Zo weet je wanneer je klaar bent om te beginnen aan je verhaal

Je hebt een verhaalidee, maar twijfelt of het goed genoeg is. Of je bent er juist enthousiast over, maar weet niet hoe je er een verhaal van maakt. Je werkt je setting of je personages eindeloos uit en weet niet wanneer het allemaal goed genoeg is om te starten met schrijven. Of je begint al met schrijven en loopt telkens vast. Komen deze problemen je bekend voor? Wanneer je deze 4 dingen doet, ben je klaar om met het schrijven te beginnen.

1. Je kunt je idee specifieker aanvullen

Het is handig om meer in je hoofd te hebben dan een algemeen idee. Een idee is een superkorte samenvatting van waar het verhaal over gaat: 'Katten zoeken de heilige garnaal', 'Sneeuwwitje vanuit het perspectief van de dwergen' of 'Een land waar muziek verboden is'. Er zijn geen goede of slechte ideeën, want ieder idee kan op veel verschillende manieren worden uitgewerkt.

Kijk verder dan het idee: wat maakt jouw verhaal specifieker? Schrijf je in een luchtige, grappige toon, of juist met een heftig of duister tintje? Schrijf je over de rebel die stiekem een bandje opzet in het muziekloze land, of schrijf je vanuit de koningin die alle emotionele liederen niet meer aan kon horen?

Bedenk dus een paar specifieke plotpunten die je wilt schrijven. Denk niet alleen aan centrale plotpunten zoals de inciting incident of een grote twist, maar vooral ook kleine scènes: een ontmoeting, een grappig stuk dialoog, of een verraderlijke vergissing.

2. Je dagdroomt over je verhaal

Zit je telkens te dagdromen over je verhaal? Dan is dat een goed teken: je hebt al plezier in je verhaal voordat je eraan begint. Het dagdromen kun je aansturen met inspirerende activiteiten: brainstormen, tekenen, wandelen, of het verzamelen van muziek of beelden die je aan je verhaal doen denken.

3. Je weet al iets over je hoofdpersonage

Als je begint met schrijven, helpt het om al enkele dingen te weten over het hoofdpersonage. Zijn algemene persoonlijkheid en manier van denken ('voice' en wereldbeeld) zijn een goede basis, aangevuld met een doel of een slechte karaktertrek die een grote rol gaat spelen. Heb je behoefte aan iets uitgebreiders, dan kun je meer details invullen: denk aan onbewuste wensen, sterke en zwakke trekken, achtergrondverhaal en emotionele reacties. Eventueel kun je hiervoor een karakterformulier gebruiken. Wees in dit geval wel op je hoede dat je je niet verliest in de details: focus je vooral op het 'hoe' en 'waarom'.

4. Je hebt de voorbereiding gedaan die bij jouw schrijfproces past

Sommige schrijvers plannen van tevoren wat er in ieder hoofdstuk gaat gebeuren; andere laten het verhaal spontaan voortvloeien zonder de afloop te weten. Kijk welke hoeveelheid voorbereiding bij jou past: maak je een samenvatting van je verhaal, bedenk je alleen enkele scènes en plotpunten die je wilt verwerken, of begin je liever gelijk met schrijven? Wil je al schrijvend jouw verhaal ontdekken, maar zit je vast in het begin? Schrijf dan een andere scène: ook als hij uiteindelijk niet in het verhaal terechtkomt, is het een goede oefening om ideeën voor je verhaal op te wekken en je personages te leren kennen.

Ook het opwekken van inspiratie hoort bij jouw voorbereiding. Laat je schrijfomgeving hieraan meewerken. Sta vroeg op om rustig aan je bureau te kunnen zitten, of zet een schrijfplaylist aan op je koptelefoon terwijl je in de drukke trein van het uitzicht geniet. Wil je in de ochtend schrijven, maar ben je geen ochtendmens? Doe dan eerst iets korts waar je wakkerder van wordt, zoals een douche of een kop koffie.