Dramatische ironie

Als je lezer meer weet dan je personages in je boek, bijvoorbeeld wie de dader is, dan wordt dat dramatische ironie genoemd. Die voorsprong in informatie geeft geen verlies van spanning, integendeel; want als je als lezer weet dat je protagonist argeloos naar een geheime afspraak met de vuige slechterik gaat, of als hij in een verlaten huis nietsvermoedend in de kelder afdaalt waar het monster hem opwacht, heb je de neiging: Néé, niet doen! – te roepen.


Dramatische ironie kan heel veel bijdragen aan de spanning in je boek en de betrokkenheid van je lezer, en dat is niet beperkt tot thrillers en dergelijke. Het kan op veel manieren en in vrijwel elk genre worden toegepast.

Dit schrijfgereedschap werkt alleen als je lezer sympathie heeft voor de personages in kwestie. Hoe meer je lezer van ze houdt, hoe spannender het wordt als er allerlei onheil dreigt voor zijn nietsvermoedende papieren vrienden – hij kan ze niet eens waarschuwen!

Typen van dramatische ironie

Hoewel dramatische ironie het meest gebruikt wordt voor het opvoeren van de spanning, kun je het ook humoristisch toepassen. Misverstanden zijn daar een goede bron voor.

Dramatische ironie kan ook tragisch zijn. Dan loopt het verhaal door de onwetendheid van je personage slecht af; als hij niet op het nippertje aan het monster in de kelder ontsnapt, als Romeo niet in de gaten heeft dat Julia niet dood is maar slaapt, en hij zelfmoord pleegt (en Julia daarna ook). Tragische ironie is vooral sterk als je lezer niet alleen meer weet dan het personage, maar ook weet dat het onherroepelijk fout zal aflopen; bijvoorbeeld als er dodelijk gif in zijn drankje is gedaan. Je lezer ziet het machteloos aankomen – maar leest toch door.

Fasen van dramatische ironie

In dramatische ironie kun je drie fasen onderscheiden: het begin, als je lezer de informatie krijgt die je personage ontbeert, vervolgens de spanning als je personage nog in onwetendheid verkeert maar dichterbij die informatie komt, en ten slotte de openbaring – ten goede of ten kwade.

Hoe lang moet de 2e fase, die blissful ignorance van je personage, in je verhaal duren? Dat is afhankelijk van het verhaal; het kan een paar minuten duren, een uur, of zelfs het hele verhaal. Wat je moet voorkomen is dat je lezer ongeduldig wordt en zijn interesse verliest; dat kan gebeuren als de dramatische ironie te weinig of te onopvallend in je verhaal aan bod komt. Je eigen tekst daarop beoordelen is altijd lastig, dus strik een meelezer om daar zijn oordeel over te geven.

Voorbeelden

Niets werkt zo verhelderend als een concreet voorbeeld, dus hier geef ik je er vier.

  • Titanic (tragische ironie) – in die film weet de kijker al van tevoren dat het schip vergaat. NB: deels is het ook een beetje humoristisch, als de passagiers vol ontzag praten over de veiligheid van het gigantische schip.
  • In de eerste Toy Story-film denkt Buzz Lightyear dat hij een echte astronaut is, maar het andere speelgoed en de kijker weten dat hij gewoon een stuk speelgoed is.
  • In The Silence of the Lambs zit tegen het einde een kanjer van spannende dramatische ironie, als Clarice bloednerveus bij de seriemoordenaar in diens kelder zonder licht rondtast, niet wetend waar de engerd zit, terwijl de kijker in de film zo nu een dan een blik door de nachtkijker van de slechterik krijgt, die Clarice steeds bijna, maar niet helemaal aanraakt.
  • In Sneeuwwitje en de zeven dwergen weet de lezer/kijker dat de heks de slechte koningin is die Sneeuwwitje een giftige appel geeft, maar Sneeuwwitje zelf weet het niet.

Ik wens je veel plezier met je dramatische ironie in je boek!

Over de auteur

Miriam Wesselink:
1. Is informatieanalist van beroep.
2. Is schrijver omdat ze schrijven heerlijk vindt.
3. Schrijft momenteel haar boek Verstrengelde Deeltjes.
4. Schrijft ook artikelen op haar schrijftipswebsite Singularity.nl.
5. Schrijft zo nu en dan een kort verhaal en publiceert dat dan ook op haar site.
6. Twittert over van alles en nog wat.
7. Heeft als motto: ik bid niet maar vloek wel.