Afbeelding

Mompelen, schreeuwen of fluisteren: hoe gebruik je regieaanwijzingen?

Foto: Pexels

Mompelen, schreeuwen of fluisteren: hoe gebruik je regieaanwijzingen?

Een regieaanwijzing verwijst naar hoe je personages bepaalde acties uitvoert. Als je ze goed gebruikt, zullen je personages en je verhaal een heel eigen toon krijgen. 


1. Wat is een regieaanwijzing?

Een regieaanwijzing geeft aan hoe je personage iets doet. Neem zeggen. Dat is neutraal en zegt vrij weinig over de intensiteit.  Maar je kan niet alleen iets zeggen. Je kan ook fluisteren, sissen, schreeuwen, kreunen, hakkelen, stotteren, mompelen…

2. Bepaal de lat voor je aanwijzing

Als je je personage luid wil laten spreken, kun je meerdere woorden gebruiken: roepen, schreeuwen, blaffen, bulderen… Regieaanwijzingen brengen een bepaalde intensiteit met zich mee. Roepen is minder heftig dan schreeuwen. Krijsen wordt al snel geassocieerd met een hysterische vrouw. Leg de regieaanwijzing die je wil gebruiken eerst eens naast een tienpuntschaal. Wat past bij de situatie? Je gaat niet schreeuwen als je iemand vraagt de tafel te dekken. 

3. Je regieaanwijzing en je personage

Zodra je een passende regieaanwijzing hebt gevonden schrijf je hem op. Je kan een regieaanwijzing gebruiken om een karaktertrek te weerspiegelen. Als je een verlegen personage hebt, kan je hem bijvoorbeeld net iets vaker laten hakkelen dan andere personages dat doen.

4. Overdrijf het niet! 

Een valkuil van regieaanwijzingen is om ze te vaak te gebruiken. Een verhaal wordt op den duur doodvermoeiend als je om de paar regels een regieaanwijzing moet lezen.  Zo nu en dan moet je ze gebruiken om te voorkomen dat je tekst droog wordt. Als je ze veel gebruikt, werkt het echter alleen maar averechts. Ga goed na of de regieaanwijzing op dat moment echt meerwaarde heeft. Moet je personage echt sprinten? Of heeft hij niet zoveel haast en kan hij gewoon lopen?

5. Test de regieaanwijzing zelf uit

Je kunt makkelijk uitproberen of je te veel of de juiste regieaanwijzingen gebruikt. Beeld je scene uit als in een toneelstuk en film het. Zorg ervoor dat er geen twijfel over bestaat welke regieaanwijzing er in de geschreven tekst staat. Met andere woorden: ga heel overdreven fluisteren, rennen, schransen, mijmeren… 

Als je de opname terugkijkt en ziet dat je wel heel vaak van de ene in de andere ‘actie’ valt, gebruik je te veel regieaanwijzingen. Dan kun je je personage beter een keer in stilte laten denken in plaats van duidelijk te laten piekeren.

Je kan ook merken dat het een andere regieaanwijzing beter past, omdat de schaal niet klopt. Moet er wel iets zichtbaar zijn, maar moet het net een tikje minder intensief, of juist nog wat heftiger? Je kan natuurlijk ook vragen of andere mensen feedback willen geven als je jouw korte toneelstukje opvoert. Maar dan is het wel verstandig om even een uitleg en waarschuwing te geven. 

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. 
 

Techniek