Afbeelding
Pexels.com
Pexels.com
Foreshadowing is het geven van hints over het verloop van het verhaal. Hiermee bouw je spanning op, maak je een onthulling geloofwaardig, of maak je informatie beter verteerbaar. Hier vind je 4 soorten foreshadowing die je kunt toepassen in jouw verhaal.
Dit type foreshadowing komt veel voor en is extra belangrijk in mysterieverhalen. Je laat details zien die subtiel wijzen op bijvoorbeeld een plottwist. Denk aan een ontbrekend theekopje, een vreemde geur, of een onverwachte gezichtsuitdrukking van een personage. Dit kan bijdragen aan de spanning, maar zorgt er vooral voor dat de onthulling alles op haar plek laat vallen.
In dit geval gebruik je symboliek om iets uit te beelden wat later in je verhaal terugkomt. Hiervoor kun je een symbolisch object gebruiken. Het object staat dan voor een thema dat een grote rol gaat spelen, of een gebeurtenis die plaats zal vinden, of het staat voor een specifiek personage en wat er met het object gebeurt weerspiegelt zijn ontwikkeling. Nadat het hoofdpersonage de hond uit de buurt leert te begrijpen, leert ze ook haar opa, waar de hond symbool voor staat, beter kennen. Zorg voor een sterke link tussen het object en waar het voor staat: beschrijf opa en de hond dus op een soortgelijke manier (blaffen, nieuwsgierige oogjes, hyperactief gedrag) of geef ze een directe relatie (misschien is het opa’s hond).
Een ander soort symbolisch foreshadowing is het gebruik van een mise-en-abyme. Dit is een kleiner verhaal in een verhaal, waarbij het kleinere verhaal een weerspiegeling is van het grotere verhaal. Gaat jouw verhaal over een vrouw die ten onder gaat aan haar verslaving, dan kun je bijvoorbeeld een anekdote vertellen over dezelfde vrouw als klein meisje dat al haar knikkers verliest in het kinder(gok)spel, of niet van de snoeptrommel af kan blijven.
De bovengenoemde types foreshadowing zijn voorbeelden van show, don’t tell: je vertoont iets door middel van aanwijzingen of symboliek zonder het letterlijk te noemen. Maar ook met een vertellende stijl kun je foreshadowing toepassen. Dit kun je gebruiken om spanning of humor te creëren, of een prikkelende vraag op te wekken.
Een klassiek voorbeeld zijn zinnen zoals ‘Als Lisa had geweten wat haar de volgende dag te wachten stond, zou ze niet zo lekker hebben geslapen.’ Hier wordt verteld dat er iets engs of vervelends gaat gebeuren, maar de lezer weet niet precies wat.
Vertellend foreshadowing hoeft echter niet altijd zo vaag te blijven: letterlijk verklappen wat er gaat gebeuren kan net zo pakkend zijn. De Percy Jackson-serie gebruikt dit bijvoorbeeld om humor te creëren: elke hoofdstuktitel is een lollige samenvatting van de gebeurtenissen in dat hoofdstuk. Tegelijkertijd maken de lachwekkende titels als ‘I Accidentally Vaporize My Pre-algebra Teacher’ de lezer ook nieuwsgierig naar hoe deze bizarre gebeurtenis plaats gaat vinden.
Dit is een subtielere vorm van vertellend foreshadowing. Je laat een naam, term of stuk informatie vallen dat nog niet van belang is, maar later een grotere rol zal gaan spelen. Dit wordt voornamelijk gebruikt voor kleinere details, zoals plaatsnamen in fantasyseries, of voor personages die pas laat in het verhaal worden geïntroduceerd. Wanneer deze details dan later in het verhaal terugkomen, maakt dit het verhaal geloofwaardiger en de informatie verteerbaar.
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!