Leestekens: die lastige streepjes ook

leestekens streepjesDe vorige keren hebben we het gehad over aanhalingstekens. Nu zijn de streepjes aan de beurt, in alle soorten en maten. In zijn boek Nieuwe Leestekenwijzer noemt Peter van der Horst meer dan twintig toepassingen van (horizontale) streepjes, maar het gaat nu om de hoofdzaken.

Koppelteken

Een van de meest voorkomende streepjes – en ook het lastigste – is het koppelteken. Je weet wel: het streepje in bijvoorbeeld netto-opbrengst en vakantie-uitkering. Er hoort hier een streepje omdat het gaat om twee gelijke klinkers (oo) of twee verschillende klinkers die samen het teken voor één klank vormen (eu). Zo’n streepje is dus bedoeld voor de duidelijkheid.

Het is misschien goed om te weten dat je altijd een koppelteken kunt gebruiken als dat voor de duidelijkheid wenselijk is. In bijvoorbeeld milieueis, zij-ingang en taboeonderwerp is een streepje niet noodzakelijk, maar voor de leesbaarheid wel aan te bevelen. De structuur van een samenstelling wordt daardoor wat overzichtelijker.

Je vraagt je misschien af waarom bijvoorbeeld ruïne en poëzie geen koppelteken maar een trema hebben. Ook hier is er sprake van klinkerbotsing, maar het gaat niet om een samenstelling maar om een niet-samengesteld woord. Daarbij kun je geen losse woorddelen onderscheiden.  

Ook na afkortingen zetten we een koppelteken: T-shirt, VUT-regeling. En in bijvoorbeeld ’s-Gravenhage geeft het koppelteken aan dat ’s betrekking heeft op Graven en niet op hage.

Het koppelteken is soms noodzakelijk om misverstanden te voorkomen, zoals in kas-salade/kassa-lade en dij-kramp/dijk-ramp.

Is het je weleens opgevallen dat in het meervoud en in afleidingen van afkortingen, letters en symbolen vaak een koppelteken wordt gebruikt? Voorbeelden: hts-en, BN-er, a-tje, €-tje. Maar dat moet steeds een apostrof zijn: hts’en, BN’er, a’tje, €’tje.

Weglatingsstreepje

In bijvoorbeeld dames- en herenkleding gebruiken we een weglatingsstreepje om duidelijk te maken dat het om dameskleding en niet om dames gaat. Het lijkt vanzelfsprekend, maar er worden toch nogal eens fouten op dit gebied gemaakt. Je kunt het streepje namelijk alleen gebruiken als een deel van een woord is weggelaten. Daarom is arme- en rijke landen (of: arme - en rijke landen) onjuist. Dus ook niet: kleine- en hoofdletters en financiële- en belastingvoordelen. In de voorbeelden staat het gemeenschappelijke woorddeel steeds achteraan, maar in bijvoorbeeld intakegesprek en -proces en vlieglessen en -oefeningen staat het vooraan. Ook daarbij is het streepje alleen mogelijk als een deel van een woord is weggelaten. Fascinerende flora en -fauna is dus onjuist.

Nog een paar bijzonderheden. Vermijd samentrekkingen als dins- en woensdag, omdat het overblijvende woorddeel niet zelfstandig kan voorkomen. Laat liever ook geen voor- of achtervoegsel weg. Dus liever niet: barbaars- en domheid en betaal- en aftrekbaar. En je voelt wel aan dat er iets niet klopt aan beschuit- en autobus en rund- en voedingsleer. Het weggelaten woorddeel heeft hier namelijk een andere betekenis.

De volgende keer besteden we aandacht aan enkele andere streepjes, namelijk het afbreekstreepje en het gedachtestreepje.

Over de auteur

Peter van der Horst, de auteur van dit artikel, is docent Nederlands en zelfstandig tekstadviseur. Veel meer  over leestekens en andere tekens is te vinden zijn boek Nieuwe Leestekenwijzer (390 pagina’s), dat kortgeleden bij uitgeverij Garant is verschenen. Je vindt er ook in hoe al die tekens op de computer te maken zijn. Eerder schreef hij onder andere Redactiewijzer, Stijlwijzer, De Taalgids en Begrijpelijk schrijven voor iedereen.