Afbeelding

Ismael Sánchez via Pexels
Ismael Sánchez via Pexels
Clichés schrijf je liever niet. Geen nood! Ik help je een cliché te herkennen en je zelfs nog de goede weg in te slaan als het die kant op gaat. Daarvoor gaan we het cliché ontleden en de tekst weer terug op de rit zetten. Deze week: uiterlijke kenmerken.
Uiterlijke kenmerken kunnen om meerdere redenen cliché worden. Als je ze meteen samen met het personage zelf introduceert en als de uiterlijke kenmerken zelf cliché-gevoelig zijn. Denk aan: de goedzakken dragen wit, de slechteriken zwart, vanwege de symboliek. En iedere Romeo heeft een sixpack en iedere bolleboos een bril en acne.
Als je het uiterlijk tegelijk met het personage introduceert, is dat meestal een infodump. De symbolische clichés zijn er gevoelig voor dat de schrijver te zichtbaar maakt welke thema’s belangrijk zijn. En er is een risico op stereotiepen. Maar de kern van deze clichés is hetzelfde: het uiterlijk wordt veel belangrijker gemaakt dan het is.
Een lezer moet een beeld bij een personage kunnen vormen. Soms nemen schrijvers dat uitgangspunt te letterlijk en beschrijven er maar op los. Oogkleur, postuur, gewicht, lengte, schoenmaat…
Nog afgezien van de infodump, is dit niet effectief omdat sommige uiterlijke kenmerken niet zoveel zeggen als ze lijken te doen. Of de aanname die erbij komt kijken is van zichzelf verkeerd.
Neem blauwe ogen. Dat maakt volgens de clichéregel iedere vrouw aantrekkelijk. Maar blauwe ogen zijn van zichzelf niet zo speciaal: niet zoals bijvoorbeeld het hebben van twee verschillende oogkleuren dat is. Bovendien: wat als diezelfde blauwe ogen uitpuilen en scheel staan? Of de vrouw om wat voor reden dan ook alles behalve aantrekkelijk is?
Tenzij je over Quasimodo of een supermodel schrijft, zijn uiterlijkheden zelden tot nooit het belangrijkste kenmerkt van je personage. Behalve als je schrijft over een Romeo of Julia in een romantisch verhaal. Maar dan is die combinatie van schoonheid en romantiek vaak al een cliché op zich.
Kortom: het beeld bij het cliché ‘uiterlijk’ is in beginsel verkeerd. Of dat nu gaat om het belang ervan, of wat bepaalde associaties bij specifieke kenmerken zijn.
Een personage dat helemaal niet omschreven wordt in uiterlijk, mist duidelijk iets. Maar vanwege het risico op infodumps het is aan jou om het aantal uiterlijke kenmerken in te perken. Je kan en hoeft niet alle details te delen. Sommige details zijn belangrijk. Voor het verhaal, of jij wil als schrijver persoonlijk graag dat een uiterlijk detail van een personage wordt onthouden. Kijk op die manier welke uiterlijkheden je lezer moet weten en onthouden en besteed daar aandacht aan.
Het is ook belangrijk dat je nog ruimte houdt voor de eigen verbeeldingskracht van de lezer. Timmer het uiterlijk niet dicht. Als jij de grootte van de oren bepaalt, mag de lezer de grootte en vorm van de neus bepalen. Bepaal voor jezelf wat jij vastlegt voor de lezer en kijk waarmee je vrede kan hebben als het gaat om waar de lezer het uiterlijk van je personages verder invult.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen. Ze geeft ook een cursus dialogen schrijven.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Met een combinatie-abonnement Schrijven Magazine en Boekenkrant krijg je 50% korting én veel leesplezier.
Nog beter leren schrijven? Volg dan een online schrijfcursus bij Schrijfcurssen.nu! In 4 lessen + feedback, te doen wanneer het jou uitkomt. Met korting voor abonnees!