Drie-aktenstructuur: de eerste clue

In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leert de schrijver ieder verhaalelement van het drie-aktenstructuurschema beter te begrijpen. Waar in het schema staat een verhaalelement? Maar belangrijker nog: waarom is dit verhaalelement in het schema opgenomen en wat is de meerwaarde daarvan? Deze week, in het vierde verhaalelement, komt de eerste clue aan bod. Het eerste echte moment van actie.


Zo ziet de Drie-aktenstructuur eruit: 

Afbeelding

3 aktenstructuur de eerste clue

Waar staat dit verhaalelement?

De eerste clue vormt het einde van de eerste akte en het begin van de tweede. De belangrijkste introductie van het verhaal is gegeven. Een clue is een verhaalelement waarbij duidelijk blijkt dat er een keerpunt is in het verhaal. Dat wat er gebeurt heeft duidelijke invloed op het personage en de rest van het plotverloop. Eerst maakte het personage relatief weinig tot niets mee, maar vanaf nu moet het uitdagingen en veranderingen onder ogen zien. De eerste clue is van alle clues het duidelijkst: er komt actie en dat houdt voorlopig (lees: gedurende vrijwel het hele boek) aan.

Wat weet de lezer al op dit punt in het verhaal?

Je kan dit verhaalelement vergelijken met een gladiator die op het punt staat de arena in te stappen. De lezer en je personage weten dat er een gevecht gaat komen en wat dat grofweg in gaat houden. Alles wat je lezer tot nu toe over het verhaal en je personage te weten is gekomen, heeft in grote lijnen laten zien welke wapens de metaforische gladiator meeneemt in de arena. Zijn karaktereigenschappen, dromen, angsten…Daardoor weet de lezer ook bij benadering in welke mate en in welk opzicht je personage zal slagen of zal falen bij het eerste moment waarop het echt in actie moet komen.

Wat moet er in dit verhaalelement gebeuren of duidelijk worden?

Tijdens de eerste clue moet de volle aandacht gaan naar de actie waar de eerste akte naartoe heeft gewerkt. Later in het schema komen er momenten van reflectie of rust, maar de eerste clue is het moment waarop het verhaal in volle gang wordt gezet. Je moet dus niet zozeer iets duidelijk maken met hints of verwijzingen, maar ‘gewoon’ in actie komen.

Enkele eenvoudige voorbeelden:

  • Als de eerste akte ging over voorbereidingsdagen voor de universiteit, dan is de eerste clue de dag van de eerste colleges.
  • Is jouw personage iemand die altijd al wilde schrijven? Tot nu toe kwam het nooit verder dan notities in een boekje. Deze keer is het wel serieus: de notities liggen klaar, de twijfels zijn geweest: nu gaat er daadwerkelijk getypt worden in de tekstverwerker.

Wat moet je weten over je verhaal als je dit verhaalelement gaat schrijven?

Waarschijnlijk heb je geen problemen met de inhoud van je verhaal bij de eerste clue. Dit is namelijk waar het boek over gáát. Het verhaal over de eerdergenoemde schrijver is inhoudsloos als je niet ergens benoemt dat hij ooit start met zijn grote uitdaging. En het studentenleven begint nu eenmaal met een studie. Wat je wel in de gaten moet houden, is de veerkracht van je personage. Meteen na dit verhaalelement volgt namelijk het eerste obstakel. Daarin komt er een tegenslag in de heldenreis. Als je personage dan geen of te weinig ruggengraat heeft, durft het niet verder en stopt het vroegtijdig. Schrijf daarom globaal hoe sterk de ruggengraat van het personage op dat moment is. En licht alvast een tipje van de sluier op wat het komende obstakel gaat zijn. Dan houd je het verhaal spannend.

Volgende week meer over dit eerste obstakel!

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de ondernemersschool. 

Techniek