Afbeelding

Zo zorg je voor structuur in je teksten

Foto: Pexels

Zo zorg je voor structuur in je teksten

Maak opsommingen herkenbaar: daar ging het de vorige keer over. Maar zinnen kunnen op nog meer manieren te lang of onduidelijk zijn, bijvoorbeeld als er niet voldoende aandacht aan de structuur is besteed. De vorige keren ging het in verband met begrijpelijk schrijven over lange zinnen. Dat was naar aanleiding van het nieuwe boek Duidelijke taal van Peter van der Horst. De lengte van zinnen hoeft geen of weinig invloed te hebben op de begrijpelijkheid van een tekst; veel belangrijker is de samenhang, het verband tussen zinnen.


Breng structuur aan

Wat vind je van de volgende tekst?
De productie van de nieuwe artikelen moest enkele uren worden onderbroken. Een van de machines was kapotgegaan. We begrepen dat er veel op het spel stond. Er lag een belangrijke order uit Amerika. We hebben er alles aan gedaan om de storing te verhelpen.

Er komen geen fouten in voor, maar vind je het een prettig leesbare tekst? Waarschijnlijk niet. De zinnen zijn zeker niet te lang, maar het probleem is hier de samenhang van de zinnen. Als die ver te zoeken is, kunnen we niet over een goede tekst spreken. Vaak is die samenhang vrij gemakkelijk aan te brengen, namelijk door structuuraanduiders te gebruiken. Het gaat om verbindingswoorden, signaalwoorden en verwijswoorden.

Verbindingswoorden

De zinnen in het voorbeeld hebben duidelijk met elkaar te maken, maar ze hangen als los zand aan elkaar. Als we enkele verbindingswoorden aanbrengen, wordt het direct een begrijpelijker geheel:
De productie van de nieuwe artikelen moest enkele uren worden onderbroken doordat een van de machines was kapotgegaan. Aangezien er een belangrijke order uit Amerika lag, begrepen we dat er veel op het spel stond. We hebben er dan ook alles aan gedaan om de storing te verhelpen.

Signaalwoorden

Behalve met verbindingswoorden kunnen we ook met signaalwoorden het verband tussen zinnen aangeven. Ze maken duidelijk dat er bijvoorbeeld een toelichting, samenvatting of opsomming volgt. Meestal zijn het formuleringen als ten eerste, ten tweede, zoals we zagen, dus, in het bijzonder, bovendien, blijkbaar, namelijk, immers. Signaalwoorden wijzen de lezer de weg door de informatie.

Een voorbeeld:
We hebben besloten niet langer gebruik te maken van de diensten van dit bedrijf. De prijzen die het ons de laatste tijd heeft berekend, zijn buitensporig hoog. De levertijden zijn meermalen overschreden.

De lezer legt waarschijnlijk wel verband tussen de zinnen, maar feitelijk is er geen enkele samenhang. Als we signaalwoorden (namelijk en bovendien) aanbrengen, is de tekst ineens veel duidelijker:

We hebben besloten niet langer gebruik te maken van de diensten van dit bedrijf. De prijzen die het ons de laatste tijd heeft berekend, zijn namelijk buitensporig hoog. Bovendien zijn de levertijden meermalen overschreden.

Structuuraanduiders zijn heel belangrijk voor de samenhang van een tekst, maar ze moeten niet te lang op zich laten wachten. De volgende tekst uit een brochure over huursubsidie kan beter.
Huurders die ten opzichte van 2019 in 2020 een inkomensstijging of -daling verwachten van 15% of meer (de inkomensstijging als gevolg van speciale regelingen buiten beschouwing gelaten) dienen voor de berekening van de huursubsidie echter het verwachte belastbaar inkomen 2019 op te geven.

Het gaat om echter: de lezer weet pas na ruim 30 woorden dat er soms wél gevolgen zijn. Tot die tijd heeft hij waarschijnlijk ‘in zijn achterhoofd’ dat er wel echter of immers zal volgen, maar die woorden  betekenen natuurlijk niet hetzelfde.

Het kan gemakkelijk beter:
Maar huurders die ten opzichte van 2019 in 2020 een inkomensstijging of -daling verwachten van 15% of meer (de inkomensstijging als gevolg van speciale regelingen buiten beschouwing gelaten) dienen voor de berekening van de huursubsidie het verwachte belastbaar inkomen 2019 op te geven.

Verwijswoorden

De samenhang van zinnen is ook met verwijswoorden duidelijk te maken. Enkele voorbeelden: dit, dat, die, zijn, haar, hierbij, daarin. Zulke verwijswoorden zijn vooral ideaal om herhaling te voorkomen. Een voorbeeld:

Hierbij ontvangt u de nieuwe catalogus die u onlangs hebt aangevraagd. Daarin vindt u ons complete assortiment. Eentoniger zou zijn: … In de catalogus vindt u …
Het is wel belangrijk dat de lezer direct ziet waar het verwijswoord betrekking op heeft. Een onduidelijke of verkeerde verwijzing kan namelijk leiden tot misverstanden.

Een voorbeeld:
Ons bedrijf is sinds 1900 in dit prachtige pand gevestigd. Het is al zo’n 30 jaar in buitenlands bezit.
Waarschijnlijk slaat het op bedrijf, maar het is niet ondenkbaar dat het om het pand gaat. Beter zou zijn:
Ons bedrijf, dat al zo’n 30 jaar in buitenlands bezit is, is sinds 1900 in dit prachtige pand gevestigd.

Over de auteur

Peter van der Horst, de auteur van dit artikel, is docent Nederlands en zelfstandig tekstadviseur. Veel meer over het begrijpelijk schrijven van teksten vind je in zijn boek Duidelijke taal – de hoofdzaken van begrijpelijk schrijven dat kortgeleden bij uitgeverij Garant is verschenen. 141 blz. € 16,90.
Eerder schreef hij onder andere Redactiewijzer, Stijlwijzer, Taalgids en Nieuwe leestekenwijzer.