Afbeelding

Pixabay
Pixabay
Geboren en getogen Nederlanders leren de buigings-e over het algemeen in de eerste jaren van hun leven vanzelf aan. Voor diegenen die op latere leeftijd Nederlands leren praten en schrijven kan het een lastige regel zijn. Daarom hieronder de algemene regels voor de buigings-e en enkele uitzonderingen waar men zich vaak het hoofd over breekt.
De buigings-e is een taalregel die van toepassing is op bijvoeglijke naamwoorden en bepaald of er een –e achter het bijvoeglijk naamwoord komt of niet. Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoorden. Bijvoorbeeld: de blonde jongen of de snelle auto.
Het bijvoeglijk naamwoord staat meestal vlak voor het zelfstandig naamwoord, maar dit hoeft niet. Bijvoorbeeld: sommige gebouwen zijn oud.
Wanneer komt er wel een –e achter het bijvoeglijk naamwoord?
Wanneer komt er geen –e achter het bijvoeglijk naamwoord?
Schrijf je nu vrijblijvend in en krijg iedere dinsdag:
✅ Schrijfoefeningen en inspiratie
✅ Tips voor beginnende & gevorderde schrijvers
✅ Taaltips om beter te leren schrijven
✅ Het laatste nieuws over uitgeverijen
✅ De nieuwste schrijfwedstrijden
Ja, ik ontvang graag de nieuwsbrief!
De buigings-e zou geen Nederlandse taalregel zijn als er niet minstens één uitzondering op te vinden is.
Voor meer voorbeelden van dit soort uitzonderingen kun je hier terecht.
Bron: Onze Taal
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.