede opening die de lezer gelijk grijpt. Maak je hoofdstukken ook niet te lang. Kinderen houden van korte hoofdstukken die  ze lekker kunnen weglezen.

Valkuil 3: Geen onderzoek gedaan

Wat voor boek je ook schrijft en voor wie je het ook schrijft, onderzoek doen naar je onderwerp is van groot belang. Je wilt voorkomen dat bepaalde details niet kloppen, waardoor de spanning en geloofwaardigheid van je verhaal verloren gaan. Onderzoek doen betekent niet dat je meteen wetenschappelijke artikelen hoeft te lezen, maar bedenk wel een aantal logische vragen waarop het belangrijk is een antwoord te hebben.

Voorbeeld:

Je schrijft een verhaal dat zich afspeelt tijdens schoolzwemmen. Het is verstandig om hier onderzoek naar te doen. Welke leeftijden doen mee, wat gebeurt er allemaal tijdens zo’n les en wat is het uiteindelijke doel? Dit zijn allemaal logische vragen waarbij het belangrijk is om een antwoord erop te hebben. Kinderen weten namelijk zelf hoe schoolzwemmen werkt, dus als ze een boek lezen waar het verkeerd wordt uitgebeeld kunnen ze er vraagtekens bij hebben of het boek wegleggen, en als schrijver wil je dat natuurlijk niet.

Valkuil 4: Geen goed conflict

Een goed conflict is het halve werk… in het schrijven van boeken dan. Het conflict moet er vanaf het eerste moment zijn, want het zet je verhaal in beweging. Een conflict hoeft nu niet gelijk een ruzie te zijn, het kan een tegenslag zijn, angst, een dreiging of iets heel anders. Wees creatief! Creëer meerdere conflicten in een verhaal, zo zorg je voor genoeg spanning. 

Valkuil 5: Geen spanningsboog

Grote en kleine spanningsbogen zijn belangrijk bij het schrijven van een spannend kinderboek. Grote spanningsbogen zijn het hele verhaal lang belangrijk, het ‘hoe loopt dit boek nou af’ gevoel dat je tot een goed einde wil brengen. De korte spanningsbogen, de kleine conflicten en problemen die gaandeweg worden opgelost, zijn ook belangrijk. 

Deze kleine spanningsbogen kan je ook goed gebruiken voor cliffhangers aan het einde van een hoofdstuk. Let wel op dat je er niet te veel gebruikt, dat kan na een tijdje saai en irritant worden.