#258 De zee is woest
Het kolkende zeewater deint in mijn oren. Het gekibbel van de buurmeisjes sluipt langzaam door mijn bewustzijn naar binnen. In een flits zie ik in gedachten een schoonmaakwagen van het werk voorbij komen. Met beide handen grijp ik het beeld vast, als een denkbeeldig stuk papier frommel ik het tot een prop en gooi ik het in de strand prullenbak. Ik wacht een poosje tot mijn hartritme weer in de vakantiemodus slaat. Met mijn voeten graaf ik een kuiltje in het zand. Een briesje verkoelt mijn verhitte lichaam.
'Schat, in de verte wordt de lucht wel erg donker,' zegt Jarno.
Voor een moment ben ik Oost-Indisch doof.
Zijn vingers kriebelen even over mijn rug. 'We moeten onze spullen pakken, schat, het weer kan elk moment omslaan...' zegt hij stellig.
Langzaam kom ik omhoog, versuft kijk ik naar de grijze wolken die boven de zee hangen.
'Dat waait wel over, lieverd,' zeg ik en ik plof neer op mijn strandlaken. Jarno mompelt wat. Opeens hoor ik gewapper, ik draai mijn hoofd naar hem toe, zandkorreltjes vliegen in mijn gezicht. 'Hè, ik heb mij net ingesmeerd, Jarno!'
'Inge, kijk!' Hij wijst met zijn hand naar de zee.
Abrupt sta ik op, mijn hart gaat tekeer als ik het zeewater steeds verder zie terugtrekken. Ik hoor gegil om mij heen, ik zie mensen naar hun spullen grijpen.
'We moeten als de sodemieter vertrekken!'
Jarnos blik bezorgt mij rillingen. We grissen onze spullen van het strand en we hollen richting de boulevard. Een straffe wind jaagt de zandkorrels de lucht in. Een bulderend geluid weerklinkt achter me. Het mulle zand priemt onder mijn voeten. Met kleine hupjes ren ik over het warme strooisel. Jarno grijpt mijn hand beet en roept: 'Kom we moeten opschieten!'
We klimmen over een muurtje, mijn knie schuurt over de stenen.
Het gebulder komt steeds dichterbij. Verschrikt kijk ik over mijn schouder, ik kan het amper bevatten wat ik zie. Een muur van water van misschien wel drie verdiepingen hoog dendert op ons af.
'Jarno, die kinderen!'
'We kunnen ze niet helpen! We moeten hier weg!'
Tranen rollen over mijn gezicht, mijn hart gonst in mijn keel.
Jarnos tempo kan ik amper bijbenen. Ik deins achteruit als een auto met piepende banden vlak voor me tot stilstand komt. Met een zwaai wordt het portier geopend, Spaanse woorden echoën door de lucht. Mijn adem stokt, ik negeer zijn woeste blik en ik wijs naar de zee.
'Inge!' gilt Jarno aan de andere kant van de weg.
Steken pijnigen mijn zij. Houd vol! Schiet er door mijn hoofd.
Het gekrijs van een hollende moeder met haar kinderwagen verlamt mijn hart. De kinderkoppen bonken onder mijn voeten. Het lijkt of ik lood in mijn bovenbenen heb zitten. Het oorverdovende gebrul dreunt in mijn borstkas. Ik voel een ruk aan mijn arm.
'We zijn bijna bij het...'
Een harde beuk in mijn rug duwt mij omver. 'Jarno!'
Zijn vingers glippen weg...
Mooi hoe je vanuit rust en
Lid sinds
12 jaarRol
Hadeke schreef: Mooi hoe je
Lid sinds
7 jaarRol
Jeetje Anke, alsof je het
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Ik vind het erg mooi
Lid sinds
5 jaar 3 maandenRol
Fief schreef: Jeetje Anke,
Lid sinds
7 jaarRol
Hi Anke, Herkenbaar plot
Lid sinds
5 jaar 5 maandenRol
Renske53 schreef: Ik vind het
Lid sinds
7 jaarRol
JayB schreef: Hi
Lid sinds
7 jaarRol
Mooie opbouw. Eerst de
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
N.D.D. schreef: Mooie opbouw.
Lid sinds
7 jaarRol
Anke Kessels schreef: Hoi
Lid sinds
5 jaar 3 maandenRol
Renske53 schreef: Anke
Lid sinds
7 jaarRol
Anke spannend geschreven, mee
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
mw.Marie schreef: Anke
Lid sinds
7 jaarRol
Hallo Anke, … alsof je het
Lid sinds
11 jaar 6 maandenRol
Riny schreef: Hallo Anke, …
Lid sinds
7 jaarRol
Heel goed opgebouwd Anke. Je
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Annette Rijsdam schreef: Heel
Lid sinds
7 jaarRol