Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
Als je schrijft is het handig en zelfs nodig dat je bepaalde technieken kent en ze kan toepassen. Maar als je te star aan schrijftechnieken vasthoudt, kom je in de problemen. Waar ligt de balans in schrijftechnieken toepassen en ze loslaten? Met deze vuistregels heb je een houvast om de overweging te maken.
In een horrorverhaal staat een opbloeiende romance zelden op de voorgrond. En jouw chicklit heeft vast geen moordmysterie dat opgelost moet worden. Toch komen er in elk genre bepaalde schrijftechnieken terug die je sowieso moet kennen, begrijpen en kunnen toepassen. Zo snap je wat de vaart in een verhaal houdt, of er juist uithaalt.
Drie van deze technieken zijn:
Als je die technieken begrijpt, maak je minder beginnersfouten. Daarna kun je je verder verdiepen in technieken die ingaan op het verstreken van je plot, personages of je centrale conflict. Je kan dan zelf kijken waar je nog tegenaan loopt of wat specifiek voor jouw genre belangrijk is om rekening mee te houden.
Schrijftechnieken zijn ook handig om (bij naam) te kennen voor als je feedback van een redacteur krijgt. Oefen schrijftechnieken eerst in simpele (korte) verhalen waarmee je geen ambities hebt. Als je dan met een serieus boek naar een redacteur gaat, heb je al een hoop gewonnen. Zie je ‘infodump’ in de kantlijn staan? Omdat je al geoefend hebt met de basistechnieken, weet je wat je moet doen en hoef je geen complete teksten om te gooien. Je hoeft niet op goed geluk een fout te verbeteren als je je vinger erop kan leggen.
Als uit een feedbackronde de suggestie komt om een bepaalde schrijftechniek gaat gebruiken, let dan goed op of je verhaal niet wezenlijk zou veranderen als je die aanpassing maakt.
Stel dat er wordt geopperd om in in medias res te schrijven. Als je je verhaal plotseling in het chronologische midden start, verandert dat de verhaalopbouw en spanningsboog compleet. Past die nieuwe manier van schrijven wel bij je verhaal? Zoiets moet je heel goed nagaan. Je mag gerust schrijftechnieken volgen, maar werken met schrijftechnieken mag nooit betekenen dat je er zodanig aan vasthoudt dat je verhaal eronder lijdt.
Schrijftechnieken zelf kunnen nooit de kwaliteit van je verhaal bepalen. Het gebruik van schrijftechnieken biedt dan ook geen garantie voor succes.
Zodra je schrijftechnieken onder de knie hebt, ga je vlotter schrijven. Je hoeft dan niet meer na te denken of een bepaalde zin wel ‘show don’t tell’ is. Maar soms gaat schrijven na een feedbackronde wat moeizamer: “O jee, mijn proeflezer vindt dit hoofdstuk traag verlopen. Waar zit het probleem?” Het is handig als je kan zien dat je schrijfsels niet aan bepaalde technieken voldoen. Dan is het makkelijk verbeteren.
Maar tegelijkertijd kan dat ook een valkuil worden: “Ik ga deze scène herschrijven: ik schrap drie regieaanwijzingen, verander zes ‘tells in shows’ en als ik de informatie halveer, heb ik sowieso geen infodump meer.”
Als dit vermoeiend klinkt, dan heb ik mijn toon duidelijk overgebracht. Als je geforceerd gaat schrijven, komt er niets goeds meer uit je pen. Misschien krijg je zelfs helemaal niets meer op papier.
Soms moet je je kennis van schrijftechnieken juist durven los te laten om weer spontaan (en daarmee goed) te kunnen schrijven.
Als je de basistechnieken van schrijven leert, groei je daar als schrijver van. Maar als je welke schrijftechniek dan ook gebruikt, waak er dan voor dat jij de schrijver van het verhaal blijft en niet alles aan een schrijftechniek laat afhangen.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!