Afbeelding
Wallace Chuck via Pexels
Wallace Chuck via Pexels
In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drie-aktenstructuurschema beter te begrijpen. Waar in het schema staat een verhaalelement? Maar belangrijker nog: waarom is dit verhaalelement in het schema opgenomen en wat is de meerwaarde daarvan? Deze week de tweede clue: de confrontatie in het midden van het verhaal.
Zo ziet de drie-aktenstructuur eruit:
Zoals je kan zien in het schema staat de tweede clue zowel in het midden van het verhaal als in het midden van de tweede akte. De held van het verhaal bevindt zich ook in het midden van zijn reis. Dat betekent dat dit moment een zekere ideale balans heeft. De eerdere verhaalopbouw – waarvan de lezer nu een goed beeld heeft – betaalt zich uit voor de held. De tweede clue zelf is interessante actie, maar er wordt ook nog naderend onheil aangekondigd.
Alles wat de lezer op dit moment in verhaal weet, is het resultaat van eerdere uitwerkingen. In dit verhaalelement hoef je je niet druk te maken om wat je nog moet vertellen aan de lezer. Het is een clue, dus je moet vooral de actie van het moment benadrukken. Specifiek voor deze clue geldt dat je moet laten zien dat je held in de vorige elementen obstakels heeft overwonnen. Vanaf nu verdient die de titel van held dus ook echt. Laat je held niet bang zijn: het klappen van de zweep is bekend. Wek vooral de indruk dat deze held nergens voor terugdeinst. Als er ergens een moment is in het verhaal waarop de held met de spreekwoordelijke spierballen mag pronken, is het in deze clue.
“De held denkt van wel, maar we zijn er nog niet…” Wat het ook is waar je held in de tweede clue de show mee steelt, laat het eindigen met het knagende gevoel dat er toch nog iets te wachten staat.
Je kan de tweede clue in twee stukken verdelen. In het eerste, grootste stuk is er de actie waarin de held alle vruchten van de eerdere elementen kan plukken. Op het einde van dat eerste stuk moet de held – al is het maar heel even- denken dat het gevecht erop zit en het einddoel is behaald. Maar dan komt het tweede stukje er nog aan dat een hint geeft naar het volgende element in het schema: toch weer een obstakel.
Weet wie de helpers van de held zijn en zorg dat zij als personages ook al de nodige ontwikkelingen hebben doorgemaakt. Geen enkele held lost alle problemen volledig in zijn eentje op. De vrienden of helpers van de held mogen dan niet de hoofdrol spelen in je verhaal, ze moeten als personage wel minstens net zo interessant zijn om over te lezen als over de held zelf.
Na dit verhaalelement komen de serieuze beproevingen. Daar gaat de held hulp voor inroepen van zijn helpers. Controleer (nogmaals) of de helpers op dit punt in het verhaal (nog steeds) interessant zijn. Anders worden latere beproevingen vervelend om over te lezen. Niets is zo saai als tijdens een spannend moment te moeten lezen over een (mede)personage met de persoonlijkheid van een tandenstoker.
De volgende situatie doet zich bij dit verhaalelement nogal eens voor: “Hé, mijn personage is al verzekerd van een plaatsje op de gerespecteerde universiteit. Maar ik ben pas halverwege het verhaalstructuurschema. O. Dan…nou ja… wordt moeder plotseling wel ernstig ziek.”
Zie je hoe geforceerd dat overkomt? Zo’n plotseling verzonnen conflict werkt niet. Je kan beter helemaal terug naar de tekentafel gaan en je verhaal in de basis verbeteren dan snel iets nieuws verzinnen. Anders kom je vroeg of laat met de verhaallijn in de knoop.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de ondernemersschool. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.