Afbeelding

Goede schrijvers weten dat hun verhaal moet lezen als een trein – een hogesnelheidstrein het liefst. Daartoe beperken ze zich tot de kern van wat ze willen vertellen. Dat betekent niet dat ze karig moeten schrijven, wél dat ze bepaalde woorden vermijden, omdat die alle vaart uit een verhaal halen. Hieronder volgen de tien meest gebruikte tekstbrekers.
Mooi is een leeg containerbegrip. Het was mooi weer, bijvoorbeeld, zegt helemaal niets. Voor een visser is mooi weer regen, want dan bijten de vissen goed, maar een boer die het hooi van zijn land wil halen, wenst droogte. Ook een mooi meisje, een mooie jas of een mooie taart vertellen niets. Omschrijf het weer, het meisje, de jas of de taart. Geef beeldende of smakelijke omschrijvingen, bijvoorbeeld: Het was een slagroomtaart, versierd met gekonfijte vruchten.
Het woord die luidt vaak een bijvoeglijke bijzin in. Bijvoeglijke bijzinnen vertragen de Schwung van het verhaal. Kijk eens naar deze zin: In de vensterbank, die bedekt was met dorre blaadjes, stond een ficus, die aan het uitdrogen was. En vergelijk hem met deze: De vensterbank was bedekt met dorre blaadjes van de verdroogde ficus.
Het is dus een kwestie van strak formuleren om het beeld efficiënt over te brengen aan de lezer.
Wanneer een personage zich ergens naartoe beweegt en er niet aankomt, gebruik je in de richting van. Komt je personage wél bij het beoogde doel, dan gaat hij er gewoon naartoe, bijvoorbeeld: Jonas liep in de richting van de ijscokar en werd overreden door een vrachtwagen. Of: Jonas liep naar de ijscokar en bestelde een dubbeldikke wafel.
Hetzelfde geldt voor kijken in de richting van. Laat je personage kijken naar. Want als hij in de richting van bijvoorbeeld een boom kijkt, ziet hij waarschijnlijk van alles en ook de boom, maar je wilt dat de focus op de boom ligt (want anders zou je deze niet noemen).
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.