Korte vragen over taal en spelling, deel 2

Sorry ... spreektaal - streektaal ... één letter verschil ... een wereld van verschil ... :o

Het verschil tussen 1 en 2 is naar mijn gevoel waar het zelfvertrouwen is voordat het wortelt. Bij 1 is dat al in haar, maar het wortelt daar ook, en bij 2 dat het buiten is en naar binnen komt. 3 is een kwestie van perspectief in de tekst. Dus: alledrie goed, maar het ligt eraan wat je wilt zeggen. Over spreektaal in dialogen: Nee. Niet doen. "Dat mot je gewaun nie wille".

Helder. Het komt van buiten dus dan ga ik voor optie twee.

Ik vind geen van drie passend. Zelfvertrouwen en wortelen vind ik geen combinatie. "Ze kreeg steeds meer zelfvertrouwen" vind ik logischer. Tenzij ze van huis uit zelfvertrouwen heeft meegekregen. Slechts mijn mening.

Eentje over taal ivp spelling: Wat als je eenmanspubliek uit één vrouw bestaat? Kan je het dan nog als éénmanspubliek benoemen, of zouden zelfs niet-feministen daar aanstoot aan kunnen nemen en de term 'éénvrouwspubliek' eisen?

Eenvrouwspubliek klinkt een beetje geforceerd. Alsof er geen mannen bij mogen zijn. Eenmanspubliek kan dus best, wat mij betreft.

Het publiek bestond uit een vrouw. Het eenkoppige publiek stond als één vrouw op en applaudisseerde enthousiast. Het gehele publiek bestond uit een vrouw en een bakfiets. Nb: Ik vond 'eenmanspubliek' niet als een bestaand woord, maar ik heb de Van Dale niet bij de hand.

Het eenkoppige publiek... kan echt niet. Ooit tegen een vrouw gezegd dat ze haar kop moet houden?

Een keer :D Eenmanszaak - eenmanspubliek?

Volgens mij is het Nederlands nogal vrij wat samenstellingen betreft, dus ik zou eenmanspubliek as such niet meteen afschrijven, ook al zou het niet in de Van Daele staan (waar waarschijnlijk ook een woord als koekjesdoosincident niet in terug te vinden zal zijn, hoewel dat volgens mij ook zomaar zou kunnen). Van de voorstellen zou enkel éénkoppig bruikbaar zijn. Maar als de stand met eenmans 1-1 blijft, hou ik het denk ik het, vooringenomen als ik ben, gewoon daar op.

Het ligt ook erg aan de context denk ik. En het genre. "Het eenmanspubliek bestond uit een vrouw" is spitsvondig en grappig. Dat past niet in elke tekst. Als het in jouw tekst past, zou ik het zeker gebruiken.

Als het niet spitsvondig hoeft te zijn, maar vooral simpel en duidelijk, zou ik kiezen voor "het uit één vrouw bestaande publiek". Maar die vorige is absoluut véél leuker. :)

Is er een verschil tussen herbouwen en heropbouwen?

Herbouwen doe je wanneer het kippenhok is kapotgeslagen door een omgewaaide boom. Heropbouwen die je wanneer je land verwoest is door oorlog. Vergelijk bouwen - opbouwen.

Als je een klein gebouw (bijvoorbeeld een straatkapelletje) afbreekt, en dan een nieuw plaatst ter vervanging: is dat dan her(op)bouwen? Want ik snap nog niet zo goed het verschil tussen bouwen en opbouwen. Ik vind wel voor opbouwen: nieuw of opnieuw bouwen maar de 'opnieuw' wordt toch al benadrukt door die 'her'?

De woordenboekdefinitie van herbouwen is inderdaad gewoon 'opnieuw bouwen'. Heropbouwen staat er gek genoeg niet in. Maar wel deze: Opbouwen. [1] al bouwend in elkaar zetten --> samenstellen. [2] langzaam tot stand brengen --> scheppen, van de grond af opbouwen. Voornamelijk die tweede betekenis (scheppen, tot stand brengen) geeft het woord veel meer lading. Als je het kapeltje zelf bewust afgebroken hebt, zou ik het daarna herbouwen. Niet heropbouwen: dat is te sterk en heeft (voor mijn gevoel) de connotatie dat kapeletje eerst door een ramp of iets dergelijks is vernietigd.

Is er een verschil tussen herbouwen en heropbouwen?

Volgens mij: als je iets herbouwt, bouw je het weer (her), maar misschien anders, niet per se in dezelfde vorm, met dezelfde materialen. Als je iets heropbouwt, herbouw je het zoals het was: je bouwt het op in dezelfde vorm met dezelfde materialen.

Ik vind het niet zo vreemd dat heropbouwen niet wordt genoemd. Het lijkt me dubbelop.

Heropbouwen duidt m.i. op grote inspanning en op een significante betekenis/waarde voor de opbouwer. Dat kan ook metaforisch zijn (een leven heropbouwen; een club heropbouwen). Herbouwen is neutraler, met name in betekenis voor de opbouwer. De nadruk ligt op opnieuw. In Wolfkes voorbeeld kan het beide, hoewel ik neig naar herbouwen omdat het bouwwerk niet zo moeilijk lijkt. Als het op de top van een heuvel staat waar materialen moeilijk naartoe te transporteren zijn en het kapelletje gedenkt de helft van de bevolking na een ramp met een vissersboot, komt heropbouwen in beeld.

Dankjulliewel voor de input! :)

Nog een vraagje: 'de man is bezopen ... drank' > van de? met? door?

Lijkt me overbeodig om überhaupt te specificeren, niet? Maar als je er iets bij wil zetten, dan gaat het met 'van'.

In mijn tekst ben ik wel iets specifieker dan dat, dus het is wel essentieel ... Bedankt, Diana, dan is mijn eerste gedachte juist!

Oh okay :) Succes!

Dankjewel!

Als ik kijk op wiki, dan zie ik wolfspin staan. In woordenboeken kom ik het woord niet tegen. Wat ik wel vind, zijn andere woorden zoals wolfshond, wolfsklem en dergelijke, waar wel een extra -s wordt toegevoegd ... Nu vraag ik mij af of het wolfspin of wolfsspin is.

In mijn ouders' woordenboek (van Dale, 11de druk, 1984) staat wolfsspin wel, met tussen-s. Ik kan vanavond 't groene boekje erop naslaan voor je, da's wat recenter.

In mijn groene boekjes staat het woord niet, maar wie weet misschien in het jouwe! Bedankt alvast. Edit: In een oude encyclopedie zie ik ook wolfsspin staan. Volgens mij staat er gewoon een fout op Wikipedia.

Ik denk het ook. In mijn editie van het gb staat het ook niet, maar het is wat je zegt: ook gezien andere dergelijke woorden die er wel in staan, kun je er vanuit gaat dat het eerste lid wolf- altijd een tussen-s nodig heeft.

Bedankt Diana voor het meedenken :)!

Plots werd een boek veel meer dan een af te stoffen decoratie. > klinkt dat een beetje? Of moet het zijn: dan een af te stoffen decoratiestuk? Of: dan af te stoffen decoratie? Dankjewel! Edit: de decoratie bestaat, 'een' decoratie wellicht ook ...