3 belangrijkste elementen bij het schrijven van de openingsscène

De openingsscène van ieder verhaal, in welk genre dan ook, is essentieel. In deze weinige ruimte pak je de lezer of raak je hem of haar kwijt. Personage, actie en afronding zijn de belangrijkste elementen van de openingsscène. Waar moet je op letten?

De openingsscène is altijd van je hoofdpersoon

Hoeveel fascinerende bijpersonages je ook hebt en wil introduceren, in de openingsscène staat de spotlight alleen op je hoofdpersoon. In de eerste scène moet alle aandacht liggen op het introduceren en leren kennen van de belangrijkste persoon in je verhaal. Daarna is er nog alle tijd om te focussen op de problemen van andere personages.

Introduceer plot, personage en setting in een actievolle scène

De eerste scène moet de lezer direct het verhaal in trekken. Begin dus niet met een lange, uitgebreide beschrijving van het landschap of interieur, maar plaats je hoofdpersoon direct midden in de actie. Er moet meteen wat aan de hand zijn, zodat de lezer getriggerd wordt om door te lezen. In deze actievolle scène introduceer je meteen het plot (de opening moet dus wel gerelateerd zijn aan het latere verhaal), het personage en de setting. Houd het tempo erin.

Rond de scène af met een open einde

Tegen het einde van de openingsscène wil je niet dat de lezer zijn of haar aandacht verliest. Hoewel situatie afgerond wordt, moet je de lezer achterlaten met het gevoel van ‘wat nu?’. Het probleem, conflict of dilemma is pas net begonnen, zorg dat de lezer snakt naar meer. Laat het lot van je personage onduidelijk.

PS: Niet alleen de eerste scène moet een knaller zijn, de eerste zin kan ook al genoeg zijn om de lezer binnen te halen. Lees hier 7 tips voor het schrijven van een knallende beginzin.

Meer lezen over het schrijven van jou boek? Je ontvangt al een jaar lang Schrijven Magazine voor maar €26,50. Krijg je er ook nog eens drie cadeaus bij!

Word abonnee   Geef Schrijven Magazine cadeau