Afbeelding
Sherlock Holmes (r) en John H. Watson. Illustratie door Sidney Paget
Sherlock Holmes (r) en John H. Watson. Illustratie door Sidney Paget
Een bijpersonage dat een sterke indruk achterlaat is bijna even belangrijk als de protagonist. Hij vult de ander aan, levert spanning en conflict en kan voor ontwikkelingen in de plot zorgen. Maar hoe zet je een bijpersonage zo neer dat hij niet te veel aandacht van de hoofdpersoon trekt?
Er bestaan verschillende soorten bijpersonages. Eén daarvan neemt een aanvullende rol in, namelijk de rechterhand of het hulpje. Hierbij wordt al snel gedacht aan superhelden, zoals Robin het hulpje van Batman is, maar in romans zijn rechterhanden ook vaak aanwezig. Een goed voorbeeld is John H. Watson, de vriend van Sherlock Holmes.
Meestal hebben dergelijke bijpersonages karaktertrekken die afwijken van de hoofdpersoon. Dit kan zorgen voor humor (Holmes die slimmer lijkt door Watsons vragen) of voor conflict (de rebelse natuur van Robin tegenover de zelfdiscipline van Batman). Begin bij het ontwikkelen van een bijpersonage dat als rechterhand dient dus bij de karaktertrekken van jouw hoofdpersoon. Zet ze tegenover elkaar en bouw daar op door.
Een ander soort bijpersonage is degene die dient als obstakel of ergernis. Let wel, dit is niet de antagonist, maar een personage dat een aanvullend conflict en spanning levert door de hoofdpersoon dwars te bomen. Denk hierbij aan het politiehoofd dat een politieman telkens op zijn vingers tikt, of een overbeschermende moeder. Het laatste geval biedt een extra plotlaag: de moeder valt de hoofdpersoon lastig in zijn missie, maar brengt ook een mate van emotie mee en dient in sommige gevallen als voorbode.
De functie van een tegenstander is het ergeren en dwarsbomen van de hoofdpersoon. Bepaal bij het verzinnen van een dergelijk personage dus wat de zwakke punten van jouw hoofdpersoon zijn, zodat de tegenstander daar op in kan spelen. Dit levert kansen voor jou als schrijver op om de positieve dan wel negatieve karaktertrekken van het hoofdpersonage naar voren te brengen.
Een ondersteunend bijpersonage is in feite een combinatie van de linkerhand en de rechterhand. Dit zijn de personages die het leven van de hoofdpersoon illustreren. Denk aan een zus, de kinderen, een goede vriend op het werk, de vriendelijke zwerver waar de protagonist elke dag een praatje mee maakt. Ondersteunende bijpersonages kunnen een belangrijke rol gaan spelen in de plot, al betekent dit wel dat ze uitgediept moeten worden om hen realistisch te maken.
Als een ondersteunend bijpersonage een grote rol gaat spelen (een kind dat ontvoerd wordt, de vriend die het leven van de hoofdpersoon redt), dan zal zijn leven een rol gaan spelen in de plot. Houd er rekening mee dat de lezer verwacht meer over hem te weten te komen, anders voelt de bijdrage van dat personage als toeval aan. Zorg dus dat hij later in het verhaal nog een (onverwachte) rol kan spelen. Vestig daarbij niet te veel aandacht op hem, maar maak hem ook niet zo onbelangrijk dat je hem kunt schrappen.
Uiteindelijk gaat het allemaal om de keuze of een bijpersonage belangrijk is voor de plot. Beslis welke personages belangrijk genoeg zijn voor een naam en welke details je aan ze toekent. Zodra alle bijpersonages op hun plek staan, kan de protagonist zijn of haar verhaal beleven. Voegt een bijpersonage niks toe aan de plot, dan moet je hem schrappen.
Door: Reinoud Schaatsbergen
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!