Schrijfoefening: maak er een verhaal van!

Van een boodschappenlijstje tot een stuk muziek: eigenlijk kun je overal een verhaal bij bedenken. Dat doen we in deze schrijfoefeningen.

Opdracht 1

Vind een oud boodschappenlijstje van jezelf of iemand anders en schrijf hier een verhaal bij. Dit mag je op verschillende manieren interpreteren. Je kunt bijvoorbeeld het meest bijzondere item op de lijst nemen en je afvragen: welke redenen zou mijn personage kunnen hebben om dit te kopen? Op dezelfde manier kun je juist een bijzondere reden bij een heel gewoon product bedenken. Maar je hoeft het lijstje ook niet letterlijk te nemen: je kunt de punten op het lijstje ook bijvoorbeeld zien als ingrediënten voor jouw verhaal. Staat er suiker op het lijstje? Schrijf een heel zoet personage, of juist een drugsverslaafde. Bloemkool? Misschien heeft je personage een bloemkoolhoofd, of vindt hij pasgeboren baby’tjes in zijn tuingroenten.

Opdracht 2

Kies een apparaat of ander voorwerp uit jouw huis: het liefst eentje met karakter, bijvoorbeeld een printer die soms zomaar weigert te printen. Schrijf een verhaal vanuit het perspectief van dit voorwerp: overdrijf zijn persoonlijkheid en maak er een echt personage met zwaktes en wensen van.

Opdracht 3

Luister naar een soundtrack van een film die je niet kent. Ben je niet zo van soundtracks, dan kun je ook een ander nummer kiezen waarvan je de muziekvideo niet hebt gezien. Luister aandachtig naar de muziek zonder tegelijkertijd iets anders te doen (kijk dus niet tussendoor op je telefoon) en vorm tijdens het luisteren een verhaal in je hoofd. Bekijk dat verhaal als een film en schrijf nog niets op. Pas als je de film duidelijk voor je ziet, mag je het omzetten in een verhaal.

Opdracht 4

Daag jezelf nu uit: vind zelf iets waar je niet snel aan zou denken bij een verhaal en verzin daar toch een verhaal bij. Denk aan de vlekken op jouw muur, de mand van je hond of de warrige zinsconstructies van je buurvrouw. Je kunt dit als onderwerp voor je verhaal gebruiken, maar ook als inspiratie voor bijvoorbeeld je locatie, je schrijfstijl of je verhaalstructuur.