Afbeelding
Foto: Sanne Glasbergen
Foto: Sanne Glasbergen
Aan Schrijven Magazine gaf Hanna Bervoets haar 7 beste schrijftips!
‘Voor ik romans ging schrijven, werkte ik als freelance journalist voor onder andere Volkskrant Magazine. Ik behandelde daar heel brede thema’s en hier heb ik bij het schrijven van mijn boeken veel profijt van gehad. Zo volgde ik voor een artikel ‘VIPspotter’: een meisje dat voor televisiestudio’s ging staan wachten om met BN’ers op de foto te gaan. Op haar heb ik later Brooke, het hoofdpersonage van Lieve Celine, gebaseerd.
Ook laat ik mij inspireren door dingen die ik zelf tegenkom in het nieuws. Ivanov is bijvoorbeeld geïnspireerd op een verdiepingsartikel over wetenschappers die mensen en apen probeerden te kruisen. Het idee voor mijn roman Efter is ontstaan door de berichtgeving over de DSM-catalogus: een handboek voor artsen waarin nieuwe psychische aandoeningen werden opgeslagen. Maar ook actualiteiten brengen mij op ideeën. Het filmscenario voor Bowy is binnen, kwam voort uit mijn fascinatie voor de Love Parade-ramp in Duisberg. Zowel mijn eigen journalistieke ervaring als verdiepingsberichten en actualiteiten brengen mij dus op boekideeën.’
‘Als kind krijg je onbewust al veel grondbeginselen van de vertelkunst mee, bijvoorbeeld door naar tekenfilms te kijken. In tekenfilms zitten vaak “oerverhalen” en zo leer je van jongs af aan al bepaalde formules en archetypes te herkennen. Door actief naar verhalen te luisteren kun je beter leren schrijven. Om te leren van andere werken hoef je niet per se te letten op de inhoud; je kunt namelijk ook specifiek naar de techniek kijken. Let op de trucs die gebruikt worden door de schrijver. Series op Netflix bijvoorbeeld, zijn steeds meer gemaakt voor binge-watching; ze zijn eigenlijk een moderne variant van de pageturner. Door te kijken naar de verteltechniek kun je hiervan leren: hoe zorgen de scenarioschrijvers dat iemand blijft kijken? Hoe is de spanning hier opgebouwd? Hoe wordt een personage geïntroduceerd?
Ik ben heel benieuwd wat er met die nog jongere generatie gebeurt, zij leren dankzij de smartphone op hun achtste al om filmpjes te monteren. Apps als Snapchat zijn ook een medium om een verhaal te vertellen. Ik denk dat verteltechnieken zo op steeds jongere leeftijd eigen worden gemaakt en ik ben benieuwd naar wat voor soort schrijvers deze generatie voort gaat brengen.’
‘Bij het creëren van een personage houd ik vaak een ijkpersoon in mijn achterhoofd. Ik gebruik iemand uit mijn omgeving die ik niet zo goed ken, maar bij wie ik me wel een bepaald beeld gevormd heb. Omdat ik de persoon niet goed ken, kan ik allerlei informatie zelf invullen en verschillende verhalen op deze persoon projecteren. Brooke in Lieve Céline is bijvoorbeeld een samensmelting van de VIPspotter, eerdere journalistieke research naar het Céline Dion-fandom en een nieuwsbericht over een vrouw die haar baby van vier hoog naar beneden gooide in de Bijenkorf. Door verschillende verhalen over elkaar heen te leggen en gebruik te maken van een ijkpersoon – een beeld in mijn hoofd – komt een personage tot stand.
Ik denk mijn personages overigens niet helemaal uit, maar leer ze al schrijvende kennen. Zij bestaan dankzij het verhaal, niet vóór het verhaal.
In mijn roman Fuzzie neem ik op bepaalde momenten het perspectief van een hond in. Om die passages te kunnen schrijven heb ik van tevoren wel enige research moeten doen naar de waarneming van honden.’
‘Inspiratie is eigenlijk een beetje een mythe. De mythe is dat inspiratie een voorwaarde is om te kunnen schrijven. Dit houdt mensen echter tegen, zij gebruiken een gebrek aan inspiratie als een excuus om niet te schrijven. Zolang je ogen en oren hebt, is er namelijk altijd inspiratie om je heen.
Mijn advies is daarom om niet op een ingeving te gaan zitten wachten, je moet gewoon gaan schrijven en dan komt er echt vanzelf wel iets. Als het niet goed is, kun je het altijd nog herschrijven.
Hoe je moet werken is afhankelijk van je eigen voorkeuren. Ik weet van mijzelf wat mijn ideale schrijfomstandigheden zijn en door die te creëren kan ik schrijven. Soms denk ik dat je deze ideale omstandigheden kunt testen door terug te denken aan hoe je was op de middelbare school: maakte je vroeger je huiswerk met harde muziek op, dan werk je als schrijver wellicht zo ook het beste.
Zelf schrijf ik altijd thuis en in stilte. Kauwen schijnt te helpen om je concentratie te verhogen, dus ik kauw de hele dag door kauwgom.
Ik ben ’s ochtends het meest fris, dit geldt trouwens voor de meeste mensen. Tijdens het ontbijt – al kauwend – bedenk ik wat ik die dag wil gaan schrijven. Dan begin ik de scènes uit te denken: hoe begint de scène, wat zijn de details, wat denken en voelen de personages. Dit schrijf ik uit op een A4’tje.
Wat ik tijdens het ontbijt heb bedacht, ga ik vervolgens uitwerken op de computer. Ik werk in blokjes van veertig minuten. Na veertig minuten gaat mijn wekkertje af en dan onderbreek ik het schrijven. ’s Morgens schrijf ik twee keer veertig minuten en ’s middags drie keer. Daar tussendoor houd ik eventjes pauze om bijvoorbeeld te gaan sporten.
Idealiter houd ik dit ritme een paar dagen vol zonder tussendoor iemand te zien, zo blijf ik in goede stemming. ‘s Avonds kijk ik vaak een serie om even te ontspannen.
Het gestructureerde werken en op vaste tijden schrijven, helpt mij ook om mijn werk niet constant met mij mee te nemen. Op de momenten dat ik schrijf ben ik hier helemaal op geconcentreerd, maar wanneer ik iets anders doe denk ik niet aan mijn roman. Zo kan ik werk en privé een beetje gescheiden houden.’
‘Belangrijk is om je niet te laten afleiden tijdens het schrijven. Beschouw je schrijfplek als je kantoor, met de luxe er niet twintig minuten door in de regen naartoe te hoeven fietsen. Wanneer mensen zeggen dat ze andere klusjes gaan doen onder hun schrijftijd, denk ik: op kantoor zou je toch ook niet zomaar de was gaan doen? Neem je werktijden dus serieus. En ga naar de wasserette.
Wat ook funest is tijdens het schrijven, is de afleiding van social media en WhatsApp. Het is aangetoond dat je 15 procent van je concentratie verliest wanneer je je telefoon aan hebt tijdens het werken. Dit is vergelijkbaar met het effect van het roken van een joint, dus je werkt dan eigenlijk stoned! Daarnaast moet je telkens weer switchen tussen je activiteiten op je telefoon en je verhaal, hiermee verlies je ontzettend veel tijd. Leg je telefoon dus altijd weg.’
‘Als je de interesse van uitgeverijen wil wekken, is het aan te raden om jezelf zichtbaar te maken, dat kan bijvoorbeeld online met een blog. Ook kun je werken aan je schrijf-cv door ervaring op te doen. Ga schrijven voor websites, schoolkranten, lokale kranten, et cetera. Zo kun je experimenteren met verschillende schrijfstijlen en vergroot je tegelijkertijd je zichtbaarheid.
Wedstrijden zijn ook heel belangrijk, redacteurs kijken namelijk veel naar competities als Write Now!, de Grote Lowlands Schrijfwedstrijd, CJP’s Grote Schrijfwedstrijd en Kunstbende. In de jury van deze wedstrijden zitten ook weer mensen uit het wereldje, het is dus een goede manier om opgemerkt te worden.
Als je een boekidee wil pitchen, doe dan eerst research naar de uitgeverij die je wilt benaderen en schrijf op waarom je voor deze uitgeverij hebt gekozen. Benader de redacteur vervolgens het liefst persoonlijk, niet via het adres van de uitgeverij. Wanneer je iets opstuurt naar de uitgeverij, kom je namelijk terecht in de slushpile (stapel ongevraagde aangeboden manuscripten, red.) en dat levert helaas zelden iets op. Ga liever op zoek naar wie de redacteurs zijn en benader hen bijvoorbeeld via Facebook. Probeer hun nieuwsgierigheid te wekken door wat informatie te geven over je boekidee en vraag of je iets op mag sturen.’
‘Ik zeg weleens: schrijvers zijn eigenlijk gemankeerde mensen. Ze zijn niet in staat om mee te draaien in de “gewone” maatschappij. Het zijn eigenlijk een beetje zwakke mensen, die een 9-tot-5-baan niet aankunnen en daarom gaan schrijven. Tenminste, zo zie ik mijzelf wel een beetje.
Persoonlijk ervaar ik het als heel prettig om alleen en thuis te kunnen werken. Eenzaamheid is een niet-gekozen alleen zijn, maar ik kies er juist zelf voor om mij af te zonderen. Het plezierig vinden om alleen te zijn, moet in je karakter zitten. Daarnaast zijn nieuwsgierigheid en een analytisch denkvermogen ook belangrijke eigenschappen voor een schrijver.
Iedere schrijver heeft eigen voorkeuren. Je persoonlijkheid bepaalt ook weer wat voor soort schrijver je wordt. Ik ben bijvoorbeeld iemand die met een boodschappenlijstje naar de supermarkt gaat en zo werk ik als schrijver ook graag heel gestructureerd. De manier waarop je het beste schrijft is afhankelijk van je karakter. Ken jezelf en probeer te ontdekken wat voor jou de beste methodes zijn.’
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Abonnees profiteren van extra voordelen.