Afbeelding

In medias res

Foto: Unsplash

In medias res: met deze drie controlepunten boeit je verhaal onmiddellijk

In medias res is de techniek waarmee je je verhaal niet bij het chronologische begin laat starten. Dat betekent onmiddellijke actie. Hoe zorg je ervoor dat die actie aanslaat, in plaats van verwarring zaait?


1. Controleer je verhaalopbouw

In medias res klinkt ingewikkeld, maar het betekent niet meer dan dat je verhaal niet aan het chronologische begin start, maar middenin je verhaal. In medias res kan dus een aantrekkelijke techniek zijn om je verhaal spectaculair te mee te openen. Toch werkt dat niet altijd. Als je een verhaal met veel subplots, flashbacks en interpersoonlijke relaties hebt, wordt het heel ingewikkeld om na in medias res nog een prettig leesbare tekst te krijgen. Kijk dus eerst of je verhaal wel geschikt is voor deze schrijftechniek. 

2. Bepaal je spectaculaire scoop

Als je besluit in medias res te gebruiken, moet je met actie of drama beginnen. Drama of Actie met een hoofdletter. Dus als iemand gewond raakt, breek dan geen benen. Je personage kan beter bijna doodbloeden, fikse ademnood krijgen, spontaan op straat bevallen terwijl de vader niet in beeld is… 
Zo denkt de lezer: Wauw! Hier is van alles aan de hand. Dat wekt veel vragen op: 
•    Hoezo bloedt ze bijna dood? Is ze ernstig ziek? Waarom komt ze dan op straat? Heeft ze vijanden? Hoe erg moet dat zijn dat ze bijna wordt vermoord?
•    Een alleenstaande moeder die op straat weeën krijgt terwijl niemand een geliefde kan bereiken? Ze moet wel erg eenzaam zijn.

Hoe kan dat zover gekomen zijn? Hier wil ik meer van weten… 

Goed zo, nu heb je de interesse van je lezer! En als je dan een heel boek bezig bent om al die mysteries op te lossen waar de lezer nieuwsgierig naar blijft. Dan heb je een goed boek geschreven.

3. Geef de juiste informatie in je scoop

Stel dat je een achtervolging inzet als in medias res. Dan moet je duidelijk maken dat er een achtervolging plaatsvindt, maar ook dat er iets aan de hand is. Maar pas op dat je daarin niet te veel verklapt: “Ik zit in de auto, Harry! De politie zit achter me aan, maar ik heb wel mooi een miljoen meegenomen,” zegt de dief over de telefoon tegen zijn handlanger. 

Dan timmer je dicht dat het om een bankoverval gaat. Als je dat nog even achterhoudt, kan de lezer nog even denken dat het om een onopgeloste ruzie binnen een maffiosifamilie gaat. Dan hou je het spannend en gaat de inzet van deze schrijftechniek beter werken. Op die manier ontvouwt de spannende informatie zich langzaam maar zeker en blijft de lezer langer geboeid. 

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven.

Techniek