Afbeelding
Pixabay
Pixabay
In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drie-aktenstructuurschema beter te begrijpen. Dit schema helpt je jouw verhaal in stappen op te bouwen en om een goede spanningsboog te behouden. Als je verhaal vastloopt, kan je dit schema gebruiken om te zien waar je nog iets moet aanpassen. Er zijn vijftien verhaalelementen, deze week het tweede: het inciting incident, het moment dat draait om de comfortzone.
Zo ziet de Drie-aktenstructuur eruit:
Het tweede verhaalelement komt meteen na het begin, nog in de eerste akte. De basis van het verhaal is zich dus nog aan het ontvouwen. Het tweede verhaalelement gaat over de comfortzone en komt meteen na de start van het verhaal. Dat betekent dat je er geen gras over moet laten groeien. Wat moet je personage doen wat het normaal niet doet of durft?
Als je de start van het verhaal hebt geschreven, weet de lezer wat voor personage de held grofweg is. Waar die zich comfortabel bij voelt of bang voor is en wat de belangrijkste karaktertrekken zijn. Die omstandigheden moet je dus gaan veranderen. Laat blijken hoe het leven of de omstandigheden van je personage gaan veranderen. Anders blijf je in het begin hangen en heb je geen verhaal.
Een loodgieter heeft een prettige baan, maar is diep vanbinnen bang dat die wordt afgenomen. Dat kan een begin vormen, maar als er vervolgens niets gebeurt, is het geen verhaal, maar een gegeven.
In het tweede verhaalelement moet er iets veranderen aan het alledaagse leven dat je in het begin hebt uitgeschreven. Daarbij moet er nog meer dan in het begin duidelijk worden wat je personage beweegt, waar het zich comfortabel bij voelt en hoe het reageert als er iets gebeurt wat het niet verwacht. Hier hoort je personage de roep van het avontuur en moet het zich daarvoor klaarmaken.
Dit is de eerste keer in het verhaal dat je personage iets moet doen wat het niet per se wil of fijn vindt. Nu is het nog redelijk onschuldig, maar er volgen nog momenten waarop je personage met diens ergste kwelduivels of angsten wordt geconfronteerd. Je moet al weten wat die andere kwelduivels en angsten zijn. (Je ziet ze in het schema terug bij als ‘obstakel’, maar ook bij de climax.) Zorg ervoor dat je grofweg weet wat die tegenslagen gaan worden, zodat je weet hoe je een goede spanningsboog uitwerkt die langzaam maar zeker in intensiteit stijgt.
Bedenk: een verhaal is niet geloofwaardig of interessant als de held van het verhaal onmiddellijk de wereld moet redden. Eerst zijn er nog trainingen en tegenslagen nodig. Weet wat de opbouw van de obstakels gaat zijn.
Vrijwel alles wat onder het vorige kopje stond vermeld, moet je geheimhouden voor de lezer. Alles wat inhoudelijk nog gaat gebeuren, moet op dit punt nog enige mysterie uitstralen. Zowel je personage als de lezer moeten het gevoel krijgen dat er een avontuur op het punt van beginnen staat waarvan de afloop nog onbekend is.
Volgende week lees je over het derde verhaalelement, waarin je personage bedenkingen krijgt bij het aankomende avontuur.
Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de ondernemersschool.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.