Afbeelding

Opengeslagen boek

Foto: Pexels

Leestekens: stoeien met aanhalingstekens

Aanhalingstekens: we gebruiken ze allemaal weleens. Maar om het geheugen weer even op te frissen: wanneer zet je een zin of woord tussen aanhalingstekens? Er kunnen verschillende redenen zijn om ze te gebruiken, in de eerste plaats als we iemand letterlijk citeren: De klant mailde: ‘Ik had graag wat eerder een reactie gekregen.’ De klant heeft dit letterlijk zo gemaild; directe rede dus. Als we die klant op de volgende manier citeren, komen er geen aanhalingstekens: De klant mailde dat hij graag wat eerder een reactie had gekregen. Indirecte rede, dus geen aanhalingstekens.

Door Peter van der Horst

Citaten en aanhalingstekens

Hoe zit het met de andere leestekens in een citaat? We behandelen de aangehaalde zin op dezelfde manier als een gewone zin. De punt komt daarom voor het laatste aanhalingsteken. Komt er ook nog een punt na dat eind-aanhalingsteken? Nee, dat is niet gebruikelijk. Gebruik liever niet meer dan twee leestekens na elkaar.

            Tot zover is er meestal geen probleem. Maar nu de volgende zin: ‘Ik had graag wat eerder een reactie gekregen’, mailde de klant. Staat de komma hier op de juiste plaats? Het is gebruikelijk de komma na het eind-aanhalingstekens te zetten. Lastiger wordt het in zinnen waarin het citaat in tweeën is gesplitst. Er komt wel een komma voor het laatste aanhalingsteken als er in de niet-geciteerde zin ook een komma stond. ‘Ik had graag wat eerder een reactie gekregen,’ mailde de klant, ‘want dat was de afspraak.’ Als de aangehaalde tekst geen komma bevat, komt de komma weer wel na het tweede aanhalingsteken: ‘De minister’, zei het Kamerlid, ‘heeft mijn vraag nog steeds niet beantwoord.’

            Nog eentje over de komma in verband met citaten. Na een geciteerde vragende zin zetten we bij voorkeur geen komma: ‘Zou ik binnenkort een reactie kunnen ontvangen?’ vroeg de klant. Hetzelfde geldt voor het uitroepteken: ‘Ik heb u nu al drie keer gemaild!’ schreef de klant.

            Als er in een tekst, bijvoorbeeld in een roman, veel citaten voorkomen, is het voor een goed begrip aan te bevelen om bij wisseling van spreker steeds op een nieuwe regel te beginnen. Doe dat zeker als er geen naam van de geciteerde persoon voorkomt.

            Is een citaat zo lang dat het uit enkele alinea’s bestaat, zet dan het liefst alleen aan het begin en aan het eind van dat citaat een aanhalingsteken.

Ongebruikelijke betekenis

We gebruiken aanhalingstekens niet alleen om woorden van iemand te citeren, maar ook om aan te geven dat een of meer woorden niet in de gebruikelijke betekenis worden gebruikt. Een voorbeeld: Elektronische sigaretten zijn ‘beter’ dan gewone sigaretten. Het is duidelijk dat de schrijver wil aangeven dat hij niet echt beter bedoelt. Soms is het uitkijken geblazen als je aanhalingstekens gebruikt zoals in de volgende zin: Het Kamerlid zei dat hij heel verbaasd was over de ‘fraude’. Heeft het Kamerlid dit zo gezegd of gaat het om de interpretatie va de schrijver?

            Soms worden aanhalingstekens in dit verband onjuist gebruikt, bijvoorbeeld in een zin als Wij verkopen uitsluitend ‘verse’ producten. Met aanhalingstekens krijgt het woord tussen die aanhalingstekens juist een vreemde, onbedoelde betekenis.

Geen aanhalingstekens

Er zijn ook nogal wat gevallen waarin je beter geen aanhalingstekens kunt gebruiken, bijvoorbeeld bij namen van gebouwen, schepen, bedrijven, hotels en verenigingen. Trouwens, als je twijfelt of je aanhalingstekens moet gebruiken of niet, laat ze dan maar liever weg. Gebruik ze alleen als ze echt nodig zijn en de betekenis duidelijk is.

            Ook bij het weergeven van een gedachte gebruiken we meestal geen aanhalingstekens: Ik dacht: wat is dat voor onzin. Of: Dat is te mooi om waar te zijn, hoor ik u denken.

Natuurlijk is er nog veel meer over aanhalingstekens te zeggen. De volgende keer gaat het over de verschillende vormen waarin ze kunnen voorkomen, welke daarvan de voorkeur hebben en hoe ze op de computer te maken zijn.

Over de auteur

Peter van der Horst, de auteur van dit artikel, is docent Nederlands en zelfstandig tekstadviseur. Veel meer over leestekens en andere tekens is te vinden in zijn boek de Nieuwe Leestekenwijzer (390 pagina’s), dat kortgeleden bij uitgeverij Garant is verschenen. U vindt er ook in hoe al die tekens op de computer te maken zijn. Eerder schreef hij onder ander Redactiewijzer, Stijlwijzer, De Taalgids en Begrijpelijk schrijven voor iedereen.