Afbeelding

Bron Pixabay
Bron Pixabay
Waar haalt een schrijver zijn inspiratie vandaan? Schrijf je over de dingen die je zelf hebt meegemaakt, of komt alles voort uit pure fantasie? Veelgehoorde schrijfadviezen lijken op dit punt tegenstrijdig. Ik beoordeel er vier op bruikbaarheid en waarheidsgehalte.
Door Inge Kielen
Zo klinkt een veelgeciteerde schrijfwijsheid van Gerard Reve. Op de Schrijversvakschool, waar we wekelijks elkaars huiswerk lezen en van feedback voorzien, wordt de geloofwaardigheid van teksten regelmatig ter discussie gesteld. Niet zelden reageert de betreffende student met: "maar het was écht zo!" Zelf had ik die neiging ook, toen een docent nota bene in zijn eindbeoordeling aangaf dat mijn korte verhaal op sommige punten niet realistisch overkwam. Hoe kon hij dat zeggen, ik was er toch zeker zelf bij geweest? Maar Reve heeft gelijk: het is de taak van de schrijver om zijn verhaal geloofwaardig te maken, of het nu op de werkelijkheid is geïnspireerd of compleet uit de fantasie is ontsproten.
Beginnende schrijvers wordt evenwel geadviseerd om te schrijven over wat men kent. Er zit waarde in dat advies. Mijn korte verhaal Full stall speelt zich af op een paragliding-cursusweek in Oostenrijk. Het feit dat ik zelf aan meerdere van zulke cursusweken heb deelgenomen maakte dat het voor mij veel eenvoudiger was om dat verhaal te schrijven dan wanneer ik alle details door middel van bureau-onderzoek had moeten uitpluizen.
In de hedendaagse literatuur lopen fictie en non-fictie steeds meer in elkaar over. Kijk maar naar de bestsellerlijsten; het wemelt van de (bijna-)waargebeurde romans en de geromantiseerde non-fictie. Dat is niet verwonderlijk: het predicaat 'gebaseerd op een waargebeurd verhaal' doet de omzetcijfers van een boek of film ontegenzeggelijk stijgen.
Zelf probeer ik echter een tegengeluid te bieden ten opzichte van de autobiografische literatuur. "Wees origineel" is misschien geen welluidende oneliner, maar desondanks een schrijfwijsheid waar ik veel aan hecht. Ik lees graag boeken die mij meevoeren naar werelden die ik niet ken. Ik voel me verbonden met de katholieke koster uit De trooster van Esther Gerritsen, of met Gregor Samsa die in Kafka's De gedaanteverwisseling in een levensgroot insect verandert. Ik beschouw mijzelf als niet-religieus en heb nooit een kafkaëske metamorfose meegemaakt, en juist daarom geniet ik van de belevingswereld van deze personages, ten opzichte van die van de zoveelste eenzame dichter met relatieproblemen. Het volgende verhaal waarin de hoofdpersoon kunstenaar is, smijt ik uit het raam.
Inge Kielen (1988) is schrijver van literaire proza en poëzie. Haar personages zijn niet-alledaagse types, zoals een paragliding-instructeur, een monteur die huizen afsluit van het gas en een hoogbejaarde vrouw die na zestig jaar huwelijk bij haar man weg gaat. Fragmenten van haar werk staan op haar site: www.ingekielen.nl. Inge studeert momenteel proza in het derde jaar van de Schrijversvakschool Amsterdam.
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!