Afbeelding
Bron Pixabay
Bron Pixabay
De slush pile, zoals we de stapel ongevraagd aangeboden manuscripten oneerbiedig noemen, heeft zeker geen voorrang bij de uitgeverijen. Sterker nog, het is de berg die van de ene naar de andere kant van het bureau geschoven wordt, tot er tijd is om er een vluchtige blik op te werpen. Maar hoe zorg je ervoor dat het manuscript waar je met bloed, zweet en tranen aan gewerkt hebt, opvalt in deze bulk en gelezen wordt? En zijn er manieren om de slush pile te omzeilen? We vroegen het aan de kenners.
Door Natasja Bijl
Marja Duin is freelance redacteur voor diverse bekende uitgeverijen zoals De Arbeidspers, Nijgh & van Ditmar en De Crime Compagnie. Ze heeft alles wel zo ongeveer meegemaakt als het om toegestuurde manuscripten gaat, inclusief de confetti in de envelop. Duin: ‘Ik geef workshops waarin ik schrijvers leer hoe ze hun manuscript uitgegeven krijgen. Dat is namelijk lang niet zo gemakkelijk. Mijn eerste tip, wellicht een open deur, is om het manuscript aan te leveren zoals de uitgeverij dat graag wil, wat vaak op hun website te vinden is. Doe dat niet anders, ook niet om origineel te zijn of op te vallen. Een manuscript insturen heeft namelijk iets weg van een open sollicitatie. Het vergt tijd. Verdiep je in de uitgeverij en voeg een goede brief toe waarin je aangeeft waarom je de desbetreffende uitgeverij op het oog hebt. Bij fictie is het afhankelijk van de uitgeverij. Sommige uitgeverijen willen enkel een eerste hoofdstuk ontvangen, ander een fragment en weer andere het hele manuscript. Bij non-fictie kun je, al naargelang de wens van de uitgever, een hoofdstuk meesturen, zodat jouw schrijfkwaliteit beoordeeld kan worden.
Bij De Arbeidspers ontvangen ze ongeveer tien tot vijftien manuscripten per week. Ze worden verdeeld over de redacteuren, die een voorselectie maken en de interessantste inbrengen in de redactievergadering. Daarin wordt niet alleen de kwaliteit besproken, maar ook of een verhaal niet te veel lijkt op een al eerder verschenen boek. Helaas staat deze bespreking helemaal aan het einde van het prioriteitenlijstje. Uitgeverijen zijn vooral druk met titels die nu uitkomen, de titels voor de nieuwe aanbieding en de nieuwe boeken van bestaande auteurs. Een debuut is voor een uitgeverij altijd een risicofactor, want gaat deze nieuwe schrijver wel verkopen? We zien dat veel bekende Nederlanders op dit moment een boek uitbrengen. Zij hebben al naamsbekendheid en een publiek. Daarmee is de kans groter dat de uitgeverij de investering in het boek terugverdient. Als debuterend auteur doe je er goed aan om zelf actief een lezerspubliek op te bouwen, bijvoorbeeld via een blog of de sociale media. Of jouw manuscript de slush pile overleeft heeft dus met de kwaliteit van het manuscript te maken, maar ook met het totaalpakket van verhaal, persoon en het moment. Misschien is het allerbeste advies nog wel om de slush pile te ontwijken door contacten te leggen binnen de uitgeverij. Daar is tijd voor nodig. Zie het maar als een investering in het schrijverschap.’
Tomás Kruijer, acquirerend redacteur voor The House of Books, ziet zowel buitenlandse thrillers als romans, feelgood en non-fictie op zijn bureau verschijnen. Tomás: ‘Ik word getriggerd door een foutloos begeleidend schrijven. Tevens vind ik het belangrijk dat de schrijver weet naar wie hij het manuscript stuurt en daar ook onderzoek naar heeft gedaan. Zo’n copy-paste-brief valt voor mij snel af. Wie via een literair agent binnenkomt, wat ook een soort kwaliteitstest is, heeft vanzelfsprekend een voorsprong. Iemand moet begaan zijn met het eigen verhaal en daar enthousiast over kunnen vertellen, wat tevens moet blijken uit de synopsis. Meestal lees ik de eerste tien pagina’s. Als ik dan nog altijd geboeid ben, pak ik een hoofdstuk in het midden. Het is overigens niet zo dat een manuscript al voor honderd procent klaar moet zijn. Als we echt iets in het verhaal zien, dan willen we vooral beginnende schrijvers zeker begeleiden in het proces. Wanneer wij op tijd instappen, levert dat alleen maar voordeel op. Het gaat alles bij elkaar niet alleen om het verhaal, maar zeker ook om wie jij bent als schrijver. We zijn altijd op zoek naar haakjes waaraan we het boek kunnen ophangen, een eigen netwerk of eerder werk, bijvoorbeeld als journalist, om het beter verkoopbaar te maken.’
Janneke Louman, adjunct-uitgever bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam, ontvangt gemiddeld twee manuscripten per dag, waarvan er slechts één per jaar wordt uitgegeven. Janneke: ‘Daarmee bedoel ik echt de manuscripten die zo blanco ingestuurd worden, dus niet via het netwerk van de uitgeverij of een andere weg. We bekijken alles serieus. Soms krijgen schrijvers een uitgebreide afwijzing retour met uitleg van mij. Dat kan zeker gezien worden als een compliment, ik geef immers aan waar er ruimte is voor verbetering. Voor journalisten, schrijvers van korte verhalen, bijvoorbeeld in een literair tijdschrift, adviseer ik zeker om op een andere wijze het manuscript in te sturen en gebruik te maken van je netwerk. Als ik getipt zou worden via Frank Noë, hoofdredacteur Schrijven Magazine, dan zou ik me zeker nog iets meer in het manuscript en de schrijver verdiepen. Geef ook altijd aan welke schrijfervaring je al hebt opgedaan! Is er al iets gepubliceerd in een bundel met korte verhalen? Wat ik belangrijk vind, is dat de auteur een pitch geeft waarin duidelijk naar voren komt waarom dit boek geschreven moet worden. Wat is de doelgroep? En hoe ziet de schrijver zichzelf in het fonds, waarom heeft hij of zij voor ons gekozen? Bekijk ook eens welke boeken desbetreffende uitgeverij al op haar naam heeft staan. Natuurlijk begrijpen wij ook wel dat een schrijver niet maar op één paard wedt en zijn werk naar meerdere uitgeverijen stuurt, maar even aanhalen waarom onze uitgeverij op het wensenlijstje staat, geeft iets persoonlijks en dat prikkelt. Schrijfstijl is cruciaal, maar ik kijk ook naar de spanningsboog in het verhaal. Zit dat voor 75 procent goed, dan is datzeker een pré. Om dat te kunnen beoordelen heb ik graag een compleet manuscript voor me en niet enkel een paar hoofdstukken. Heb je echt het idee dat jouw boek in de winkel hoort? Dan zou ik zeggen, geef niet op. Ook niet na een eerste afwijzing. Voor schrijven geldt naar mijn idee de tienduizend-uur-regel. Dat je er met tienduizend vlieguren pas echt bedreven in raakt. Wat ik schrijvers wil meegeven is dat het goed is om veel te lezen. Oplettend lezen dan wel te verstaan. Hoe heeft de auteur een bkarakter uitgediept, hoe heeft hij een thema verwerkt in het boek? Voor welk perspectief is er gekozen. Daar leer jeontzettend veel van!’
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!