Afbeelding
Pixabay.com
Pixabay.com
Een rond personage heeft meerdere sterke karaktertrekken en verandert gedurende het verhaal. Vorige week gaven we tips om deze gelaagdheid en ontwikkeling te creëren. Voor het verder uitdiepen van je personage zijn hier nog vier tips.
Door gerichte vragen te stellen, kun je meer te weten komen over je personage. Heb je een doel voor je personage bedacht, zoek dan naar achterliggende redenen hiervoor. Zelfs als je een antwoord vindt, kun je hier verder over doorvragen. Dit kun je ook gebruiken om van een vlak personage een ronde te maken. Waarom wil de held de prinses redden? Als hij verliefd op haar is: hoe en waarom is dit gebeurd? Als hij naar aanzien zoekt: waarom wil hij aanzien? Heeft hij iets te bewijzen, of denkt hij dat hiermee een ander probleem wordt opgelost?
Dezelfde vragen kun je ook gebruiken om de keuzes of het wereldbeeld van het personage te analyseren. Hoe is hij dit komen te geloven? Waarom maakt hij deze onverwachte keuze?
Zorg ervoor dat de achtergrond, het karakter en de situatie van het personage relevant zijn aan elkaar.
Kies niet zomaar een achtergrondverhaal uit willekeur of om sympathie voor je personage op te wekken, maar laat het een rol spelen in het verhaal. Misschien heeft het verleden van jouw personage zijn persoonlijkheid of zijn wereldbeeld gevormd, of misschien heeft het geleid tot de situatie waarin hij zich nu bevindt.
Voor situaties geldt hetzelfde. Een situatie waarin het personage zich bevindt of terechtkomt, kan het gevolg zijn van zijn verleden of een karaktertrek, of kan er juist voor zorgen dat hij een karakterontwikkeling doormaakt. Je kunt ook eerst de persoonlijkheid van je personage bestuderen en aan de hand hiervan een moeilijke situatie voor hem creëren. Is jouw personage vatbaar voor verleiding? Verzin dan een situatie waarin verleiding hem in gevaar kan brengen. Is hij bang in het donker? Laat de lichten plotseling uitvallen.
Een rond personage voelt saai (en ook vlakker) als hij omringd is door personages die op hem lijken. Stem daarom je personages op elkaar af. Zorg voor duidelijke verschillen, maar ook enkele overeenkomsten.
Denk bovendien aan de dynamiek tussen de personages. Hoe reageren ze op elkaar? Hoe beïnvloeden ze elkaar? Hoe denken ze over elkaar en praten ze tegen elkaar?
Wanneer je een rond personage schrijft, zullen emoties zijn karakter beïnvloeden en omgekeerd. Bedenk hoe jouw personage reageert als hij bang is, blij, of zich verveelt. Kijk ook naar de oorzaken van emoties: een eerlijk personage zou bijvoorbeeld zenuwachtig kunnen worden als hij merkt dat mensen om hem heen liegen.
Even belangrijk zijn de manieren waarop een personage met problemen omgaat. Pakt hij ze hard aan ('vechten'), loopt hij ervan weg ('vluchten'), of blijft hij ermee zitten ('verstijven')? Reageert hij gelijk of zet hij eerst zijn gedachten op een rijtje? Accepteert hij dat het probleem bestaat of houdt hij zichzelf voor de gek?
Bij het schrijven van emoties werkt show, don’t tell vaak goed. Beschrijf de lichamelijke reactie van het personage (houding, gebaren, oogcontact) en laat zijn emotie doorklinken in zijn acties, woorden of toon. Is de scène vanuit het perspectief van dit personage geschreven? Laat de emotie dan ook zijn gedachten beïnvloeden. Wees schaars met het letterlijk vertellen van emoties, maar overdrijf niet: af en toe mag je heus direct vertellen dat een karakter boos is.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!