Nóg vier veelvoorkomende verbeterpunten

In een artikel in de komende editie van Schrijven Magazine beschrijf ik de vier meest voorkomende verbeterpunten in ‘aspirant-manuscripten’: te veel uitleg, onduidelijke alinea-indeling, een ‘zwabberend’ perspectief en onrealistische personages – maar vanzelfsprekend zijn er meer. De hieronder genoemde ‘lichtere vergrijpen’ kom ik minstens zo vaak tegen.

1)

Dubbele spaties ontstaan haast vanzelf tijdens het (her)schrijven en zorgen voor kleine haperingen tijdens het lezen – zie ik dit nu goed of niet, vraagt de lezer zich telkens af. Ze zijn elk geval gemakkelijk weg te werken: zoek op dubbele spaties (Ctrl + h in Word Windows) en vervang ze met enkele. Doe dit voor de zekerheid nog een paar keer, mochten er drie-of-meer-dubbele spaties in je tekst zitten. Dit kun je overigens ook aan je redacteur overlaten.

2)

Personages met namen die op elkaar lijken – Jos, Joseph (die door zijn vrienden soms Jos wordt genoemd), Jeff, Jerry – zijn voor de lezer lastig uit elkaar te houden. Dit kun je net als dubbele spaties oplossen met zoeken en vervangen, maar let op: als je alle Jossen bijvoorbeeld vervangt met Rob, dien je rekening te houden met de bezits- en meervoudsvorm: Jos’ jas, met apostrof, wordt immers Robs jas, zonder apostrof, plus s.


Wil je Robs belangrijkste tips lezen? Meld je dan aan voor 17 november 23:59 u. en ontvang het komende nummer van Schrijven Magazine in de brievenbus!

Ja, graag!


3)

Waar komt díé nou ineens vandaan? In een scène of dialoog die al even op gang is, wordt er inééns iets ingebracht door Jos, terwijl tot dan toe enkel Joseph en Jerry (of iets minder gelijkende namen, zie 2) aan het woord waren. Stond Jos er al die tijd al bij of kwam hij pas net de kamer in lopen? Dit mag je de lezer z.s.m. duidelijk maken zodat die zich geen hoedje schrikt.

4)

Bij lange citaten zie je vaak pas aan het eind daarvan wie het zei: zegt Jos/Rob/wie-dan-ook. Vooral bij groepsgesprekken kan de lezer dan de draad kwijtraken. Een goede manier om dit te voorkomen is het citaat onderbreken, bijvoorbeeld zo (en let op de leestekens):

‘Elk geval,’ onderbrak Jos hem, ‘denk ik daar anders over.’

Ook dit kun je eventueel aan je redacteur overlaten, maar mag ik je vragen punt 2 en 3 zelf voor je rekening te nemen?

Over de auteur

Als freelance redacteur werkt Rob Steijger (www.fzeven.nl) voor diverse uitgevers en helpt hij aspirant-schrijvers met hun manuscript.