Schrijfoefening: een solide plot

Veel schrijvers denken te gemakkelijk over plot. Of je nu alles vooraf bedenkt of gaandeweg de plot van je verhaal ontwikkelt: een solide plot is hard werken. De (sommige mensen zeggen het) plot is logica in verhaalvorm. Er moeten geen gat in te schieten zijn. Elk zijpad, elke andere optie moet je als schrijver hebben overwogen. Waarom doet het personage dit of dat? Kan het ook anders? Simpeler. Voor een goede plot moet je als schrijver alle verwikkelingen overzien, alle verbanden doordacht hebben. In deze schrijfoefening gaan we daarmee oefenen.

Oefening 1 

Acda en De Munnik hebben een oud liedje Het regent zonnestralen waarin een man (Herman) in het AD leest dat hij is verongelukt in Frankrijk. Hij had net zijn auto verkocht en de koper staat onder zijn naam in de krant. Leuk liedje, maar qua plot niet erg geloofwaardig. Dat kun jij beter. Bedenk hoe jij je eigen dood in scène zou zetten. Maak het zo logisch mogelijk.

Oefening 2 

Herman uit het liedje vraagt zich vervolgens af wat hij zal gaan doen. Wat doe je met je leven als je officieel niet meer bestaat. Helemaal komen we er in het liedje niet achter. Iets met een tweede kans. Maar wat Herman is gaan doen? Geen idee. Aan jou de taak om te bedenken wat jíj zou gaan doen. En waarom.

Oefening 3 

Als je oefening 1 en 2 hebt gedaan heb je de ingrediënten voor de plot van een mini-verhaal waarin je je eigen dood in scène zet en wat je daarna gaat doen. Schrijf dat verhaal in maximaal 500 woorden.