Afbeelding

5 tips voor het schrijven van flashbacks

Pixabay.com

Een kijkje in het verleden: zo schrijf je goede flashbacks

Een flashback schrijven is lastig. Want hoe onderbreek je het verhaal op een manier die lekker leest? Met deze 5 tips zet je sterke flashbacks neer die jouw verhaal verrijken in plaats van verhinderen.


1. Maak de voorafgaande scène sterk

Je wilt natuurlijk een interessante en sterke flashback schrijven. Maar de scène die aan de flashback voorafgaat, moet minstens zo krachtig zijn. Zo wil de lezer namelijk verder lezen: zelfs nadat het verhaal is onderbroken door een flashbackscène, wil hij terug naar het heden om te weten hoe het afloopt. Dit uitstel van de afloop kan een cliffhanger dus juist versterken. Bovendien zal de lezer niet geïnteresseerd zijn in een flashback als hij niet geïnvesteerd is in het huidige verhaal.

2. Kies een duidelijke en natuurlijke overgang

Een flashback werkt het beste als hij natuurlijk aanvoelt. Tegelijkertijd moet het voor de lezer duidelijk zijn wanneer er een sprong terug in de tijd wordt gemaakt.

Daarom is de beste plek voor een flashback meestal nadat iets in het huidige plot een herinnering aan het verleden oproept. Ruikt het personage de geur van erwtensoep, dan kun je teruggrijpen op een scène in zijn verleden waarin hij met dezelfde geur te maken had.

Een andere mogelijkheid is om de flashbacks te scheiden van het verhaal: je geeft ze hun eigen hoofdstuk of hoofdstukdeel. Leg hierbij wel enkele links die de tijdsprong overbruggen, zodat de flashbacks nog steeds relevant voelen aan het verhaal. Je eindigt een hoofdstuk bijvoorbeeld met Hugo die beweert dat hij nooit huilt en begint de flashback dan met Hugo als huilend kind.

3. Laat de flashbacks het verhaal beïnvloeden

Zorg ervoor dat het moment van de flashback invloed heeft op het verhaal. Het heeft directe gevolgen voor het plot of verklaart hoe het personage in elkaar zit.

In The Lies of Locke Lamora van Scott Lynch wisselen het huidige plot en hoofdstukken over het verleden elkaar af. Deze grote hoeveelheid flashbacks werkt hier omdat de inhoud van ieder flashback-hoofdstuk terugkomt in het hoofdstuk van de huidige tijdlijn dat erop volgt. Met mijn ogen dicht van Maren Stoffels gebruikt juist maar één cruciaal moment uit het verleden voor flashbacks. Het gaat hier om een trauma dat de hoofdpersoon gedurende het hele verhaal sterk beïnvloedt.

Kies dus ook het juiste stukje uit het verleden om te laten zien: een scène die niet alleen boeiend is om te lezen, maar ook direct of indirect terug zal komen in het huidige verhaal.

4. Schrap onnodige flashbacks

Is jouw flashback niet van groot belang? Laat deze dan weg of verander hem in een herinnering.

Flashbacks die saai lezen, aanvoelen als een infodump of weinig te maken hebben met de huidige tijdlijn, kun je het beste schrappen of eventueel herschrijven.

De meeste flashbacks kun je korter schrijven als herinnering: in plaats van het maken van een tijdsprong zitten we dan in de gedachten van het personage. Het plot wordt zo minder onderbroken.

5. Flashbacks interessanter dan het verhaal? Draai het eens om

Gebeurt er in jouw verhaal heel weinig, maar in het achtergrondverhaal heel veel? Of draait het hele verhaal eigenlijk om wat er in het verleden is gebeurd? Mogelijk is het sterker om van de flashbacksequentie jouw hoofdverhaal te maken. Probeer dit eens uit en wie weet heb je een sterker verhaal.

Techniek