Afbeelding

Jong stel wandelen door de stad

Trinity Kubassek via Pexels

Zo ga je om met subtekst in een dialoog

Een dialoog is veel meer dan personages die kletsen of praten: het moet je méér vertellen over de personages en hun motieven. Daar komt subtekst om de hoek kijken.

De noodzaak van subtekst in een dialoog

Mensen moeten in gesprekken vroeg of laat direct zijn, om zeker te weten dat ze begrepen worden. In het echte leven weten we niet waar ons ‘verhaal’ naartoe gaat, wat er wel of niet gaat gebeuren, hoe anderen exact gaan reageren (op ons). Het leven is wispelturig en onvoorspelbaar, maar een boek kan dat niet zijn: het moet structuur hebben met een spanningsopbouw, akten… Dat is een van de reden dat een dialoog veel subtekst moet hebben.

“Ik haat jou.”
“Ik jou ook.”
Over wie gaat dit? Waarom haten deze personages elkaar?
“Omdat jij mijn kat hebt pijn gedaan.”
“Jij hebt anders mijn kind verwaarloosd tijdens het oppassen!”

Voor een korte scène of bij een climax kan dit prima werken. Maar stel je eens voor dat iedere dialoog zo direct en zo oppervlakkig is. Dat rammelt aan iedere basis van goed schrijven. Het is tell, geen show, je leert de personages niet kennen, tenzij je een stortvloed aan infodump toevoegt, het wordt cliché, noem maar op.

Daarom moet je kijken naar een manier waarop het personage iets indirect kan duidelijk maken. En het liefst ook nog iets over het verhaal, andere personages of het verhaalthema kan vertellen. Uiteraard zonder dat het opvalt. 

Verstop een ‘ik wil’ in een dialoog

Een tienerstel is elkaar aan het versieren.
“Vind je me mooi?” vraagt Meisje.
“Anders zou ik dit weekend niet met je naar bed willen,” aldus Jongen.  

Gebrek aan romantiek terzijde, dit leest dus veel te direct op de lange duur. Schrijf als referentie op wat je als schrijver of het personage met dit gesprek willen bereiken, maar niet hardop zegt. Meisje wil horen hoe mooi ze is, Jongen wil duidelijk maken hoe hij uitkijkt naar het weekend, wanneer de ouders niet thuis zijn.

Dat levert iets op als:

“Ik denk eraan om mijn haren te krullen.”
“Wat een leuk idee!”
“Met steil haar voel ik me zo gewoontjes.”
“Heb je met Barbara gepraat? Díe is gewoontjes, maar ze heeft jouw lach, wangen en benen niet, ook al zijn haar krullen dan mooi.”
“Vind je mijn wangen echt zo mooi?”
Jongen buigt voorover om Meisjes wang te strelen.
“Wacht maar eens af hoe ik dit weekend jouw wangen en steile haar ga strelen. Je ouders zouden door het lint gaan als ze dat zouden zien…”
“Die zien niets vanuit Frankrijk, hoor…”

Op deze manier kun je eindeloos variëren met informatie vrijgeven of achterhouden, een verhaalthema verder uitdiepen, of andere personages en hun onderlinge relaties of heldenreizen verder uitwerken.

Neem Barbara. Of ze nu een zus, tante, of het coolste meisje van de klas is, zonder het letterlijk te hoeven zeggen, weet je nu dat Meisje gevoelig is voor bepaalde meningen van anderen, onzeker over haar uiterlijk en/of graag gevleid wordt.

Als ze letterlijk zegt:
“Ik wil dat je me versiert, of Barbara voor me zwartmaakt, want ik krijg graag complimentjes/ zit vol hormonen/ ben onzeker/ weet niet wat ik met mezelf aan moet.”
En daarbij ook nog:
“En ik weet dat je verliefd op me bent, dus ik gebruik mijn krullenvraag om zeer waarschijnlijk precies te krijgen wat ik van je verlang.”

werkt dat niet.  Zie je het effect van de subtekst, als je dit vergelijkt met elkaar?

Een dialoog met subtekst laat personages realistisch aanvoelen en je op een vlotte manier andere personages en plotpunten introduceren, zonder complete scènes aan de gedachten van je personage te hoeven besteden.

Kijk dus goed naar wat jij als schrijver of een personage nog méér wil zeggen of duidelijk maken en je dialogen worden vlot en rijk. Zowel qua informatieverschaffing als de leesbeleving.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de Ondernemersschool. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen