Afbeelding

Schrijfoefening: verras de lezer!

Pixabay.com

Schrijfoefening: verras de lezer!

Omwentelingen, plottwists en andere verrassingen maken jouw verhaal verfrissend om te lezen. In deze schrijfopdrachten spelen verrassingen een belangrijke rol.


Opdracht 1

Schrijf een kort verhaal (300-2500 woorden) waarin een omkeerpunt centraal staat. Je verhaal bevat twee belangrijke personages die een specifieke relatie met elkaar hebben: dit kan van alles zijn, van aartsvijanden tot oma en kleinzoon. Het ene personage leidt een succesvol en gelukkig leven; met het andere personage gaat het juist erg slecht. Dan vindt een gebeurtenis plaats waardoor de situaties omkeren: plotseling valt het gelukkige personage in ongeluk, terwijl het ongelukkige personage het licht ziet.

Opdracht 2

Humor en horror maken beide veelvuldig gebruik van verrassingen. Hier kun je op inspelen door de twee genres te combineren. Schrijf een kort of ultrakort verhaal (50-700 woorden) waarin je kiest uit de volgende twee opties:

  1. Je schept een spannende sfeer en bouwt op naar een groot horrormoment. Op het einde blijkt er in plaats van iets griezeligs, iets grappigs of alledaags aan de hand te zijn. Je eindigt dus met humor in plaats van horror.
  2. Je schept een humoristische sfeer, waarin het lijkt alsof je opbouwt naar een punchline of een hilarisch moment. Op het laatste moment kom je aanzetten met een griezelige twist die het hele verhaal verduistert.

Gebruik bij deze opdracht foreshadowing als middel om de lezer te misleiden. Geef bijvoorbeeld hints met een dubbele betekenis, waardoor het lijkt alsof ze op één ding wijzen en het toch iets anders blijkt. Gebruik hiervoor géén vage taal: het is de bedoeling dat de lezer denkt te weten wat er aan de hand is, niet dat hij in de war blijft tot hij de twist leest.

Opdracht 3

Natuurlijk hoef je niet van horror naar humor te wisselen (of omgekeerd) om een onverwachte twist te schrijven. Schrijf nu een verhaal waarin de toon ongeveer hetzelfde blijft. Schep sfeer en schets een beeld van een bijzondere of juist alledaagse situatie. Bouw dan op naar een climax door met aanwijzingen te strooien en de emotie in je schrijfstijl steeds intenser te maken. Zorg ervoor dat je lezer weet dat er iets engs (of juist iets leuks, iets grappigs, iets droevigs) gaat gebeuren, maar weet hem alsnog te misleiden. De taart beweegt en lijkt om te gaan vallen, maar dan springen er muizen uit. In plaats van op een lijk stuit Marie op een moordenaar. En de vader van het jongetje is niet teleurgesteld omdat hij met vieze kleren thuiskomt, maar om zijn slechte cijfers.