Afbeelding

De Nederlandse taal zit vol met lastige constructies. De keuze tussen niet en geen is een voorbeeld daarvan. Kun je ergens niet genoeg van krijgen of krijg je er toch geen genoeg van? De zin meerdere malen hardop tegen jezelf zeggen biedt geen oplossing, de uitleg hieronder wel.
Geen wordt gebruikt om zelfstandige naamwoorden zonder lidwoord ervoor te ontkennen.
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord (de/het/een) voor zou kunnen zetten. Bijvoorbeeld: kast, fiets of hond.
Voorbeelden:
Niet wordt gebruikt om het gezegde van een zin te ontkennen.
Het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk) van een zin geeft aan wie het onderwerp is of wat het onderwerp doet:
Werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden die in de (hoofd)zin staan.
Bijvoorbeeld: Jan had naar buiten kunnen kijken.
Naamwoordelijk gezegde: één of meer werkwoorden en een naamwoord.
Bijvoorbeeld: Jan wil vrachtwagenchauffeur worden.
Voorbeelden:
Er zijn gevallen waar zowel geen als niet mogelijk zijn, maar als je de bovenstaande regels aanhoudt zit je nooit fout.
Bron: Taal Unie.
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!