Afbeelding
ELEVATE via Pexels
ELEVATE via Pexels
Een goede dialoog neemt je lezer helemaal mee in het verhaal. Een slechte dialoog haalt je lezer er helemaal uit. Een van de doodsteken van een dialoog is het verschijnsel dat bekend staat als ‘As you know, Bob’. Daarin wordt omwille van de uitleg aan de lezer iets besproken, wat zo onnatuurlijk klinkt dat je hele verhaal een lachertje kan worden. Hoe ziet dat er precies uit en hoe kan je dit gesprek met ‘Bob’ voorkomen?
‘As you know Bob’ kan je samenvatten als: personages hebben weet van de lezer als een toeschouwer van hun leven die geïnformeerd moet worden. Want waarom zouden ze dit anders zeggen?
Dat ‘dit’ is iets wat nieuwe informatie is voor de lezer. Maar de personages vergeten deze informatie pas als ze een zodanige klap op het hoofd krijgen dat ze hun hele leven vergeten zijn.
Voorbeelden:
Vragen om een ‘as you know Bob’ te voorkomen
Een vuistregel is dat een dialoog al heel wat ‘As you know Bob’ af is als je onthoudt dat informatie delen nooit belangrijker is dan een plot op een natuurlijke manier aan de gang te houden. Om dat te controleren kan je jezelf een paar vragen stellen:
Is het belangrijk dat de lezer op exact dit moment weet dat:
* de personages familieleden zijn, als ze elkaar bij binnenkomst begroeten?
Of kan je de erfenis die tijdens het kerstdiner ter sprake komt, dat duidelijk maken? Dan heb je meteen een spanningsboog.
* De vriend naar het ziekenhuis en de zieke broer gaat?
Wat moet de spanning van deze scène maken? De zieke broer, het feit dat de vriend nu niet beschikbaar is voor je protagonist, het feit dat de vriend iets halsoverkop gaat doen, waardoor hij iets vergeet te doen, dat later belangrijk is voor het plot…?
Kortom: wat maakt dat de gesprekspartner van Bob dit zou zo uitleggen? Waarschijnlijk is er iets ernstigers of anders aan de hand dat zich niet leent voor letterlijke uitleg, als je er wat langer over nadenkt. Zelfs als dit personage er ‘gewoon’ wil zijn voor zijn zieke broer, dan kan het alsnog anders:
“Ik wil er nu zijn voor Jeroen, dus ik ben naar het ziekenhuis.” Punt. Dan is de echte uitleg aan de lezer er al van af. Dat brengt ons bij vraag twee:
Idealiter schrijf je zo dat de lezer geïnteresseerd blijft, ook al weet hij de details van ‘dit’ niet. Een ‘as you know Bob’ vertelt meestal iets dat in het grote geheel geen verschil maakt, als er sprake zou zijn van een net iets ander detail, of wanneer de lezer dat detail niet weet.
Of je personage het broertje of de oom lang niet gezien heeft, maakt geen verschil meer als er later om een erfenis wordt gevochten. En of Jeroen nu lijdt aan kanker of hartfalen, en of hij nu een vriend of een broer is: iedereen snapt dat je als het niet goed met iemand gaat, je een bezoek wil brengen.
Je kan de kans op een ‘As you know Bob’ verminderen door goed te kijken of informatie in het hier en nu en de details daarvan een verschil maken. Vaak is dat niet zo. Dat maakt het schrappen van deze draak van een dialoog al een stuk makkelijker.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de Ondernemersschool. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!