Afbeelding

Jong stel wandelen door de stad

Trinity Kubassek via Pexels

Drie mogelijke lagen in een dialoog

Met een dialoog kan je personage heel veel dingen zeggen. Soms is wat gezegd wordt recht voor zijn raap, soms houdt je held iets geheim en soms kom je op het punt dat niets zeggen meer zegt dan duizend woorden. Deze lagen van een dialoog kan je gebruiken om je tekst de juiste toon en kleur te geven.  

Buitenkant, binnenkant, verborgen laag

Net als een personage heeft een dialoog drie lagen.
De buitenkant is het spreekwoordelijke open boek: er wordt gezegd wat er wordt bedoeld, zonder dat er iets achter zit of je personage iets probeert te verbergen.
De binnenkant is: “Ik zeg iets, maar iets anders zeg ik ook (niet).” Er zijn meerdere interpretaties of een groter doel in het spel.
De verborgen laag is ‘binnenkant 2.0’. Er wordt iets ook (niet) gezegd, maar de lezer kan hierbij aanvoelen: ‘iets klopt er niet’ of ‘hier zijn we nog vele scènes mee zoet’. Deze dialoog staat niet op zichzelf, maar wordt een puzzelstukje van een plottwist of is de eerste beat van een plotlijn waarin bijvoorbeeld een groot geheim wordt onthuld.

Dit tipartikel heeft ter verduidelijking een casus. De vraag: vindt Maartje Stijn leuk?

De buitenkant: ongecompliceerd

“Maartje, vertel eens: vind je Stijn leuk?”
“Leuk? Ik vind hem een absolute hunk! Heb je zijn wasbordje gezien? En hij is zo attent!”
Of:
“Uhm, eerlijk gezegd wel...”

Lekker duidelijk, hè?  

De buitenkant heeft geen vaststaande sfeer of toon. Van vrolijk tot woedend en alles ertussenin. Misschien denkt je personage er nog iets achteraan. In het tweede voorbeeld bijvoorbeeld: betrapt!
Maar zolang de dialoog er niet van verandert, is de buitenkantlaag in het spel. Of Maartje ‘betrapt!’ denkt of niet, is onbelangrijk. Ze zou zelfs kunnen zeggen: “En wat dan nog?” omdat deze dialoog enkel gaat over het eenduidige antwoord op de vraag van haar gesprekspartner. 

De binnenkant: de extra tekst

In een goede dialoog wordt er veel niet uitgesproken. Daarom gebruik je de binnenkantlaag het meest, omdat het een pageturner-effect teweegbrengt. Wat is er aan de hand en wat gaat er nog meer gebeuren?

“Hé Maartje, Stijn kan goed zoenen hè?”
Deze zin alleen al kan betekenen:

  • Eens kijken of ze hapt.
  • Zou ze dat inderdaad weten?
  • Raad je me aan om hem ook eens te versieren?

De context van het verhaal vertelt wat er precies speelt, maar dit is niet alleen maar een verwachting van een ja of nee. Want is het echt interessant hoe goed iemand zoent? Waarschijnlijk wil de spreker liever weten wat er al dan niet is gebeurd, wat de onderlinge relatie is tussen Maartje en Stijn, of wat diens eigenbelang hierbij is.

  • “Hij zoende me wel héél lang.”
  • Vond Maartje dat fijn?
  • Vond ze Stijn wanhopig overkomen?
  • Had Maartje meer initiatief verwacht in een stap verder gaan?


Zo kan je een dialoog een eindeloze binnenkantlaag geven. Schrijf af en toe wel een buitenkantlaag om te voorkomen dat een simpele dialoog een complete detective wordt.  

De verborgen laag: een (extra) plot

Een verborgen laag heeft een inleidende scène nodig, of de lezer moet een cruciaal detail weten. Bij deze laag komt de wereld van het personage op zijn kop te staan. Negen van de tien keer krijgt lichaamstaal hier de overhand, omdat woorden tekortschieten of te veel verraden. Daarna volgt vaak een fikse plotwending.  

Maartje zoende gisteren met Stijn, vlak voor hij verongelukte:
“Vertel eens over deze zoenkampioen…”
Zonder het te beseffen, gleed Maartjes vinger over haar lippen. Even later begonnen die te trillen en holde ze de kamer uit.

Maartje doet alsof ze Stijn leuk vindt, als afleidend toneelstukje om de moord op de gesprekspartner te verdoezelen die zij en Stijn aan het beramen zijn:
“Enne… heb je zijn bed al kunnen inspecteren?”
Er trok een zenuwachtig spiertje bij Maartjes kaak. Mooi, onder het mom van de eerste zenuwen van nieuwe vlinders zou dat niet opvallen.

Kijk goed naar het doel van je scène en je dialoog, kies de juiste laag en hij is gegarandeerd interessant.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.