Zo maak je een cliché origineel: het was maar een droom

Clichés schrijf je liever niet. Geen nood! Ik help je een cliché te herkennen en je zelfs nog de goede weg in te slaan als het die kant op gaat. Daarvoor gaan we het cliché ontleden en de tekst weer terug op de rit zetten. Deze week: het was maar een droom.

Het cliché

Je held maakt de meest interessante avonturen mee of verlaat eindelijk de comfortzone die al tijden lang te eng leek om te verlaten. Complete scènes, hoofdstukken of soms het hele boek wordt eraan gewijd en dan blijkt het maar een droom te zijn.

Waarom stoort dit cliché zo?

Iedere lezer weet dat als je fictie leest, het verhaal niet echt is. Maar een goed verhaal voelt wel zo aan. Dus gaat de lezer er emotioneel in investeren. Een gevolg daarvan is dat de personages zo echt gaan aanvoelen dat ze als levensechte vrienden kunnen voelen. Als alles maar een droom was, dan is het alsof de schrijver zegt: maar die vriend waarmee je een emotionele band bent aangegaan, bestaat niet. Dat was maar schijn. De echte vriend in het boek is te laf, niet in staat om of bereid om tot actie over te gaan. Met andere woorden: die vriend is niet wie ik heb gezegd heb dat hij is.
Een lezer weet dat het verhaal niet echt is, maar zodra die emotioneel investeert in het verhaal, is dat bijzaak of raakt dat op de achtergrond. En een lezer kan het hebben dat de fictieve wereld alleen op papier bestaan, maar niet dat datgeen waar hij zich emotioneel mee verbindt, verspilde moeite blijkt te zijn. Dat voelt als regelrecht belazeren.

De oorzaak van het cliché: te kort schrijversonderzoek

Ieder personage heeft een willen en nodig hebben: iets waarnaar het zelf wil streven en iets waarvan die schrijver wil dat het naartoe groeit. Dat willen en nodig hebben komt zelden overeen. Als schrijver moet je daar even aan puzzelen om daar een evenwicht in te vinden en alles te laten passen in het plot en het verhaalthema. Maar soms duurt dat ‘even puzzelen’ toch wel iets langer. ‘Het was maar een droom’ is dan vaak de schrijver aan de tekentafel die zichtbaar wordt: “Phoe, het wordt allemaal wel ingewikkeld. Ik laat gewoon alle wensen of angsten van het personage uitkomen, laat het als droom eindigen en dan sluit ik met boek af met het moraal dat de held van die droom moet leren.” Kortom: dit cliché is een resultaat van lui schrijfonderzoek.

Het cliché fiksen: denk kleiner

Dromen zijn in fictie vaak momenten waarin alles (overdreven) groots en symbolisch wordt. Er hoeft maar een eend in voorbij te waggelen, of de lezer weet dat er impliciet wordt gevraagd op te letten: later komt die eend ergens terug! Of om een droomwoordenboek erbij te pakken om te ontdekken waar een eend symbool voor staat, om de thema’s van het boek maar te kunnen doorgronden.
Hoewel dromen daar een goed middel voor kunnen zijn, worden ze een cliché als dat je enige gereedschap is als schrijver om symboliek te verwerken of een puzzelstukje van een plottwist aan te duiden. Maak de droom minder belangrijk en hou de symboliek en foreshadowing relatief klein. Besef dat een droom niet genoeg draagkracht heeft om het hele verhaal mee te kunnen dragen.

Tips voor het verminderen van het cliché

  • Als je af en toe dromen of symboliek in je verhaal wil gebruiken, is dat prima. Maar kijk als je dat doet ook kritisch of je verhaal niet van dromen en symboliek aan elkaar hangt. Er moet ook nog een plot overblijven.
  • Als je je personage iets wil laten ‘uitproberen’ zonder dat de gevolgen al te groot zijn, probeer in plaats van een droom in te zetten, het doel van de uitdaging wat meer behapbaar te maken.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.