3 schrijfregels die je misschien verkeerd toepast

Als schrijver word je om je oren geslagen met ‘regels’ waar je verhaal of je schrijfproces aan zou moeten voldoen. In de basis vaak goede adviezen, maar ik merk dat veel beginnende schrijvers ze proberen op te volgen zonder goed te begrijpen wat erachter zit – en dan doen ze meer kwaad dan goed.


Kreten als ‘schrijven is schrappen!’ en ‘show, don’t tell!’ zijn ontstaan doordat bepaalde schrijfadviezen steeds weer bleven terugkeren, tot iemand het advies in drie woorden samenvatte en anderen dat overnamen. Het nadeel van die versimpeling is dat de onderliggende betekenis niet altijd even duidelijk meer is. Het resultaat: algehele verwarring en soms eigenaardige conclusies.

Kill your darlings

Ik hoorde laatst een schrijver vertellen over hoe hij ‘kill your darlings’ had toegepast: hij had een van zijn favoriete personages een dramatische dood laten sterven om de spanning in zijn boek te verhogen. Ik zat hem met open mond aan te staren. Ik snap zijn redenering: als je zelf van een personage houdt, geldt dat waarschijnlijk ook voor de lezer, en is het drama extra groot als dat personage iets overkomt. Handig om in gedachten te houden als je naar dat soort drama op zoek bent, maar niet wat er met ‘kill your darlings’ wordt bedoeld.

‘Kill’ moet hier figuurlijk worden gezien: het gaat om het schrappen van hoofdstukken, passages, of personages waar je gek op bent. Dat wil niet zeggen dat alles wat je erg leuk vindt direct verdacht is – integendeel! Jouw enthousiasme over je favoriete stukken verhaal springt over op de lezer en maakt je verhaal leuker om te lezen.

Wel moet je leren herkennen wanneer dat ene dingetje dat je zo leuk vindt eigenlijk niet in dienst staat van het verhaal: het breekt de spanningsboog op, maakt de zaken nodeloos ingewikkeld, of leidt te veel af van de hoofdlijn. Dan, alleen dan, is het misschien nodig om het spreekwoordelijke lievelingetje te vermoorden.

Show, don’t tell

Van alle bekende schrijfregels is ‘show, don’t tell’ degene waarvan ik de meeste verschillende interpretaties ben tegengekomen. Hij wordt ook weleens omgedraaid: vertonen én vertellen. In die uitleg draait het meestal om de vraag of je een moment in je verhaal als concrete scène uitwerkt, of vluchtiger over de gebeurtenissen heen gaat. Scène en samenvatting zijn inderdaad belangrijke gereedschappen om het tempo in je verhaal te sturen… maar meestal gaat het bij ‘show, don’t tell’ over iets anders, namelijk specifieke details tegenover generieke uitleg. 

Het woord ‘show’ kan verwarring opleveren: het gaat hier niet alleen om visuele informatie. Wil je zeggen dat het herfst is? Gebruik al je zintuigen en kies de meest sprekende details die een herfstig beeld oproepen. Is je hoofdpersoon boos? Je kunt schrijven dat ze haar vuisten balt, maar hoewel dat visueel is, is het nog steeds generiek. Nog beter kun je een boze gedachte weergeven die specifiek van toepassing is op de situatie. Zo laat je de lezer meeleven in plaats van alleen uit te leggen wat er gebeurt.

Mag je dan nooit iets simpelweg vertellen? Natuurlijk wel! Gebruik specifieke details om de aandacht van de lezer naar de belangrijkste informatie te sturen, maar vat de dingen samen die anders maar zouden afleiden.

Schrijven is schrappen

Of ‘schrijven is schrappen’ voor jou opgaat, hangt er compleet vanaf hoe je eerste versie eruitziet. Wanneer je op een verkennende manier schrijft, is het goed mogelijk dat je eerste versie nog onnodige uitweidingen bevat, of saaie details van handelingen, of drie herhalingen van dezelfde gedachte waarvan je alleen de sterkste hoeft te bewaren. Voor zulke schrijvers is schrappen een waardevol advies.

Anderen schrijven hun eerste versie juist te ‘kaal’. Ze zijn nog bezig om het plot op een rijtje te krijgen, waarbij zaken als beschrijving, sfeer of emotie achterblijven. Voor deze schrijvers is juist toevoegen het devies. Weer anderen (zoals ik) besteden zoveel tijd aan een uitgebreide outline dat ze al een goed beeld hebben van wat er wel en niet in het verhaal moet komen tegen de tijd dat ze eindelijk gaan schrijven.

Het belangrijkste is om van jezelf te weten wat je te veel schrijft en wat te weinig, en daar je herschrijfproces op aan te passen.

Over de auteur

Anna Mattaar gaf als schrijvende tiener al feedback op andermans verhalen en heeft die passie inmiddels omgezet in een eigen bedrijf als schrijfcoach: Fictera Schrijfcoaching. Ze helpt schrijvers hun eigen unieke schrijfproces te vinden en hun verhalen op papier te laten aansluiten bij de visie in hun hoofd. Haar specialisatie is fantasy, maar ze werkt met alle schrijvers die hun werk naar een hoger niveau willen brengen en hun lezers willen meeslepen in een ijzersterk verhaal. Zelf schrijft ze fantasy met een focus op de persoonlijke worstelingen van personages die buiten de bestaande hokjes vallen.