Afbeelding

Bij een dialoog moet je natuurlijk op de inhoud en de betekenis letten, maar net zo belangrijk is de vorm waarin je hem giet. Voor dialogen bestaat een vaste vorm op gebied van leestekens en witregels. In dit vertelt Miriam Wesselink hoe je een dialoog technisch opbouwt.
Een dialoog is het uitwisselen van zinnen die letterlijk in je verhaal uitgesproken worden: eerst zegt de een iets, dan de ander, enzovoort. Als ik het hier heb over dialoog dan bedoel ik daarmee zo'n blok van zinnen die door de personages, de gesprekspartners worden uitgesproken. Als ik het heb over een dialoogzin, dan bedoel ik daarmee een zin die binnen een dialoog wordt uitgesproken. Dialoog en dialoogzinnen hebben elk hun eigen regels.
Een dialoog geef je als volgt vorm:
De zinnen van een dialoog zet je tussen aanhalingstekens. Je kunt dubbele of enkele aanhalingstekens gebruiken, dat is een kwestie van smaak. Al worden enkele aanhalingstekens vaak als rustiger en 'moderner' ervaren dan dubbele aanhalingstekens. Welke je ook kiest, voer dat dan wel consequent door.
Bij een zin binnen een zin (genest), zijn er ook aanhalingstekens binnen aanhalingstekens; die eerste worden dan dubbele:
Door Miriam Wesselink
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!