Afbeelding
Pexels
Pexels
Historische fictie schrijven: hoe doe je dat? Wil jij historische fictie schrijven, maar weet je niet hoe je hieraan moet beginnen? Of loop je misschien vast tijdens je research en kom je nooit aan schrijven toe? Schrijven Magazine zet hier haar negen beste tips voor het schrijven van historische fictie op een rij.
Het klinkt als een open deur: om over geschiedenis te schrijven moet je research doen. Natuurlijk moet je wat geschiedeniskennis hebben over jouw periode en plaats. Maar het gaat verder dan dat. Voor de realiteitsdetails die je in je verhaal gaat gebruiken, moet je een aantal praktische zaken onderzoeken. Wat at men? Waar haalde men water vandaan? Waar sliep men? Tijdens je onderzoek hiernaar hoef je niet altijd heel diep in de boeken te duiken, en kom je soms grappige feitjes tegen. Heb jij er bijvoorbeeld ooit aan gedacht dat ze lang geleden geen bestek kenden?
Juist omdat dit genre veel kennis over geschiedenis vraagt, is het verleidelijk om in je research te blijven steken. Je hebt nooit het idee dat je genoeg weet, maar je kan ook niet alles weten. Als je een goed beeld van de tijd, plaats en historische personages hebt, is het tijd om gewoon te gaan schrijven. Je kan pas weten waar je nog meer research moet doen als het verhaal er staat.
Als je over geschiedenis schrijft, is jouw onderwerp of tenminste een deel daarvan waarschijnlijk al duizenden keren behandeld. Zorg dus dat je het op jouw eigen manier doet. Er zijn altijd manieren om een verhaal te vertellen dat al geschreven is.
Of deze nu direct voor je plot van belang is of niet, een tijdlijn is altijd handig. Bepaalde historische gebeurtenissen kunnen dingen veranderen die ook effect hebben op je personages. Door het op orde houden van de tijdlijn, creëer je ook een meer realistische historische setting. Grote gebeurtenissen die de lezer kent, kunnen hen meer grip op het verhaal geven. Let er wel op dat je ze subtiel verwerkt en er geen lesboek over schrijft.
Als je na je research ontzettend veel weet over een onderwerp, is het verleidelijk om dit allemaal in je verhaal te verwerken. Kijk uit dat je de lezer niet te veel feitjes vertelt. Het gaat uiteindelijk om het verhaal. Gebruik daarom subtiele manieren om je verworven kennis te verwerken, maar laat het verhaal op de eerste plaats komen.
In de huid kruipen van je personages doe je natuurlijk altijd. Bij historische fictie is het extra belangrijk om hier rekening mee te houden. Met de kennis van nu weet jij veel meer over de gebeurtenissen die plaatsvonden in die tijd, maar je personages zijn niet helderziend en hebben waarschijnlijk ook nog geen internet om te lezen wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt. Zorg daarom dat je alleen vertelt wat zij kunnen weten.
Staat er bijvoorbeeld een belangrijke veldslag op het punt om te beginnen? Je lezer weet waarschijnlijk al wat de uitkomst gaat zijn, maar laat bij je personages toch ruimte voor onzekerheid. Zij weten niet of ze aan het einde van de dag zullen winnen.
Een historische fictie is een boek als ieder ander. Behandel het dus ook als jouw verhaal, met een plot en personages. Ben je bang dat het niet helemaal historisch correct is? Het klinkt misschien vreemd, maar dat is eigenlijk geen probleem. Je schrijft niet voor niets historische fictie. Als je veel afwijkt van de echte geschiedenis, plaats dan wel een ‘disclaimer’ in je voorwoord. Hierin kan je vertellen dat je boek gebaseerd is op de geschiedenis, maar hier en daar anders is omwille van het verhaal.
Nog meer dan bij andere genres kan jij je bij het schrijven van historische fictie geïntimideerd voelen door alles wat al bestaat. Geschiedenis is in honderden jaren vaak al door een enorm aantal auteurs besproken. Dit vermindert soms je motivatie om het verhaal af te maken. Waarom zou iemand jouw boek hierover lezen en niet één van de vele anderen?
Zoals eerder uitgelegd, zijn er altijd manieren om een verhaal te vertellen dat al bestaat. Toch kan dit gevoel van onoriginaliteit lastig zijn om te overwinnen. Probeer daarom je verhaal af te maken, zelfs als je denkt dat het niets gaat worden. Bij het herschrijven kom je vaak tot de conclusie dat het toch beter kan worden dan je denkt.
Er zijn altijd mensen die net als jij veel verstand hebben van het onderwerp. Geef deze je verhaal en zorg dat ze letten op historische incorrectheden. Dit kan iets heel simpels zijn: bijvoorbeeld een regenton wanneer die nog niet was uitgevonden, of een uitdrukking als ‘stoom afblazen’ in de middeleeuwen. (Deze uitdrukking stamt af van het moment dat er stoomkracht was). Dingen die jou niet meer opvallen omdat je ze al te vaak gelezen hebt, kunnen op deze manier toch nog naar voren komen.