Zo gaan dialoog en lichaamstaal samen

Met een dialoog kan je personage heel veel dingen zeggen. Maar met lichaamstaal minstens net zo veel. Zo kan je die aspecten combineren om het meeste uit je tekst te halen.

Personages hebben nuances nodig

Als mensen beginnen met praten, kunnen ze soms hun hele hart uitstorten. Zonder enige vorm van rem. Personages kunnen dat niet: ga drie pagina’s door over hoe ellendig of leuk die persoon is of praat even lang over het revalidatieproces van de kat van de buren en je bent de lezer kwijt. Daarom zijn dialogen van zichzelf al een stuk kort en bondiger dan ‘echte mensentaal’.
Maar niet alleen hebben de personages een soort rem nodig, ze moeten ook meer zeggen dan ze bedoelen. Dat is nodig voor de nuance van een spanningsboog. Lichaamstaal kan daarbij de gulden middenweg geven die je zoekt.

Met de haren spelen of wegkijken

Waar denk je aan bij het lezen van deze kop? Het kan van alles en nog wat zijn. Verlegenheid, flirten, schaamte… En het kan gaan over een stelletje, een kind dat een standje krijgt, iemand die vernederd wordt in het bijzijn van de baas… Maar wat het ook is, twee dingen zijn zeker:

  • Het is geen blijheid van een tien op een tienpuntenschaal
  • Er is geen uitgesproken woord voor als je het door een personage laat zeggen

In het eerste geval kan lichaamstaal zonder woorden communiceren hoe het personage zich voelt. Dat leest sowieso al wat fijner dan het geforceerde: 'Ik voel me zo…' In het tweede geval kan er wel een woord zijn dat het ondersteund, zoals ‘tja’ of ‘uh’, maar de duidelijkste boodschap zit hem in de bewegingen en de lichaamstaal.

Acties spreken ook boekdelen

Mensen die ongeduldig met hun vingers op tafel trommelen, veel rondkijken als ze een ruimte binnenkomen, aarzelend een hand schudden of juist een ferme handdruk geven… Lichaamstaal zit hem ook met enige regelmaat in wat je grotere ‘acties’ zou kunnen noemen. Kijk dus niet alleen maar naar of iemand met een rechte rug of juist onderuitgezakt in een stoel zit als je naar lichaamstaal kijkt om over te kunnen schrijven.
Want zo kan je een dialoog niet alleen laten spreken zonder alles vol te moeten praten. Je kan hem ook letterlijk wat dynamischer maken als iemand tijdens een gesprek niet stilzit. Letterlijk, maar ook figuurlijk, door tussendoor nog iets anders op te merken aan de ander of aan de omgeving. Laat de blik bijvoorbeeld afdwalen naar een mooi schilderij. Wie weet wat dat later in het verhaal nog voor rol kan spelen.

Staat lichaamstaal op zichzelf?

Lichaamstaal, groot of klein in vorm, kan een fijne manier zijn om te laten zien wat het personage vindt of hoe het zich voelt. Maar waak voor de valkuil dat je lichaamstaal ook te veel over een kam kan scheren. ‘O, hij kijkt weg, dus hij is verlegen.’  Nee, dat is een eerste aanname. Maar je kan ook oogcontact verbreken omdat je je schaamt, woedend bent, je gevoelens niet wil verraden met je blik, noem maar op. Lichaamstaal werkt als een show, don’t tell, maar dan wel eentje die context nodig heeft om überhaupt te kunnen werken. Dat is waar de gesproken tekst de inleiding of aanvulling voor kan geven.

Gebruik van lichaamstaal in een dialoog

Probeer niet te veel te wisselen tussen spraak en lichaamstaal. Lichaamstaal zegt doorgaans zodanig veel – mits goed omschreven – dat het inderdaad meer zegt dan een handvol woorden. Als je lichaamstaal gebruikt, gebruik het dan als een soort climax. Als je een bepaald moment in de dialoog een zekere zwaarte wil geven is het een goede manier om je een aantal regels aan tekst te besparen, met een indrukwekkender effect.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.