Vijf vragen die je jezelf moet stellen vóór publicatie

Vroeger was er maar één manier om te publiceren: je schreef een manuscript, stuurde het naar een uitgever en hoopte op een positieve reactie. Dat is tegenwoordig wel anders.  Stel jezelf dan ook eerst deze vijf vragen voordat je tot publicatie overgaat.

1. Is het manuscript klaar?

Je boek moet minstens door één proeflezer gelezen zijn voordat je het naar een uitgever of literair agent stuurt. De uitgever kan het boek nog gaan redigeren, maar daarvoor moet je er al uitvoerig redactie op losgelaten hebben. Als jouw manuscript niet jouw beste schrijfwerk laat zien, dan sta je in de huidige boekenmarkt geen schijn van kans.

Hulp nodig bij redactie? Lees hier tips over het herschrijven van jouw verhaal,  of kies voor manuscriptbeoordeling bij Schrijven Online.

2. Hoe komt het boek eruit te zien?

Wil je je boek publiceren als hardcover of als paperback? Of wordt het alleen een e-boek? Als je een uitgever hebt moet je hier namelijk over onderhandelen. Een hardcoverboek gaat langer mee, is meer geschikt voor foto’s en is waardevoller voor verzamelaars. Maar een paperback heeft ook voordelen. Het is meestal lager geprijsd en kan daardoor allicht een groter publiek bereiken. Dat geldt des te meer voor e-boeken, al is dat financieel gezien weer minder aantrekkelijk.

Het boekdesign is ook van belang. Uitgevers zorgen meestal voor dit design, maar als je je boek in eigen beheer uitgeeft is het handig om een professionele vormgever in te schakelen.

3. Wie zijn de lezers van je boek?

Als schrijver hoop je natuurlijk op zoveel mogelijk lezers, maar het is verstandig om vooraf te bepalen voor welke doelgroep jouw boek is. Schrijf je bijvoorbeeld kookboeken, dan vallen er meteen een aantal traditionele uitgevers af om te benaderen. Maar je kunt ook de aandacht van een uitgever trekken door te benadrukken dat jouw boek zich richt op een nichemarkt. Dan hebben we het echter over een smalle lezersgroep, waardoor de keuze voor uitgeven in eigen beheer wellicht aantrekkelijker is.

4. Ga je voor een traditionele uitgeverij?

Een traditionele uitgever is doorgaans de eerste keuze van de schrijver. En terecht, want in een traditioneel uitgeefcontract betaalt de uitgever de kosten van het redigeren, de opmaak, de distributie en de promotie. En vaak betalen ze je ook een voorschot in ruil voor royalty’s.

Maar een traditionele uitgeverij krijgt per jaar veel manuscripten binnen en wijst ze bijna allemaal af. De kans dat je daar doorheen komt, is dus klein. Een troost is misschien dat veel boeken worden afgewezen voor redenen die niks te maken hebben met de schrijfkwaliteit, dus ook dan is uitgeven in eigen beheer wellicht aantrekkelijker.

Bedenk wel dat je in dat geval zelf geheel verantwoordelijk bent voor de promotie van jouw boek en dat kan veel geld kosten. Houd er rekening mee dat je zeer waarschijnlijk niet eens winst overhoudt aan je publicatie.

5. Hoe trekt het boek de aandacht van je lezers?

Of je nu publiceert bij een grote uitgever of niet, je moet je continu bezighouden met de promotie van je boek. Denk aan het maken van een website, actief zijn op sociale media, het ontwikkelen van een maillijst en samenwerken met bloggers. Dit is een lang en vaak ook duur proces, maar het is cruciaal. Veel schrijvers onderschatten dit proces en zien de publicatie als de eindfase van hun boek, maar in feite is het nog maar het begin. Verdiep je in promotie en wees outgoing, ook als jouw uitgever al veel aan promotie doet.

Thomas Olde Heuvelt, een schrijver die onlangs de vertaalrechten van zijn roman HEX heeft verkocht aan twee internationale uitgevers, gaf tijdens de Paul Harland Dag tips voor de promotie van jouw boek.