Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
Korte verhalen zijn niet minder dan lange verhalen. Integendeel, sommige verhalen met veel impact zijn korte verhalen. Denk alleen al maar aan de kort verhalenbundels van Stephen King en Roald Dahl. De titel van dit artikel is niet voor niets gekozen: waar een boek te vergelijken is met een strandbal, is een goed kort verhaal één bal geconcentreerde kracht; als een golfbal.
Hoe kort is een kort verhaal? Dat is een uitgestrekt traject met vage grenzen; getallen die genoemd worden variëren tussen de 500 (of minder) en iets meer dan 20.000 woorden. En wat maakt het uit? Als je een kort verhaal schrijft voor een schrijfwedstrijd, dan is je verhaal maximaal het aantal woorden dat de schrijfwedstrijd oplegt. En anders laat je je verhaal dat lekker zelf bepalen.
Maar er zijn wel een aantal kenmerken van een krachtige ‘golfbal'.
De lezer van een kort verhaal verwacht een kort verhaal (ja, duh). Met een lange aanloop voelt het niet als kort en haakt hij of zij misschien af. Daarom begint een kort verhaal vaak middenin de actie/het conflict/de gebeurtenis waar het verhaal om draait (in medias res). Zorg er in ieder geval voor dat je eerste alinea een hoog pak-de-lezergehalte heeft, ook als je niet voor in media res kiest.
Er is maar één hoofdpersonage: de protagonist. Deze is gelaagd, doorloopt een ontwikkeling (ten goede of ten slechte), heeft goede maar ook zwakke karaktertrekken. Is dus een levensecht mens. De andere personages - niet te veel - dienen voornamelijk als hulpmiddelen en hoeven niet echt uitgewerkt te worden.
Een boeiend einde is altijd belangrijk, maar bij een kort verhaal is een verrassende twist essentieel. Waar een boek in de loop van het verhaal van alles en nog wat aansnijdt, draait het korte verhaal om één plot, één gebeurtenis, dat het hele drama moet dragen en daarmee ook de ontknoping – alles in het verhaal staat ten dienste van dat einde.
Wat voor een boek geldt, geldt ook voor je korte verhaal (en zijn soms nog wat belangrijker); ik noem er hier drie:
• schrappen – haal alle overbodige vet eruit
• conflict – voor elk verhaal onmisbaar
• show, don’t tell – vertel niet als een toeschouwer, maar ga in het hoofd van je personage zitten.
Een heel aparte versie van een kort verhaal die ik nog even wil aantippen omdat die zo bijzonder is, is de six-word story. Niet te verwarren met het Zeer Korte Verhaal (ZKH), in het leven geroepen door schrijver A.L. Snijders) of het Ultrakorte Verhaal, die beide uit veel meer dan zes woorden bestaan.
Beginalinea, plot, personages, zijn in een six-word story niet van toepassing; alleen de verrassing geldt hier. Een heel bekende is deze:
For Sale:
Baby shoes. Never worn.
Meestal toegekend aan Ernest Hemingway, maar dat is discutabel; o.a. omdat er al soortgelijke verhalen waren vóór zijn tijd. (Ik vind het ook niet heel Hemingway-achtig.)
Op Twitter vind je veel six word stories; gebruik de hashtag #sixwordstory.
Een tip: ook voor het korte verhaal geldt dat de regels niet in marmer gehouwen zijn: als jij bijvoorbeeld naast je hoofdplot nog ander prachtig subplot hebt, by all means, gebruik het. Twee hoofdpersonages? Zet ze in. De enige echte regel is: als het werkt, dan werkt het.
En nog een tip: de fiction podcast van The New Yorker vertelt én bespreekt elke maand een kort verhaal. Leuk en nuttig.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.