Afbeelding
Andrea Piacquadio via Pexels
Andrea Piacquadio via Pexels
In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drie-aktenstructuurschema beter te begrijpen. Waar in het schema staat een verhaalelement? Maar belangrijker nog: waarom is dit verhaalelement in het schema opgenomen en wat is de meerwaarde daarvan? In het zesde element volgt er wederom een obstakel.
Zo ziet de drie-aktenstructuur eruit:
Het verhaalelement hiervoor was een obstakel en dit is er weer een. Bovendien staan beide obstakels op het lijntje van de stijgende spanningsboog. Maar waar het eerste obstakel na de clue kwam, komt dit obstakel vóór de nieuwe, tweede clue. Dat maakt een belangrijk verschil. Zowel het tweede obstakel als de tweede clue hebben meer voeten in de aarde dan hun eerdere varianten.
Zowel de lezer als het personage weten intuïtief dat dit tweede obstakel eraan zat te komen en dat het moeilijker zou worden dan het eerste. Een verhaal is immers een groeiproces, en dus niet in een keer klaar. Maak gebruik van die kennis. Daag je personage uit en maak het tweede obstakel moeilijker dan het eerste. Dat is niet alleen nodig voor de stijgende spanningsboog, maar ook omdat direct hierna de tweede clue komt: weer een belangrijk keerpunt. Dan moet duidelijk worden dat het personage zich daar klaar voor heeft gemaakt. Met zichzelf eenmalig op de proef stellen, bewijst het personage niet meteen dat het een lange heldenreis aankan. Doe het dat twee keer, dan krijgt de lezer al meer vertrouwen dat het personage de heldenreis die het begonnen is ook waardig is.
Hoewel het echte moment van vallen en opstaan pas later komt, moet je personage hier laten zien dat het niet zomaar opgeeft. Zonet is er een beproeving geweest en nu is er weer een. Meteen hierna komt er bovendien weer een keerpunt, wat een beroep zal doen op de ruggengraat van je held. Het tweede obstakel is niet het zwaarste moment dat je personage zal meemaken, maar het is wel een goed moment om te laten zien uit wat voor hout het gesneden is. Houd wel in gedachten dat je protagonist nog een groot deel van het verhaal voor zich geeft om in te kunnen groeien: het hoeft dus nog (lang) niet alles te kunnen.
Vanzelfsprekend moet je de uitdagingen kennen die je personage in dit deel van het verhaal tegen gaat komen. Met name bij het tweede obstakel is het belangrijk dat je weet hoe je nuances in de uitdagingen kan aanbrengen om ze zo niet exact hetzelfde te maken. Zowel in de narratieve zin als in de mate waarin je personage op de proef wordt gesteld.
Bij het tweede obstakel is het belangrijk dat je personage het gevoel krijgt dat het diens uitdagingen onder de knie begint te krijgen. Het heeft in het vorige obstakel iets geleerd en kan en gaat daarmee verder. Je personage mag in dit verhaalelement niet of nauwelijks aan zichzelf twijfelen. Anders kan het de volgende stap niet aan. Twijfels komen er nog meer dan genoeg, maar dit is niet het goede moment daarvoor. Integendeel: het tweede obstakel is bij uitstek het verhaalelement voor zelfvertrouwen bij je personage.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de ondernemersschool.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!