Afbeelding
Pexels.com
Pexels.com
Bij kinder- en jeugdliteratuur denk je al snel aan makkelijke taal. Het is toegankelijk voor jonge lezers en sluit goed aan bij wat ze op school leren. Toch heeft het ook voordelen om juist moeilijke taal aan je kinderboek toe te voegen.
Door moeilijke woorden te verwerken in je kinderboek, groeit het vocabulaire van jouw lezers. Dit werkt het beste als het verhaal duidelijk blijft zonder gebruik van een woordenboek. Vermeng dus makkelijke en moeilijke woorden en laat hun betekenissen duidelijk worden uit de context, eventueel met behulp van synoniemen. Af en toe mag je een woord letterlijk uitleggen, bijvoorbeeld als een personage de betekenis aan een ander uitlegt. Is het begrijpen van een specifiek woord niet van belang voor het begrijpen van de scène? Dan mag de betekenis onduidelijk blijven; nieuwsgierige kinderen kunnen het eventueel zelf opzoeken of aan hun ouders vragen.
Moeilijke taal impliceert dat het boek zich niet 'verlaagt' tot het niveau van het kind. Hierdoor lijkt het minder snel alsof het boek de jonge lezer kleineert. Sommige kinderen zullen zich hierdoor gewaardeerd voelen, omdat ervan uit wordt gegaan dat zij wél van alles weten. Bovendien wordt het boek hierdoor minder snel afgewezen als 'kinderachtig'.
Bijzonder taalgebruik draagt bij aan de sfeer van jouw verhaal. Soms past een specifiek vocabulaire bij jouw genre: schrijf je bijvoorbeeld een ridderroman, dan kun je bijpassende woorden als 'schildknaap' en 'gewaad' gebruiken. Maar ook het dagelijks leven of een fantasiewereld kun je in bijzondere woorden omschrijven. Sommige schrijvers verzinnen hierbij hun eigen woorden: dit is extra sterk wanneer jouw verhaal fantasie- of humorelementen bevat. Een voorbeeld hiervan is Roald Dahl: zijn GVR zit vol taalgrapjes en neologismen. Hij bedenkt niet alleen woorden voor zelfverzonnen dingen (zoals de vieze 'snoskommers'), maar verzint ook nieuwe woorden voor bestaande dingen, zoals het woord 'flitspopper' voor een scheet.
Niet alleen beschrijvingen, maar ook de stemmen van personages kunnen meer persoonlijkheid krijgen door middel van gevorderd taalgebruik. In haar young adult-serie De Ravenjongens gebruikt Maggie Stiefvater moeilijke woorden om de identiteit van haar personages te versterken. Zo gebruikt het personage Gansey – vaak onbewust – moeilijke woorden omdat hij in een rijk, hoogopgeleid gezin is opgegroeid waar dit gebruikelijk was. Zijn zeer arme vriend Adam voelt zich hierdoor gekleineerd: voor hem komt het over alsof Gansey zich opzettelijk uitslooft en zijn privileges opdringt.
Als iets moeilijk of mysterieus is bedoeld en de lezer het niet hoeft te begrijpen, kun je expres moeilijk vocabulaire gebruiken zonder de betekenis uit te leggen. Annie M. G. Schmidt gebruikt volwassen termen en thema's zoals ontslag en identiteitspapieren; tegelijkertijd zijn haar hoofdpersonages buitenbeentjes die het zelf ook niet begrijpen. Hiermee benadrukt ze de absurditeit van het volwassen leven: de moeilijke woorden blijven onbegrijpelijk. Tegelijkertijd schept ze een band tussen het hoofdpersonage en de lezer.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.