Afbeelding
Pixabay
Pixabay
De skeletten zijn weer uit de kast, de pompoenen hebben een gemeen gezicht en we verkleden ons als vampier of zombie: we naderen het einde van Spooktober en Halloween staat opnieuw weer voor de deur. Geen beter moment dus om eens een goed griezelverhaal of tandenknarsende thriller te schrijven! Deze keer bespreken we voor het schrijfwoordenboek hoe jij de sfeer zo kan gebruiken dat je lezers tijdens Halloween geen oog meer dicht doen in bed!
Het schrijven van een goede sfeer in je verhaal is een heel belangrijk element om je lezer emotioneel te binden aan het boek dat hij of zij leest. Sfeer, ook bekend als atmosfeer, is “de stemming die ergens heerst,” aldus het van Dale woordenboek. Je kan deze stemming het beste vormgeven door deze vooral tastbaar te maken. Een mens neemt de wereld waar met behulp van vijf zintuigen: voelen, ruiken, proeven, horen en zien. Als je een goede sfeer wilt neerzetten zorg je ervoor dat elk zintuig aan bod komt. Een voorbeeld: Jan kwam de keuken binnen. Hij rook de zoete geur van verse appels en keek nieuwsgierig rond. Zijn blikt stopt bij de oven: een prachtige goudbruine taart stond daar te bakken. Enthousiast keek hij door het raampje naar binnen. Hij voelde de warme lucht op zijn voorhoofd en hoorde hoe de taart zachtjes aan het knetteren was.
Hoe meer tijd je spendeert aan het vormen van de sfeer, hoe sterker deze zal worden. Probeer niet alle sfeer in één moment te scheppen, maar laat het langzaam opkomen. Dit is vooral belangrijk als je horror en thrillers wilt schrijven. Als je eenmaal een sfeer hebt neergezet, kan je hiermee spelen. Als je een griezelverhaal wilt schrijven is het schrijven van sfeer een van de belangrijkste dingen die je kan doen.
Wat verder ook heel goed werkt voor horror is het gebruiken van hints, ook wel foreshadowing genoemd. Als je dit combineert met het gebruik van absurde elementen krijg je uiteindelijk een bloedstollend verhaal. Als je bovenstaand verhaaltje dus graag zou willen veranderen naar horror zou je bijvoorbeeld iets zoals dit kunnen doen: Terwijl Jan door de ovendeur aan het kijken was vroeg hij zich af waarom de appeltaart aan het knetteren was. Toen viel zijn oog op een bloedrode druppel die langs de buitenkant van de bakvorm naar beneden liep. Achter zich hoorde hij geklik: het herkenbare geluid van hakken op hard laminaat. “Hey Jan, was je al thuis?” Het was niet zijn vrouw Greetje.
Door de lezer ruimte te bieden en niet alle vragen meteen te beantwoorden zorg je ervoor dat hij of zij de ruimte heeft om zelf in te vullen wat er aan de hand kan zijn. Wie staat er achter Jan? Of nog griezeliger: Wát staat er achter Jan? Als je graag meer wilt weten over foreshadowing, kijk dan eens hier.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.