De meest opvallende UKV's van deze week

ultrakort verhaal schrjivenIn de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen kunnen schrijvers de uitdaging aangaan om een ultrakort verhaal te schrijven: 99 woorden of minder. Deze 5 verhalen of gedichten waren de leukste, beste of anderszins meest opvallende die deze week gedeeld zijn. Ook zetten we het verhaal met de meeste likes in de spotlight.

Cora van B – Bom (publiekswinnaar)

1 mei

Veel te snel gaat de telefoon. De operatie is afgebroken. Ze moet komen. De chirurg vertelt. Hij is zichtbaar ontdaan.
Ze zit bij hem, streelt zijn hand. Hij komt bij, glimlacht, fluistert: ‘Is het gelukt?’ Haar keel verkrampt. Zijn ogen vragen, zakken niet begrijpend weer dicht. Ze wacht, dertig samenjaren glijden in haar voorbij. Hij slaat zijn ogen op: ‘Is het gelukt?’ Ze schudt haar hoofd. Weer zakt hij weg.
Dan, zijn ogen in de hare, dringt hij aan: ‘Is het gelukt?’ Nee, schudt ze en ziet hoe in hem het licht uitgaat. Konden ze maar samen wegzakken.

Ema Sindelarova - Lois

28 April

In mijn straat wonen veel kleine tweevoeters. Ik mag ze niet. Ze rennen en gillen en willen met mij spelen, maar ik niet met hen.
Er is één tweevoetersmeisje dat wel lief is. Ze is anders. Ze loopt langzaam en praat weinig. Als ze mij ziet gaat ze op de grond zitten en kijkt. Ik kijk dan terug. Soms ga ik liggen op de stoep en zij doet dat ook. Dan liggen we samen en zij zingt voor mij. Dat weet ik omdat ik mijn naam hoor. Ze wil niets van mij.
Dit meisje tweevoeter is niet stom.

Klaartje Gras - Worst nightmare

28 April

Natuurlijk gaat het fout. Ik kom te laat, heb het verkeerde boek gelezen. Ik stel vragen die nergens op slaan. Mijn aantekeningen liggen nog in de trein. Tijdens het interview met de bestsellerauteur stoot mijn elleboog tegen het glas wijn. Een moordtafereel. Bloedrode spetters op zijn witte overhemd. Originele zwart-witte oorlogsfoto’s die langzaam donkerpaars kleuren.
De ogen van de eerst nog aardige schrijver priemen dwars door me heen, zijn antwoorden als dolksteken onder de gordel. Publiek staat op en verlaat de zaal. Zo verloopt de avond in mijn hoofd.
In het echt ging het anders. Het was een superavond.

Remke Jansen - Schrijversblok

28 April

Ze lag met haar ogen wijd open.
Woelen was onmogelijk. Ze was gedoemd tot op haar rug liggen, met dat blok aan haar been.
Het Wilhelmus rappen lukte wel. In haar handen klappen, rare bekken trekken en boeren ook, maar dat deed ze allemaal niet. Ik ga niet voor gek liggen, dacht ze en keek naar haar slapende partner.
Idee! Ze draaide zich abrupt om en het blok vloog door het openstaande raam naar buiten.
Wat een slappe constructie, dacht ze verrast.
'Au, godver!' hoorde ze iemand vloeken.
Dank je wel, Stefanie, mompelde ze en viel in slaap.

Roel Kuiper- GEZICHT

30 April

‘Zeg, even over Herman.’
‘Ja.’
‘Vind jij ook dat hij zo’n… zo’n…Ja, hoe moet ik het zeggen…Zo’n gezicht heeft alsof niks goed is?’
‘Verontwaardigd? Negatief? Afkeurend?’
‘Afkeurend! Ja! Dat is het precies! Laatst ook, had ik gekookt en hij at mee. Soep. Je had hem moeten zien! Wenkbrauwen omhoog, ogen wijd open, tuitmondje. Zat ie een beetje in de soep te roeren. Dus ik vroeg: “Smaakt het?” Nou ja, hij zei van wel. Maar dat gezicht!’
‘Daar kan hij ook niet zoveel aan doen natuurlijk.’
‘Nee. Zeker. Je hebt helemaal gelijk... En toch mag ik hem niet.’