Afbeelding
Lily Rum via Unsplash
Lily Rum via Unsplash
Personages zijn onmisbaar in je boek. Hoewel de protagonist de meeste aandacht krijgt, zijn alle bijpersonages ook ontzettend belangrijk. Toch kan het lastig zijn om personages te kiezen en hun rol in het verhaal vast te leggen. Hoe pak je dat aan?
Allereerst moet je weten welke personages er in een verhaal voorkomen. Daarvan is de protagonist de belangrijkste. Of misschien heb je wel gekozen voor meerdere hoofdpersonages. Hoe dan ook, de hoofdpersoon draagt het verhaal en wordt vaak gezien als de held. Hij/zij loopt vaak tegen een conflict aan dat overwonnen moet worden. De confrontatie met het conflict maakt het karakter duidelijk. Uiteindelijk maakt de protagonist altijd een groei door en is het aan het einde van het verhaal nooit precies dezelfde als aan het begin.
Dat klinkt al goed, toch? Maar zonder bijpersonages, geen sterke protagonist.
Daarom moet je weten over de antagonist. Dit personage staat tegenover de hoofdpersoon en is dus de tegenspeler. Soms zelfs een letterlijke schurk. Niet elk verhaal heeft er een, maar het is zeker een personage die het verhaal veel sterker kan maken. Een tegenspeler geeft frictie en dus spanning, het triggert de hoofdpersoon en laat de valkuilen zien. Het karakter wordt, door de antagonist, aangescherpt en gedwongen te werken om een persoonlijke overwinning te behalen. Een antagonist hoeft overigens geen mens te zijn. Het kan bijvoorbeeld ook een natuurfenomeen zijn waartegen de hoofdpersoon moet vechten.
Daarnaast zijn er bijfiguren. Het doel van bijfiguren is dat zij de hoofdpersoon in een bepaald perspectief plaatsen. Het zijn personages die, net als de tegenspeler, invloed hebben op het karakter en handelen van de protagonist. Ze kunnen erg van elkaar verschillen. Met name in belangrijkheid voor het verhaal.
Daarnaast zijn de personages onder te verdelen in karakter. Het dynamische karakter (Engels: round character) is een personage dat in de loop van het verhaal een ontwikkeling doormaakt. Vaak is het karakter complex, maar duidelijk. De lezer komt het meest over deze persoon te weten. Je hoofdpersonage moet sowieso een dynamisch karakter zijn.
Het statische karakter (Engels: flat character) hoort bij een personage dat zich nauwelijks tot niet ontwikkelt. De lezer komt niet veel over dit personage te weten. Gaandeweg wordt het karakter duidelijker door het kruimelspoor dat de schrijver achterlaat over het innerlijk en uiterlijk van de persoon. Het kan om verschillende redenen in je verhaal voorkomen. Allereerst blijft dit karakter hangen bij de lezer door terugkerende gewoonten. Het personage detective Poirot is daarom een succes, ook al maakt het personage geen groei door. Verder zorgt het voor humor in je verhaal doordat de sterke karaktertrekken voor grappige situaties kunnen zorgen.
Het laatste personage is een archetype, een variant op het statische karakter. Elk personage als archetype is gebaseerd op een menselijke eigenschap. Van een karakterontwikkeling is dan geen sprake. Een voorbeeld van een archetype is bijvoorbeeld de held die moedig en succesvol is. Denk aan Frodo van Lord of the Rings die zijn angsten onder ogen komt en met succes zijn reis eindigt. En de zorggever, iemand die betrouwbaar is en anderen beschermt. Of de wijze, een personage die met goed doordachte ideeën komt.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!