Drie gouden observatietips

Zeg schrijver en je zegt pen. Maar een schrijver kan ook niet zonder opschrijfboekje om allerlei verhaalideeën in te noteren. Ideeën voor een plot bijvoorbeeld, maar je kan er zelfs kleine voorwerpen inplakken. Er zijn wat dat betreft geen regels. Als het je maar inspiratie geeft. Deze tips voor je opschrijfboekje kunnen je niet alleen inspiratie geven, maar ook beter leren schrijven. 


1. Kies een kleur om op te speuren

In je dagelijkse leven zie je bepaalde dingen steeds opnieuw terugkomen. Dezelfde auto voor de deur, dezelfde meubels in je huis. Daardoor raak je in een soort ‘sleur van observatie’. Je let niet meer op bepaalde details of kenmerken en daardoor let je niet meer op wat je nu eigenlijk ziet. Het is belangrijk dat je je observatievermogen scherp houdt: hoe wil je anders een fictieve wereld boeiend omschrijven? Deze oefening kan je helpen om goed te blijven observeren: 

Kies een kleur uit en schrijf gedurende de dag alles op wat je ziet met die kleur. Dit kun je het beste doen op een dag dat je thuis bent. Omdat je in de vertrouwde omgeving bent, zie er je niets speciaals meer aan. Totdat je ineens beseft hoeveel rode dingen je in huis hebt. Je had toch niets roods in huis? Jawel: er liggen rode appels in de fruitschaal en de chipszak in de kast is ook rood. 
Je kan deze oefening natuurlijk ook doen met vormen of materialen.


2. Noteer details van gezichtsuitdrukkingen

Bij de schrijftechniek show, don’t tell omschrijf je dingen en emoties. Zo schrijf je: de tranen lopen over mijn wangen in plaats van: ik ben verdrietig. Zodra je met emoties te maken krijgt die minder makkelijk te omschrijven zijn, kan dit soms leiden tot een kleine writersblock. Hoe kijkt iemand die teleurgesteld is eigenlijk? De mondhoeken gaan wat naar beneden of de ogen worden groot. Train jezelf in het opschrijven van de kleine details en veranderingen die je ziet in verschillende gezichtsuitdrukkingen. Op de lange termijn scheelt dat een writersblock als je emoties gaat omschrijven. 

3. Schrijf kleine, lieve gebaren op

Een verhaal gaat over je hoofdpersoon, ook wel de held genoemd. Soms kan het lijken alsof je held veel gemeen moet hebben met een superheld: hij moet superkrachten hebben, overal de beste in zijn en alleen grootse gebaren en acties uitvoeren. Dat is niet zo: dan krijg je een Mary Sue-personage. Maar als je de goedheid of vrolijkheid van een personage beter niet kan portretteren door die dertig uur per week vrijwilligerswerk te doen, hoe doe je dat dan subtieler? 

Schrijf kleine, lieve gebaren op die je elke dag ziet. Die zijn er meer dan genoeg. Net als dat het geval is bij de kleuren in de eerste tip, zijn ze zo vanzelfsprekend dat ze niet meer opvallen. Heb je een opzetje nodig? Denk eens aan: 

•    Iemand verrassen met een klein cadeautje of een kaartje
•    Een kind een high-five geven
•    Een complimentje geven
•    Boodschappen doen voor een zieke vriend
•    Iemand opbellen als je weet dat diegene eenzaam is

Over de auteur 

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven.