Lid sinds

19 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
  • Administratie
  • Beheerder

Korte vragen over taal en spelling

11 augustus 2008 - 17:40
in dit onderwerp kun je korte vragen over taal en spelling plaatsen. Dingen zoals: 'Hoe breek ik dit woord af?' of 'Wat is het meervoud van..?' Zorg er wel voor dat je je mede-formummers niet lastig valt met vragen over spelling die bijvoorbeeld makkelijk in de online Van Dale te vinden zijn. Zie ook: www.vandale.nl www.woordenlijst.org www.synoniemen.net

Lid sinds

15 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
15 januari 2009 - 9:45
Na deze vraag ga je tijdens het lezen opletten of je iets dergelijks tegenkomt in een boek. De volgende zin in "De naamgenoot" van Jhumpa Lahiri, vertaald uit het Engels, uitgekomen bij Meulenhoff Boekerij, tegengekomen: "In een ander kastje staat een doos theezakjes, Peek Freans-zandkoekjes, een vijfpondszak suiker die in een kom is gedaan, een blik gecondenseerde melk." Het voorbeeld van debutant is ook door mijn hoofd gegaan (er staan een man en een vrouw in de rij bij de kassa). Het is niet om mijn gelijk te halen, dat ik er nog even op terugkom. Ik vind het gewoon intrigerend wat nu juist is. Misschien mag het wel staat en staan zijn, dat je zelf mag kiezen.

15 januari 2009 - 10:11
[ ... ] Valt dit taaltechnisch niet onder een opsomming? Dan schrijf je toch ook "Er staat een kast, een tafel en een stoel in de kamer."? Leerzaam!
Dat dacht ik niet, hoor, vrouw. Bij een opsomming gebruik je juist het meervoud: Toen ik het schoolplein opkwam, stonden er een jongen, een meisje en een hond. Maar: Toen ik het schoolplein opkwam, stond er een jongen met een meisje en een hond. Of: Een jongen en een meisje speelden met een hond. Maar: Een jongen speelde met een meisje en een hond. En: Er staat een pot suiker in de kast, met ernaast een zak zout, een doos spaghetti en een flesje bier. Maar: Er staan een pot suiker en een zak zout in de kast, met ernaast een doos spaghetti en een flesje bier. Dus als je en gebruikt (opsomming) is het meervoud en gebruik je de werkwoordsvorm ook in het meervoud. Gebruik je echter met, dan is het een toevoeging bij het eerstgenoemde, en als dat enkelvoud is (een jongen, of: een pot suiker), houd je de werkwoordsvorm ook in het enkelvoud. Maar is dat eerstgenoemde meervoud (een jongen en een meisje, of: een pot suiker en een zak zout), dan krijgt het werkwoord ook de meervoudsvorm.

15 januari 2009 - 10:02
Na deze vraag ga je tijdens het lezen opletten of je iets dergelijks tegenkomt in een boek. De volgende zin in "De naamgenoot" van Jhumpa Lahiri, vertaald uit het Engels, uitgekomen bij Meulenhoff Boekerij, tegengekomen: "In een ander kastje staat een doos theezakjes, Peek Freans-zandkoekjes, een vijfpondszak suiker die in een kom is gedaan, een blik gecondenseerde melk." [ ... ]
Deze zin is een goed voorbeeld van de mix van correct en incorrect. Een doos theezakjes staat, inderdaad (een doos = een doos en die staat). Dat is correct. Maar daarna volgt een onbepaald woord: zandkoekjes. Hoe moet je die zien? Zitten die ook in een doos? Of liggen die daar? Heb je ooit Peek Freans-zandkoekjes (whatever it zijn), zien staan? Ik heb nog nooit koekjes zien staan. De zak suiker die in een kom is gedaan, staat dan weer wel, en een blik gecondenseerde melk ook. Dat kan. Maar ... als al deze dingen (een doos, een zak in een kom en een blik) staan, dan gebruik je vanzelf de meervoudsvorm. Deze redacteur heeft zijn / haar werk niet goed gedaan. Kan gebeuren. Altijd slipt er wel iets doorheen.

Lid sinds

16 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
15 januari 2009 - 10:06
Ha MJ, dank je wel! Zo zag ik het dus ook. :nod: Alleen dan wist ik minder goed waarom, behalve dan dat ze beiden staan.

Lid sinds

16 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
16 januari 2009 - 23:06
In mijn manuscript stond de volgende zin: Mijn gezinsleden zijn wel de laatste waar ik behoefte aan heb. Dit is gecorrigeerd in: ... zijn wel het laatste ... Nu ik het teruglees, denk ik dat het zo moet: ... zijn wel de laatsten ... Wat zegt jullie gevoel hierover (of misschien weet iemand zelfs wel wat juist is)?

Lid sinds

16 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
17 januari 2009 - 15:40
debutant, ik denk dat het ervan afhangt of je geen behoefte hebt aan mensen, of geen behoefte aan wat dan ook. Als je bijvoorbeeld geen zin hebt om wat dan ook te doen en ook absoluut geen zin hebt om met je gezinsleden om te gaan, dan lijkt het me dat het om 'het laatste'. Heb je echter geen behoefte aan mensen om je heen, vooral niet aan je gezinsleden, dan lijkt het me dat het 'de laatsten' zijn. Nou ben ik geen Neerlandicus, maar dit klinkt mij logisch.
Is er in de volgende zin sprake van een enkelvoudig of een meervoudig onderwerp? 1. Verder staan er nog een kast met laatjes en een grote boekenkast. of: 2. Verder staat er nog een kast met laatjes en een grote boekenkast. Ik dacht zelf zin 1, want zowel de kast met laatjes als de grote boekenkast staan. Echter, mijn proeflezer verbetert het in zin 2. Wie weet zeker wat juist is?
Ik had mijn vraag, als laatste zekerheid, nog aan een Neerlandicus voorgelegd die ook Nederlands geeft op het hbo. Haar antwoord: 'Mijn inziens is zin 1 de juiste. Als een onderwerp twee elementen bevat die verbonden zijn met 'en' is het automatisch een meervoudig onderwerp is. Bij 'of' is het niet zo, dan is het enkelvoudig.'

Lid sinds

17 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
17 januari 2009 - 17:45
Na deze vraag ga je tijdens het lezen opletten of je iets dergelijks tegenkomt in een boek. De volgende zin in "De naamgenoot" van Jhumpa Lahiri, vertaald uit het Engels, uitgekomen bij Meulenhoff Boekerij, tegengekomen: "In een ander kastje staat een doos theezakjes, Peek Freans-zandkoekjes, een vijfpondszak suiker die in een kom is gedaan, een blik gecondenseerde melk." [ ... ]
Deze zin is een goed voorbeeld van de mix van correct en incorrect. Een doos theezakjes staat, inderdaad (een doos = een doos en die staat). Dat is correct. Maar daarna volgt een onbepaald woord: zandkoekjes. Hoe moet je die zien? Zitten die ook in een doos? Of liggen die daar? Heb je ooit Peek Freans-zandkoekjes (whatever it zijn), zien staan? Ik heb nog nooit koekjes zien staan. De zak suiker die in een kom is gedaan, staat dan weer wel, en een blik gecondenseerde melk ook. Dat kan. Maar ... als al deze dingen (een doos, een zak in een kom en een blik) staan, dan gebruik je vanzelf de meervoudsvorm. Deze redacteur heeft zijn / haar werk niet goed gedaan. Kan gebeuren. Altijd slipt er wel iets doorheen.
Is er ook niet een verschil of je EN gebruikt, of alleen komma's om iets op te sommen? Waarbij je als het ware de opsomming achter de eerste staat kan neerzetten. Oeh, dat is wel heel onduidelijk geformuleerd, het is ook een puur gevoelsmatige theorie...

18 januari 2009 - 0:38
In mijn manuscript stond de volgende zin: Mijn gezinsleden zijn wel de laatste waar ik behoefte aan heb. Dit is gecorrigeerd in: ... zijn wel het laatste ... Nu ik het teruglees, denk ik dat het zo moet: ... zijn wel de laatsten ... Wat zegt jullie gevoel hierover (of misschien weet iemand zelfs wel wat juist is)?
Mij lijkt dat dat goed gecorrigeerd is. Mijn gezinsleden zijn ... whatever ze zijn, maar zij zijn. Dus meervoud. Als je schrijft: Mijn gezinsleden zijn wel de laatste waar ik behoefte aan heb, dan is laatste een bijvoeglijk naamwoord, maar zelfstandig gebruikt. Je zou kunnen schrijven: Mijn gezinsleden zijn wel de laatste (gezinsleden) waar ik behoefte aan heb. Als je iets anders bedoelt, zou je het anders moeten schrijven, iets als: Mijn gezinsleden zijn wel de laatste mensen waar ik behoefte aan heb. Maar dan zou ik schrijven: Mijn gezinsleden zijn wel de laatste aan wie ik behoefte heb. En dan specificeer je meteen dat het om mensen gaat, en niet om iets algemeens. Nu is - in de voorbeeldzin van debutant - het laatste niet per se menselijk, of familiair. Het kan van alles zijn, dat laatste waar je behoefte aan hebt, maar in dit geval: je gezinsleden. Om alle problemen te omzeilen zou je (m.i. correct) kunnen schrijven: Het laatste waar ik behoefte aan heb, zijn mijn gezinsleden. Dan schrijf je niet: Het laatste waar ik behoefte aan heb, is mijn gezinsleden.

Lid sinds

16 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
19 januari 2009 - 21:22
Bedankt, marriejeanne. Ik heb je zinnen in de tekst geprobeerd en denk dat ik ervan maak: (Weer thuis sluit ik behoedzaam de deur.) Het laatste waaraan ik op dit moment behoefte heb, zijn mijn ontwakende gezinsleden.

Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
24 januari 2009 - 18:58
Ik zie hier nog geen goede zoekfunctie en wil ook geen nieuw topic openen, dus dan maar hier. Een klein stukje tekst waarvan alles zo ongeveer al een andere plek en tijd heeft gehad. Nu kan ik het wel helemaal anders beschrijven, maar ik vroeg me gewoon af waarom ik van dit stukje helemaal gek word. Dat heb ik nl nooit op deze manier. Petra zit in de auto na een etentje bij Pa en Ma. Bart is de ex. Peter en Martijn de kinderen van Perta en ex Bart. Haar moeder heeft woord gehouden, haar vader heeft niet lopen zeuren over het feit dat ze die goede beste Bart heeft laten barsten omdat hij wel eens een borrel drinkt. Steeds hetzelfde gezeur. Hij zou wel weten hoe hij Petra aan moest pakken. Elke keer als ze daar was draaide het daarop uit. De laatste keer had ze pardoes Peter en Martijn in de auto gezet en was zonder iets te zeggen weggereden.

Lid sinds

16 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
24 januari 2009 - 18:42
DeEllis, ellicht zijn de personen al bekend door de eerdere gebuertenissen in je verhaal, maar zoals de alinea hier staat, volg ik hem niet. Haar moeder had beloofd dat haar vader niet zou zeuren? Wat heeft Bart met Petra te maken? Elke keer als ze daar was -> waar is daar, bij haar ouders? Hetzelfde moet trouwens aan elkaar.

Lid sinds

16 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
24 januari 2009 - 19:14
Ellis, wat ik niet snap is dit: je schrijft dat Petra blij is dat haar moeder zich aan haar woord gehouden heeft en dat haar vader niet heeft lopen zeuren. Toch schrijf je een regel later: 'altijd datzelfde gezeur'. Hebben de ouders nou wel of niet lopen zeuren? Volgens mij maakt deze tegenstrijdigheid dat het stukje niet klopt voor je gevoel.

Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
24 januari 2009 - 19:34
Dat zou best wel eens kunnen. Het is alleen zo dat ik uitleg moet geven aan een eerdere hint in het verhaal dat er wrijving met haar vader zou zijn. Dit etentje is de gelegenheid om dat te doen. Ik zal het toch eens helemaal omgooien en kijken of ik er dan wel vrede mee kan hebben.

Lid sinds

16 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
24 januari 2009 - 20:49
Misschien kun je deze toevoeging doen: Haar moeder heeft woord gehouden, haar vader heeft niet lopen zeuren over het feit dat ze die goede beste Bart heeft laten barsten omdat hij wel eens een borrel drinkt. De andere keren was er steeds hetzelfde gezeur. Hij zou wel weten hoe hij Petra aan moest pakken. Elke keer als ze daar was draaide het daarop uit. De laatste keer had ze pardoes Peter en Martijn in de auto gezet en was zonder iets te zeggen weggereden. Maar dan moet je het daaropvolgende stuk iets aanpassen want anders staat het woordje keer er wel erg vaak in.

Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
24 januari 2009 - 21:03
Goei oplossing dank je. Gek genoeg dacht ik dat er iets taaltechnisch helemaal mis was. Iets wat ik duidelijk niet zag/begreep of zo. Ik doe het even zoals jij zegt en kijk over een paar dagen weer eens naar dat stuk te midden van de rest. Wie weet kan ik er dan prima mee leven. Soms staar ik mezelf blind op een stuk.

Lid sinds

16 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
24 januari 2009 - 21:13
Of deze toevoeging: Haar moeder heeft woord gehouden, haar vader heeft voor de verandering nu eens niet lopen zeuren over het feit dat ze die goede beste Bart heeft laten barsten omdat hij wel eens een borrel drinkt. Steeds hetzelfde gezeur. Hij zou wel weten hoe hij Petra aan moest pakken. Elke keer als ze daar was draaide het daarop uit. De laatste keer had ze pardoes Peter en Martijn in de auto gezet en was zonder iets te zeggen weggereden. Verder valt het me op dat de eerste zinnen in tt zijn en de rest vt. Dat is misschien ook een reden dat er 'iets' niet helemaal lekker zit. Zelf zou ik de tweede zin ook in de vt schrijven: 'Haar vader had ... enz. Succes

24 januari 2009 - 21:46
Haar moeder heeft woord gehouden, haar vader heeft niet lopen [b]zeuren[/b] over het feit dat ze die goede beste Bart heeft laten barsten omdat hij wel eens een borrel drinkt. Steeds hetzelfde [b]gezeur[/b]. Hij zou wel weten hoe hij Petra aan moest pakken. Elke keer als ze daar was draaide het [b]daarop[/b] uit. De laatste keer had ze pardoes Peter en Martijn in de auto gezet en was zonder iets te zeggen weggereden.
Het [b]zeuren[/b] zou je kunnen afwisselen. En de zin: [b]Elke keer als ze daar was draaide het daarop uit. [/b] maakt het voor mij moeilijk om de samenhang in de tekst te begrijpen. Wat bedoel je met [b]daarop[/b]? 1. Het gezeur? 2. Dat hij zou weten hoe hij Petra aan moest pakken? 3. Dat zij de laatste keer Peter en Martijn pardoes in de auto had gezet? Volgens mij is dit zinnetje de veroorzaker van het constructieprobleem.

Lid sinds

16 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
24 januari 2009 - 22:05
De oplossing van Zjaan vind ik een goede. Ook wat Marriejeanne zegt is interessant. Leuk hoe je zo'n kort stukje kunt uitpluizen!

Lid sinds

15 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
19 februari 2009 - 10:53
Gebruik je in, bijvoorbeeld, de volgende zinnen een meervoud- of een enkelvoudsvorm? Officieel is het geloof ik meervoud, maar ik vind dat er nogal raar uit zijn. Zowel mijn broer als ik was/waren (of:) Zowel hij als zij was/waren (of:) Zowel mijn broer als zijn vriend vond/vonden (etc.)

Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
19 februari 2009 - 21:45
Volgens mij 'was', 'mijn broer' is in het eerste voorbeeld dan het hoofdonderwerp (of hoe dat ook heet). Hoewel ik het wel vreemd vind klinken, moet het zover ik weet wel zo.

Lid sinds

15 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
19 februari 2009 - 21:58
Volgens het boekje Formuleren is de regel: Bij nevenschikking van enkelvoudige woorden, een enkelvoudige persoonvorm: Zowel de leerling als de leraar nam brood mee.