Afbeelding

Leesteken gebruik: wat zijn de regels van leestekens?

Foto: Pexels

4 leestekenfouten die je vanaf nu nooit meer maakt

Veel mensen hebben moeite met leestekens. Dat blijkt wel uit het feit dat teksten op dit gebied soms nogal onbeholpen aandoen. En dat is jammer, want leestekens kunnen een tekst niet alleen beter leesbaar maken, maar ook misverstanden voorkomen. Peter van der Horst heeft in zijn Nieuwe leestekenwijzer Compact aandacht besteed aan ‘alles’ op het gebied van leestekens en andere tekens. 


Moet/mag er een komma voor en? Krijgen afkortingen als dr., drs., mr. en ir. een punt of niet? Moet de eerste komma in ‘De minister’, zei het Kamerlid, ‘heeft mijn vraag blijkbaar niet begrepen.’ voor of na het aanhalingsteken? Kun je bommelding en kassalade afbreken als bommel-ding en kassa-lade? Dat zijn slechts enkele vragen die zich kunnen voordoen bij leestekens.

1. Kommaproblemen

Van alle leestekens geeft de komma ongetwijfeld de meeste problemen. Berucht zijn bijvoorbeeld de bijvoeglijke bijzinnen; een komma meer of minder kan daarbij een groot verschil maken. Een voorbeeld: De bezoekers die te laat waren, mochten niet meer naar binnen. Als je na bezoekers ook een komma zet, krijgt de zin een totaal andere betekenis. Zonder komma gaat het alleen om degenen die te laat waren, maar met een komma gaat het om alle bezoekers.

Is dit nu niet erg vergezocht? Nee, zeker niet, want de komma bepaalt de betekenis in zulke zinnen. In bijvoorbeeld contracten kan een verkeerde komma grote (financiële) gevolgen hebben. Er zijn zelfs rechtszaken over gevoerd.

    Om dit onderwerp wat luchtiger te eindigen, nog een paar zinnen waarin de komma de betekenis bepaalt. Ik ben niet naar zijn feestje gegaan(,) om hem te kwetsen. Staat er geen komma, dan ben ik wel gegaan, maar niet om hem te kwetsen. Als er een komma staat, ben ik niet gegaan (namelijk om hem te kwetsen). Helaas kan ik niet me je mee, want ik verwacht nog ander(,) vervelend bezoek. De komma na ander maakt een groot verschil…

    Nog even een misverstand uit de weg ruimen. Uit hun schooltijd herinneren velen zich dat je vóór en geen komma zou mogen zetten. Maar dat is onzin, want een komma kan daar juist nuttig of zelfs nodig zijn. Denk maar aan zinnen als Ik ben vorig jaar niet op vakantie geweest, en wel om twee redenen en Ik houd van koffie, en van mijn vrouw kan hetzelfde gezegd worden. Er is hier steeds sprake van een duidelijke pauze.

2. Een punt of niet?

De punt is een vrij gemakkelijk leesteken, maar ik kan toch wel problemen bedenken. Bijvoorbeeld of er achter de afkortingen dr., drs., mr. en ir. een punt hoort of niet. Er valt eigenlijk niet over te twisten (al wordt dat soms wel gedaan) dat er een punt moet staan, want het gaat er niet om dat de laatste letter van het niet-afgekorte woord ook de laatste letter van de afkorting is, maar dát het een afkorting is. Er zijn wel afkortingen zonder punt, maar dan gaat het om maten, gewichten, symbolen en dergelijke, zoals m (meter), g (gram) en ca (centiare).

3. Aanhalen

Ook aanhalingstekens kunnen nogal eens voor problemen zorgen. Een voorbeeld: De manager zei het meisje heeft me lastiggevallen. Theoretisch zijn er twee mogelijkheden, namelijk: De manager zei: ‘Het meisje heeft me lastiggevallen.’ en ‘De manager’, zei het meisje, ‘heeft me lastiggevallen.’ De leestekens kunnen hier maar beter op de goede manier gebruikt worden. Een leuker voorbeeld in dit verband is van Herman Finkers: Hans zei Grietje zal ik met dit weer mijn korte rokje aantrekken? Weer twee mogelijkheden: ‘Hans,’ zei Grietje, ‘zal ik met dit weer mijn korte rokje aantrekken?’/Hans zei: ‘Grietje, zal ik met dit weer mijn korte rokje aantrekken?’

In ‘Hans,’ zei Grietje… staat het eind-aanhalingsteken na de komma, omdat in de niet-onderbroken tekst ook een komma staat: Hans, zal ik… Als in zo’n zin geen komma staat, komt die in een citaat na het eind-aanhalingsteken: ‘Over een week’, zei mijn zoon, ‘geef ik een feestje.’

    Uitgeverijen van romans doen het meestal anders; ze zetten de komma steeds voor het laatste aanhalingsteken.

4. Tekens in woorden

Leestekens zijn niet alleen belangrijk in zinsverband; ook in woorden vervullen ze vaak een belangrijke rol. Het gaat dan om accenttekens, allerlei streepjes, het trema en de apostrof. In bijvoorbeeld de volgende woorden zijn die tekens nodig voor de uitspraak of betekenis: crème, cliché, bio-energie, in- en uitgang, ruïne, Lisa’s baby’s. En in Jans boek en Jans’ boek gaat het over verschillende mensen, namelijk Jan en Jans. In de volgende woorden bepaalt het streepje de betekenis: wet-staal/wets-taal, val-kuil/valk-uil, dij-kramp/dijk-ramp. En bommelding en reservering kun je beter niet afbreken als bommel-ding en reserve-ring.

Over de Nieuwe leeswijzer Compact en Peter van der Horst

Er is nog veel meer te zeggen over leestekens en andere tekens. Vandaar dat de Nieuwe leestekenwijzer Compact meer dan 200 bladzijden heeft. Natuurlijk komen alle leestekens en andere bijzondere tekens uitvoerig aan bod, maar u vindt er ook hoe ze op de computer te maken zijn. Vooral letters met een accentteken geven wat dat betreft nogal eens problemen.
Peter van der Horst, Nieuwe Leestekenwijzer Compact. Uitg. Garant, 220 blz. € 19,50.

Peter van der Horst, docent Nederlands en zelfstandig tekstadviseur, heeft vele artikelen, cursussen en boeken geschreven, waaronder Stijlwijzer, Redactiewijzer en Duidelijke taal.