Afbeelding

In 3 stappen schrijf jij duidelijke lange en korte zinnen

Foto: Pexels

In 3 stappen schrijf jij duidelijke lange en korte zinnen

Enkele weken geleden schreef Peter van der Horst een artikel over de hoofdzaken van begrijpelijke taal. Dat was naar aanleiding van zijn nieuwe boek Duidelijke taal – de hoofdzaken van begrijpelijk schrijven. In deze en de volgende aflevering gaat het over lange zinnen. 


Als je iemand vraagt wat de grootste boosdoener is als het om (on)begrijpelijke taal gaat, krijg je vaak als antwoord: te lange zinnen. Maar dan wil ik toch meteen een misverstand uit de weg ruimen. Lange zinnen zijn namelijk niet altijd slecht voor de begrijpelijkheid.

Al tientallen jaren geleden is er onderzoek gedaan naar het begrijpelijk schrijven van teksten. Uit allerlei onderzoeken kwam onder andere naar voren wat de beste zinslengte voor bepaalde lezers zou zijn. Maar de waarde ervan blijkt toch heel betrekkelijk. Het bezwaar tegen de ontwikkelde leesbaarheidsformules is onder andere dat ze geen rekening houden met inhoud, structuur en verband tussen zinnen en met de voorkennis van de lezer.

1. Geen woorden tellen

De zinslengte is natuurlijk geen onzinnig onderwerp als het om begrijpelijkheid gaat, want de kans dat een zin niet duidelijk is, neemt toe naarmate die langer wordt. Je hoeft bij het schrijven zeker geen woorden te tellen, maar het is wel een goed idee om te streven naar een gemiddelde lengte van niet meer dan zo’n 15 woorden. Gemiddeld wil dus zeggen dat er zowel wat langere als kortere zinnen voorkomen. Vooral die afwisseling zorgt vaak voor een prettig leesbare tekst. En geef belangrijkste informatie in korte zinnen.

De volgende zin is niet zo moeilijk, maar wel aan de lange kant:
De meeste leden van de ondernemingsraad hebben een aantal bezwaren tegen de voorgestelde regeling, maar als de directie voldoende garanties geeft om grote problemen bij de uitvoering daarvan te voorkomen of op te lossen, wil de raad wel zijn goedkeuring verlenen.

Een eenvoudige manier om zo’n lange zin te voorkomen is een nieuwe zin te beginnen bij een voegwoord:
De meeste leden van de ondernemingsraad hebben een aantal bezwaren tegen de voorgestelde regeling. Maar als de directie voldoende garanties geeft om grote problemen bij de uitvoering daarvan te voorkomen of op te lossen, wil de raad wel zijn goedkeuring verlenen.

Nog een misverstand rechtzetten: er is niets op tegen om een zin met een voegwoord te beginnen. Als een wat langere zin volgepropt is met gegevens zal die niet goed leesbaar zijn: 
Bij de voorraadwaardering hanteren we in de financiële verslaggeving al vele jaren het zogenaamde FIFO-systeem (First In First Out), dat inhoudt dat bij de berekening van de waarde van de commerciële olievoorraden (die meestal voldoende zijn voor z’n twee maanden), ervan wordt uitgegaan dat de oudste voorraden het eerst worden verkocht.

Een eenvoudige verbetering (splitsing bij dat):
Bij de voorraadwaardering hanteren we in de financiële verslaggeving al vele jaren het zogenaamde FIFO-systeem (First In First Out). Dat systeem houdt in dat bij de berekening van de waarde van de commerciële olievoorraden (die meestal voldoende zijn voor z’n twee maanden), ervan wordt uitgegaan dat de oudste voorraden het eerst worden verkocht.

2. Let op structuur

En dan de structuur van een zin. Soms is een zin niet zo lang en staat er niet veel informatie in, maar is die toch niet zo duidelijk:
’s Morgens worden alle kamers waarin degenen die aan het feest hadden deelgenomen hebben geslapen, schoongemaakt.

De zin is moeizaam omdat er te veel informatie staat tussen twee delen die bij elkaar horen. De hoofdzin ’s Morgens worden alle kamers schoongemaakt wordt onderbroken door de bijzin waarin degenen hebben geslapen. En deze bijzin wordt op zijn beurt weer onderbroken door de bijzin die aan het feest hadden deelgenomen.
    Beter: ’s Morgens worden alle kamers schoongemaakt waarin degenen hebben geslapen die aan het feest hebben deelgenomen. De deelzinnen staan nu niet in maar naast de hoofdzin. Zo wordt de informatie in een logische vorm aangeboden.

3. Niet te kort

Maak je zinnen vooral niet te kort. Een voorbeeld:
We worden ons steeds meer bewust van het belang van een goede gezondheid. Beseffen ook dat een goede conditie niet vanzelf komt. Dat we er iets voor moeten doen. En dus bewegen we. Zien we erop toe dat we aan onze uurtjes slaap komen. Letten wat meer op wat we eten.

Deze zinnen lezen niet prettig: het is een stoterig geheel, zonder samenhang. Beter dan deze reclameachtige tekst is bijvoorbeeld:
We worden ons steeds meer bewust van het belang van een goede gezondheid. En we beseffen ook dat een goede conditie niet vanzelf komt. We moeten daar iets voor doen. Daarom zorgen we dat we voldoende beweging krijgen en dat we aan onze uurtjes slaap komen. Bovendien letten we wat meer op wat we eten.

Over de auteur

Peter van der Horst, de auteur van dit artikel, is docent Nederlands en zelfstandig tekstadviseur. Veel meer over begrijpelijke taal is te vinden in zijn boek Duidelijke taal – de hoofdzaken van begrijpelijk schrijven dat kort geleden bij uitgeverij Garant is verschenen. 141 blz., € 16,90.
Eerder schreef hij onder andere Redactiewijzer, Stijlwijzer, Taalgids en Nieuwe leestekenwijzer.
 

Techniek