Afbeelding

De Nederlandse taal zit vol met lastige constructies. De keuze tussen niet en geen is een voorbeeld daarvan. Kun je ergens niet genoeg van krijgen of krijg je er toch geen genoeg van? De zin meerdere malen hardop tegen jezelf zeggen biedt geen oplossing, de uitleg hieronder wel.
Geen wordt gebruikt om zelfstandige naamwoorden zonder lidwoord ervoor te ontkennen.
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord (de/het/een) voor zou kunnen zetten. Bijvoorbeeld: kast, fiets of hond.
Voorbeelden:
Niet wordt gebruikt om het gezegde van een zin te ontkennen.
Het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk) van een zin geeft aan wie het onderwerp is of wat het onderwerp doet:
Werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden die in de (hoofd)zin staan.
Bijvoorbeeld: Jan had naar buiten kunnen kijken.
Naamwoordelijk gezegde: één of meer werkwoorden en een naamwoord.
Bijvoorbeeld: Jan wil vrachtwagenchauffeur worden.
Voorbeelden:
Er zijn gevallen waar zowel geen als niet mogelijk zijn, maar als je de bovenstaande regels aanhoudt zit je nooit fout.
Bron: Taal Unie.
In het komende nummer duiken we in de wereld van de historische roman!
Over het vinden van inspiratie, het ontwikkelen van je eigen schrijversstem, en over de ziel van het personage.
Niet veel romans gebruiken de jij-persoon, waarom zou je dat doen? Je leest het in het komende nummer!
Hoe kreeg Geus dit voor elkaar? Ze vertelt het in het komende nummer & geeft tips voor het schrijven van een serie.
De eerste zin is de belangrijkste van je verhaal. Lees de tips + opdrachten in het komende nummer van Schrijven Magazine!